BP liet meer olie lopen dan Exxon Valdez


BRUSSEL - Uit onderwateropnames blijkt dat in de Golf van Mexico 4,4 miljoen vaten olie in zee zijn gelekt na de ontploffing van het boorplatform van BP.


Nadat op 20 april in de Golf van Mexico het olieplatform Deepwater Horizon was geëxplodeerd en vervolgens gezonken, zei de Amerikaanse overheid aanvankelijk dat onmogelijk viel vast te stellen hoeveel olie er uit de boorput weglekte in de oceaan. Ze werd daarin bijgetreden door de exploitant van het olieveld, British Petroleum.

Na verloop van tijd en onder druk van de publieke opinie werden toch halfslachtige pogingen ondernomen om de olievervuiling te meten en kwam de regering met schattingen: aanvankelijk een duizendtal vaten per dag (een vat bevat 159 liter), dan 5.000, vervolgens 12.000 à 19.000, later nog meer.

Uit een onafhankelijk expertiseverslag dat vandaag wordt geopenbaard door het Amerikaanse vakblad Science blijkt dat in werkelijkheid een veelvoud in de Golf is terechtgekomen: 56.000 tot 68.000 vaten per dag (misschien zelfs meer) tot het lek op 15 juli werd gedicht.

Alles bij elkaar zouden 4,4 miljoen vaten in zee zijn gelopen, ruimschoots meer dan de naar schatting 250.000 vaten die in 1989 bij de scheepsramp met de Exxon Valdez voor de kust van Alaska in zee terechtkwamen, aldus Timothy Crone van de Columbia University. 'We wilden met een onafhankelijke schatting komen,' zegt Crone, 'omdat de bevolking het gevoel had dat de cijfers van BP en de overheid de waarheid verbloemden.'

Crone en zijn collega Maya Tolstoy gebruikten een gesofistikeerde techniek, de zogeheten optische pluimvelocimetrie, om met behulp van door BP vrijgegeven videobeelden te schatten hoeveel olie er weglekte bij het gezonken platform in de 87 dagen tot het lek kon worden gedicht. Ze rekenen in Science voor dat tussen 22 april en 3 juni, toen de lekkende boorpijp werd weggezaagd, dagelijks 56.000 vaten zijn weggelekt. Nadien kwam tijdelijk nog meer olie in het water terecht - volgens de onderzoekers: zo'n 68.000 vaten per dag - tot het lek op 15 juli uiteindelijk kon worden afgedicht. Na aftrek van de 804.877 vaten aardolie die BP uit zee kon recupereren, blijven 4,4 miljoen vaten gelekte olie over (zo'n 700 miljoen liter), met een foutenmarge van 20 procent meer of minder.

Het is de eerste geloofwaardige schatting van de olieschade, waarvan het professionalisme volgens de universiteit van Columbia gunstig afsteekt bij de nattevingerbenadering van de overheid in de eerste weken na de ramp, toen geschat werd dat dagelijks amper 1.000 vaten weglekten, 'hoewel voor iedereen duidelijk was dat BP een veelvoud daarvan uit zee recupereerde terwijl er toch nog een boel olie op zee achterbleef'.

Pas een week na de ramp stelde de overheid haar schattingen bij tot 5.000 vaten per dag - volgens pers en kritische wetenschappers nog steeds een forse onderschatting. Pas begin augustus kwam de overheid met een enigszins realistische schatting van dagelijks 60.000 vaten of in totaal 4,1 miljoen gelekte vaten (na aftrek van de door BP gerecupereerde olie). Maar omdat ze onvolledig inzicht gaf in de door haar gehanteerde methodieken, bleven ook aan dit cijfer twijfels kleven.


DS, 24-09-2010

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB