|
#1
|
||||
|
||||
Herbeginnen
Herbeginnen
Zaterdagnamiddag. Dan nam ik een bad, toen ik een kind was. Het klateren van superwarm water. Veel schuim. Het bad liep vol, de geest liep leeg. De huid werd week. Beslagen ramen. Er was geen buitenwereld meer. Dat weldadige gevoel keerde weer, vorige zaterdag, in de promotiezaal van mijn universiteit, tijdens het afscheidscollege van Carlos Steel. Filosoof. Kenner van Plato en Aristoteles. Het verleden troost. Als de Chinezen niet binnenvallen, wordt Latijn de voertaal van het onafhankelijke Vlaanderen. Maar Grieks graaft dieper. Overstijgt het wapengekletter van Julius Caesar. Koestert de gedachte, zelfs als die de militaire overwinning kost. Vae victis? Wee de winnaars. Met emeritaat gaan valt Carlos Steel zwaar, hoor ik overal. Toch voelde ik zaterdag even de neiging om hetzelfde te doen, op voorwaarde dat ik ook in staat zou zijn om zo'n prachtig afscheidscollege te geven. Professoren in toga schrijden de zaal binnen. In zwart gehuld lijken ze op elkaar, de blik sereen, de onderlinge vetes afgezwakt. Alleen de dunne lijn die de toga omzoomt verschilt per faculteit. Geel voor filosofen. Blauw voor ingenieurs. Rood voor kerkjuristen. De gelijkenis is groter dan het verschil, maar het is het verschil dat opvalt. Dat is zo voor professoren, maar het geldt voor alle mensen. Als je afscheid neemt als hoogleraar zijn er twee mogelijkheden. Ofwel behandel je een onderwerp. Dan beoefen je wetenschap. Ofwel spreek je over jezelf. Dan ben je wetenschap geworden. Dat laatste hoort eigenlijk niet, en is dus noodzakelijk. Dat weet Carlos Steel maar al te goed. Daarom spreekt hij over de levenskeuze die ieder mens moet maken. Dus denken we bij het luisteren aan onszelf: voor mannen is dat routine, voor vrouwen bevrijding. En natuurlijk denken we ook aan Carlos. Hoe hij koos, en werd gekozen. Want kiezen wij wel? En kiezen wij bewust? Een mens kiest wanneer hij dat niet doet. Wanneer hij het onmogelijke nastreeft en wat binnen handbereik ligt met droge ogen laat schieten. Zo besloot de seminarist Carlos Steel in 1968, na een jarenlange opleiding, om geen priester te worden. Daarom werd hij wat hij altijd al was, filosoof. Zelfs een baan als hoogleraar in de wijsbegeerte kon niet verhinderen dat hij bleef nadenken. Ik luister en mijmer. Het bad. Het welbehagen. Plotseling hoor ik Carlos een vraag stellen. 'Zouden wij, als wij konden herbeginnen, ons leven overdoen, tot in de kleinste details, triomfen even goed als mislukkingen, grauwheid niet minder dan schittering?' Dit is het soort vraag waarop mensen angstig ja roepen. Heel snel ook. Natuurlijk willen ze hun leven meteen overdoen. Want anders lijken ze te bekennen dat het is mislukt. En dat mag niet. Misschien is dat wel de reden waarom zoveel mensen tot zelfdoding overgaan: voor de mislukking bestaat in onze samenleving geen veilige haven. Carlos, verneem ik ondertussen, wil zijn leven niet overdoen. Hij kan zich die luxe veroorloven. Hij mislukte niet. Er is, bedenk ik plots, nog een andere reden om geen twee keer voor hetzelfde leven te kiezen. Kennen we onszelf? Beseffen we voldoende welk leven we eigenlijk hebben geleid? Soms lopen we iemand tegen het lijf die we bijna vergeten waren, iemand uit onze verre jeugd. En hij overvalt ons met warme verhalen over een gemeenschappelijk verleden. Maar er zijn ook mensen met wie we jarenlang hebben samengewerkt, van wie we dachten dat ze onze vrienden waren, en die wanneer de professionele relatie is afgelopen volledig uit ons leven verdwijnen. Vriendschap is meer dan vriendelijkheid. We mogen ons zelf, onze gevoelens, en die van anderen niet overschatten. Ondertussen besluit Carlos Steel zijn redevoering. Hij doet dat met een overrompelend citaat van Friedrich Nietzsche. Niet de Nietzsche die God dood verklaart of het noodlot lijkt te beminnen. Nietzsche kan ook romantisch zijn, mystieke trekjes vertonen. Hij heeft gelukkig niet de plicht om trouw te zijn aan het beeld dat latere generaties van hem hebben gemaakt: 'Als onze ziel, al was het maar één keer, van geluk heeft getrild en geklonken, als een snaar, dan is toch heel de eeuwigheid nodig geweest om dat unieke ogenblik mogelijk te maken - en heel de eeuwigheid wordt in dit ene ogenblik van ons ja zeggen goed bevonden, verlost, beaamd.' Knal. Wat een citaat. Wat een besluit. Dan valt het doek. Daarna komt de receptie. Wij heffen het glas op onze levens. Hun onvolkomenheid deert ons niet langer. Rik Torfs is professor kerkelijk recht en senator voor CD&V DS, 02-12-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |