|
#1
|
||||
|
||||
Wij zijn ons brein
Het innerlijk oog/Wij zijn ons brein
Oliver Sacks, Het innerlijk oog, Vertaald door Han Visserman, Meulenhoff, 254 blz., 19,95 €. Oorspronkelijke titel: The mind's eye. Dick Swaab, Wij zijn ons brein. Van baarmoeder tot Alzheimer, Contact, 480 blz., 24,95 €. Ons brein is veel meer dan het orgaan waarmee we denken. Het maakt ons tot wat we zijn. Oliver Sacks en Dick Swaab onderzoeken al heel hun leven wat hersenen doen met de lichamen waar ze in zitten. Hun conclusies zijn tegelijk bevrijdend en ontnuchterend. Er zijn veel manieren om een zelf te zijn. In de literatuur en de filosofie wordt meermaals onderzocht hoe het is om iemand (anders) te zijn. Wakker worden als een kever in De gedaanteverwisseling van Kafka, of je afvragen wat het zou zijn om een vleermuis te zijn bij Thomas Nagel. Maar intussen is de vraag wat het betekent om bewust te zijn, over hoe we de wereld (kunnen) kennen, geen vraag meer voor speculerende filosofen, wel voor hersenwetenschappers. Over veel aspecten van het bewustzijn wordt nog gediscussieerd, maar één ding is zeker: de rol van het brein in ons bewustzijn is cruciaal. Ook in Oliver Sacks' nieuwste boek Het innerlijk oog spelen de hersenen een hoofdrol. Veel meer dan de ogen maken zij het mogelijk dat we de wereld zien. We beseffen niet dat wat we zien het resultaat is van een heel complex, actief neurologisch proces. Zo beschrijft Sacks hoe een schrijver een beroerte krijgt in de visuele hersengedeelten aan de linkerkant. Het gevolg is dat hij niet meer kan lezen. Hij herkent nog wel de letters, maar teksten zijn onbegrijpbaar geworden. Nog wonderlijker is dat hij wel kan schrijven. Al kan hij niet lezen wat hij net heeft opgeschreven. Lezen is een vorm van kijken die berust op een aaneenschakeling van processen, een keten van reacties waarvan elke willekeurige schakel het kan begeven. De schrijver beschrijft zijn situatie alsof men hem aankondigt dat zijn rechterbeen zal worden afgezet en hij de schoen en de sok mag houden. Maar het werd nog erger. Hij begon steeds meer moeite te krijgen met het herkennen van plaatsen en van objecten. Hij vond voortdurend blikken tonijn in de vaatwasser en potloden in de koelkast. Als een onderdeeltje van de breinmachinerie kapotgaat, gebeuren de wonderlijkste dingen met hoe je de wereld ziet. Sacks tekent nauwgezet de verhalen op van mensen die een deel van hun visuele vermogen kwijtspeelden en hun leefwereld opnieuw moesten inrichten, terwijl ze hun hersenen ‘herverkavelden'. Deze ontroerende levensverhalen drukken je met de neus op het feit dat er nogal wat komt kijken bij gewoon zien, en zijn. Een ander beeld Sacks vertelt deze fantastische verhalen met de innemende en empathische blik van de arts die bekommerd is om zijn patiënten. Maar ook met de nuchtere en nieuwsgierige blik van de wetenschapper die wil weten wat er aan de hand is en er spelenderwijs alle relevante onderzoeksliteratuur bijhaalt. Uiteindelijk gaan zijn verhalen over mensen die — in al hun kwetsbaarheid en terwijl ze een heel stuk van hun vertrouwde wereld moeten missen — erin slagen hun leefwereld herop te bouwen. Kevers en vleermuizen zijn ineens ver weg. Het anders-zijn schuilt in de hersenpan van ieder van ons. Morgen kan je wereld er anders uitzien. Die conclusie wordt helemaal onontkoombaar als Sacks, die al heel zijn leven slecht ziet en moeite heeft met het herkennen van gezichten, plots oogproblemen krijgt. De diagnose is een oogtumor. Hij mist stukken uit zijn visueel veld, waardoor hij dingen niet meer waarneemt en zijn stereozicht verliest. Het brengt hem in de war. Hij haalt ver en dichtbij door elkaar. Hij schenkt water naast glazen. Hij ziet takken uit iemands hoofd komen als er een boom op de achtergrond staat. Hij heeft het gevoel dat hij naar de wereld kijkt alsof het een foto is. Dat is een emotioneel verlies. Hij beschrijft het lucide en aangrijpend: Oliver Sacks als een experiment dat de natuur met hem uitvoert. Het intrigerende is dat zijn wereld nog steeds volledig is, hoewel de helft ervan ontbreekt. Zoals wij allemaal onze blinde vlek niet waarnemen. Onze hersenen vullen het zwarte gat naadloos in. Sacks' broer heeft hetzelfde probleem om gezichten en plaatsen te herkennen. Die ‘prosopagnosie' is dus erfelijk. En niet zo uitzonderlijk. Twee tot drie procent van de mensen blijken het te hebben. Hun beleving wordt vertekend door een aangeboren afwijking in de visuele verwerkingsgebieden van de hersenen. Sacks' eigen verhaal en dat van zijn vele kranige en tragische patiënten illustreert hoe onze hersenen bepalen wie wij zijn. Dat is ook de boodschap van een ander eminent hersenkundige, Dick Swaab, neurobioloog en jarenlang het hoofd van het Nederlandse Instituut voor Neurowetenschappen. En ook een prosopagnost. Het kootje van je pink Swaab vermengt moeiteloos onderzoek, mensenkennis, filosofie en waargebeurde verhalen tot een caleidoscopisch boek dat de duizelingwekkende complexiteit van het brein in een rollercoaster-vaart beschrijft. Hij doet dat met een zelfverzekerdheid die menig behoedzaam filosoof zal doen steigeren. Niet het minst omdat hij geen referenties geeft bij de vele stevige uitspraken die hij doet — je zou die studies willen nalezen. Hij draait er geen doekjes om: ‘Wij komen ter wereld met hersenen die door een combinatie van onze genetische achtergrond en de programmering gedurende de ontwikkeling in de baarmoeder uniek zijn geworden en waar onze karaktereigenschappen, talenten en beperkingen al voor een belangrijk deel in zijn vastgelegd. Dit geldt niet alleen voor het IQ, het ochtend- of avondmens zijn, de mate van spiritualiteit, neurotisch, psychotisch, agressief, antisociaal en non-conformistisch gedrag, maar ook voor de kans die we lopen op hersenziekten zoals schizofrenie, autisme, depressie en verslaving. Zijn we eenmaal volwassen, dan zijn er grote beperkingen aan de modificeerbaarheid van onze hersenen, en liggen onze eigenschappen vast. De bouw van onze hersenen die zo tot stand gekomen is, bepaalt hun functie, wij zijn ons brein.' Dat is de kortst mogelijke samenvatting van Swaabs speurtocht naar de aard van ons wezen. Zoals Sacks de visuele cortex als ingang neemt, zo is bij Swaab de hypothalamus een terugkerend thema. Hij schreef een standaardwerk over dit stukje brein. Het is niet groter dan het kootje van je pink, maar is onmisbaar. De hypothalamus scheidt hormonen af die essentieel zijn bij onder andere de controle van de bloeddruk en de regulatie van stressreacties. Minder dan vijf gram neuronen spelen een hoofdrol bij suikerziekte, depressie, agressie, seksualiteit, vetzucht en slaapstoornissen. Als bijvoorbeeld de zenuwcellen die in de puberteit de hormoonspiegels laten stijgen niet al tijdens de vroege ontwikkeling in de baarmoeder op de juiste plek bij de reukzenuw worden aangelegd en vandaaruit opstijgen naar de hypothalamus in het brein, dan komen zulke kinderen nooit in de puberteit. Slechts een van de talloze voorbeelden van hoe minutieus afgestelde biochemische processen, gestuurd door genen en omgeving, de ontwikkeling en de werking van dat complexe netwerk sturen. Brein centraal Swaabs boek is een schatkamer van kennis en verhalen. Je leert dat het agressieve gedrag van RAF-terroriste Ulrike Meinhoff wellicht te maken had met een uitstulpende ader die tegen haar amandelkern drukte en de schade aan haar hersenschors bij de chirurgische ingreep om dat te verhelpen. Dat er vijf landen zijn waar een verbod op profboksen van kracht is (Cuba, Zweden, Noorwegen, Finland en Noord-Korea). Swaab vindt dat ook elders moet worden verboden dat mensen elkaars hersenen legaal tot moes slaan. Net zoals hij vindt dat roken voor zwangere vrouwen moet worden verboden vanwege de catastrofale, levenslange schade aan de hersenen van het embryo. En dat Paulus, Mohammed, Jeanne d'Arc, Dostojevski en Van Gogh allemaal in hetzelfde bedje ziek waren. Hun visoenen waren het gevolg van aanvallen van een specifieke vorm van epilepsie. De vorm die God in hun hallucinaties aanneemt, is cultureel bepaald. Zowat elk menselijk gedrag heeft wat met het brein te maken: schizofrenie, autisme, vrije wil (een fijne illusie), moraal, creativiteit, eetstoornissen, hoofdpijn, geslachtsverschillen, geheugen, sport, bewustzijn, religie, bijna-dood en helemaal dood, dementie, pijn, en zoveel meer. De visie van Swaab is bevrijdend. Homo-, bi- of transseksuelen kunnen, gezien hun baarmoederlijke geschiedenis, de aantijgingen naast zich neerleggen dat zij verkeerde keuzes maken. Autisme is niet langer de schuld van koele moeders. Schizofrenie is geen gevolg van dubbelzinnig oudergedrag. ADHD is geen modegril. Terwijl religies die schuld en zonde prediken hun greep verliezen. Maar het is ook een ontnuchterende visie. De maakbaarheid van de mens blijkt een vermolmde utopie, de opgave voor psychotherapie en welzijnswerk wordt nog zwaarder. Toch bieden deze inzichten troost. Niemand is verantwoordelijk voor het eigen succes en niemand heeft schuld als het leven minder goed verloopt. We kunnen niets anders dan roeien met de riemen die we hebben, en ervoor zorgen dat mensen in een stevige boot en veilig vaarwater terechtkomen. Ons brein is het beste wat we hebben om daarbij te helpen. DS, 14-01-2011 (Geerdt Magiels)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |