|
#1
|
||||
|
||||
De dood van de ware Jakob
De dood van de ware Jakob
Lori Gottlieb, Marry him: The case for settling for Mr. Good Enough, New York: Harper, 2010. Teerhartigen slaan de bladzijde misschien maar beter meteen om. Liefhebbers van romantische komedies ook. Want er is zorgwekkend nieuws uit relatietherapeutische middens: de ware jakob is een leugen, en nog een gevaarlijke ook. Mister Right is (nu echt) dood. Leve Mister Good Enough. ‘De verliefdheid is een beetje over.’ ‘Echt? Hoe komt het?’ ‘Een paar afknappers.’ ‘Zoals... hij had nog nooit van Edward Hopper gehoord. Om maar iets te zeggen.’ ‘En dan?’ ‘Kom nu. Drieëndertig jaar, en nog nooit van Edward Hopper gehoord? Dat kan de man van mijn leven dan toch niet zijn? Hij moet mij net dingen kunnen bijleren!’ En dus blijft ze zoeken. Want hij loopt daar vast en zeker ergens rond. De man die de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper kent, niet te snel eet, niet te traag praat, niet te veel parfum gebruikt, niet te weinig sport, niet te macho is, maar zich toch — als het moet — van een oermannelijke kant laat zien. De man die openstaat voor haar ideeën, maar ook aanvoelt wanneer hij net weerwerk hoort te bieden. De man die kan dansen (maar niet te janetterig), die kan koken (maar niet te pedanterig), die haar auto kan depanneren (en daarna weer Nescio voortleest), die kan huilen (maar ook niet te lang). En ja, dat ook: de man die de vrouwelijke anatomie tot op de zenuw kent. En die als een Jimi Hendrix weet te bespelen. Elke is dertig intussen. En gelooft nog altijd dat hij morgen plots om de hoek zal staan. Hij. Met hoofdletter. De Ware. En er zal geen twijfel mogelijk zijn. Ze zullen in elkaars ogen kijken, en glimlachen. ‘Dan toch. Hier ben je dan toch.’ En alles zal op zijn plaats vallen. Iedereen zal ontroerd toekijken. Edward Hopper niet het minst. Een fijne meid, Elke. Een sterke vrouw. Hoogopgeleid, een carrière die veelbelovend uit de startblokken is geschoten. En een uitstraling die hoofden doet omdraaien. Geduldig, dat zeker ook. En niet bang om alleen te zijn. Zo’n vrouw die alles heeft om haar droomprins te vinden. En net daar wringt het schoentje. Dat zegt de Amerikaanse journaliste Lori Gottlieb, de schrijfster van het boek Marry him: The case for settling for Mr. Good Enough. Het boek, dat al de bestsellerlijst van The New York Times haalde, is een pleidooi voor nuchterheid in de partnerkeuze. Voor meer realiteitszin: Mister Second Best is beter dan Mister Nobody. ‘Wacht niet op perfectie, want je zult eeuwig blijven wachten. Maak je geen zorgen om passie of een intense verbondenheid. Want als je het fundament wilt gieten voor een gezin, dan is settelen de enige manier. En settelen met de man die niet perfect lijkt maar wel goed genoeg, zal je op de lange termijn gelukkiger maken dan wie trouwt in volle verliefdheid en met grote verwachtingen. Want die raakt jaar na jaar alleen maar meer ontgoocheld.’ Een domper op de feestvreugde, die boodschap van Gottlieb. Het is als horen van je ouders dat Sinterklaas niet bestaat. Je vermoedde dat wel al een tijdje, maar je wilde er niet op ingaan: je was nog niet klaar voor een wereld zonder Sinterklaas. Net zo weet iedereen het ook wel, dat de ware jakob eigenlijk een leugen is. Of beter: een leugentje. Want eentje om bestwil. Een zoethoudertje in dit tranendal. Om tegen beter weten in te geloven, om dit hele bestaan iet of wat zin te geven. FEMINISME VERNEUKT LIEFDESLEVENS De Siberisch koude boodschap van Gottlieb veroorzaakte in de Angelsaksische wereld een heuse heisa. De Mr. Good Enough-theorie schoot nogal wat gepassioneerden in het verkeerde keelgat. Zeker in deze Sex and the city-tijden waarin vrouwen meedogenloos selectief te werk gaan en enkel door de knieën gaan voor De Ene. De kranten stonden vol furieuze tegenaanvallen op deze ‘verbitterde, gefrustreerde, tragische vrouw’. De website Feministing noemde Gottliebs boek zelfs ‘schaamteloze antifeministische porno’. Wellicht zal het vooral de titel zijn van hoofdstuk drie, die de feministes zwaar op de maag lag: ‘Hoe het feminisme mijn liefdesleven verneukte.’ ‘Als sociale beweging is het feminisme fantastisch’, zegt Gottlieb daarover in de Britse krant The Guardian. ‘Maar veel vrouwen zijn opgegroeid met het idee dat het ook feministisch is te geloven dat we alles en iedereen kunnen krijgen. In die zin heeft het feminisme onze ego’s opgeblazen tot onwerkelijke proporties. In films en series zien we vrouwen elkaar aanmoedigen om de lat hoger en hoger te leggen. We zijn ervan overtuigd dat vroeg of laat de man zal komen die pas echt inziet hoe uniek en fantastisch we zijn. Terwijl de meesten onder ons toch maar vrij ordinair zijn, hoor.’ Gottlieb kijkt daarbij in eigen boezem. ‘Ik ben nu een veertiger en nog altijd dik tegen mijn zin alleen. Als ik zie wie ik allemaal door de vingers heb laten glippen. Omdat hij te saai was, te klein, te onbeleefd tegen de obers, niet intellectueel genoeg, of een knullige naam had. Dan kan ik mezelf wel voor het hoofd slaan. Het is zo tekenend voor deze tijd: we worden altijd maar kieskeuriger en vallen over de meest triviale details. Terwijl we de echte, belangrijke zaken uit het oog verliezen die een relatie op lange termijn doen werken. Als ik als twintiger of dertiger minder geobsedeerd was geweest door Mister Perfect, dan zat ik nu wellicht in een gelukkig huwelijk. En intussen tikt die klok. Want hoe ouder ik word, hoe minder aantrekkelijk. Al was het maar omdat jongere vrouwen vrolijker zijn, minder verbitterd, minder wanhopig hunkeren naar een huwelijk. En o ja: ze zijn ook nog vruchtbaar.’ VROUWEN WILLEN EEN GEZIN Als dat klinkt als paniekzaaierij, dan is dat wellicht omdat het dat ook is. Gottlieb wil het vrouwendom wakker schudden. ‘Vind een man. EEN man. Giet dat fundament. En begin aan dat gezin. Voor het te laat is.’ Ze weet dat het geen fijne waarheid is. ‘Weten is wel vaker angstaanjagend. Maar weten is vooral ook macht. We moeten ophouden te poseren voor onafhankelijke, sterke vrouwen die het allemaal perfect in ons eentje beredderen. Wat een theater. We zijn vrouwen. We willen een gezin.’ Dixit een knappe, gesofisticeerde, hoogopgeleide, vrijgevochten vrouw. In de Verenigde Staten zijn ze ondersteboven van het doodsbericht van de ware. In Vlaanderen? Waar de voeten doorgaans toch steviger in de klei plakken? ‘Ik geloof wel in de ware’, zegt Annemie, 30 en moeder van twee. ‘Maar voor mij is de ware niet Mister Perfect. Waarom zou ik perfectie eisen als ik zelf niet perfect ben? Niemand blijft bovendien eeuwig verliefd. Dat lijkt me trouwens heel vermoeiend. Mijn man, met wie ik al twaalf jaar samen ben, is voor mij de ware. Waarom? Omdat het werkt tussen ons. We kennen elkaar, we weten wie we zijn, waar we naartoe willen. We kunnen onredelijk zijn tegenover elkaar, zolang we dat achteraf maar toegeven. En ja, misschien zijn er nog wel mannen met wie het zou kunnen werken. Mooiere, sportievere, intelligentere. Ongetwijfeld wel. Maar dat interesseert me niet. En dat maakt mijn man daarom niet minder de ware. We hebben elkaar ontmoet op de juiste plaats en op het juiste moment. En we zijn gelukkig samen. Dat is dat.’ Ja, er zijn Annemies, maar er zijn ook Elkes. Volgens de Vlaamse seksuoloog Alexander Witpas symboliseren de twee perfect de opsplitsing tussen de satisfiers en de optimizers, een marketingtypologie. ‘Optimizers mikken op het allerhoogste. Ze stoppen heel veel energie in het keuzeproces, want ze willen de allerbeste optie. Satisfiers kiezen iets waar ze genoegen mee nemen. Ze maken snel keuzes, gaan met stevige tred vooruit, kijken minder vaak om. Opvallend is dat de satisfiers achteraf gelukkiger zijn met hun keuze dan de optimizers. In die zin ga ik grotendeels akkoord met Gottlieb. Wachten op de ware, dat zal zelden iemand gelukkig maken. Het zal nooit goed genoeg zijn.’ DE NUMMER TWEE Mogen vrouwen de lat dan niet meer hoog leggen? ‘Natuurlijk wel’, zegt Alexander Witpas. ‘Maar ze moeten misschien realistischer zijn in hun criteria. Ik denk dat de lijstjesreflex — "hij moet dit en dat wel, dit en dat niet" — een neveneffect is van het internetdaten. Alsof we onze ideale partner altijd en overal à la carte te kiezen hebben. Wel vind ik dat Gottlieb nogal kort door de bocht gaat als ze het over het singlebestaan heeft. Het is een idee dat ik de laatste tijd wel vaker in de media zie opduiken: dat vrijgezellen ongelukkiger zijn dan mensen die een relatie hebben. Ik ben er zeker van dat ook veel mensen in een slechte relatie zitten, en dat die ongelukkiger zijn dan vrijgezellen. Een relatie is geen garantie op geluk. Bovendien merk ik dat vrouwelijke vrijgezellen gelukkiger worden met hun keuze naarmate ze ouder worden.’ Is verliefdheid dan eerder een vloek dan een zegen? ‘Er is uiteraard niets mis met hopeloos verliefd te zijn. Maar probeer wel op tijd de nevel te laten optrekken. Meer dan één onderzoek heeft al aangetoond dat stevige, langdurige relaties in rechtevenredige verhouding staan met de mate waarin de partners dezelfde dingen willen. En niet willen. Kinderen, bijvoorbeeld. Dat ze het min of meer eens zijn over de woonplaats. Over geld. Seks. De mate van betrokkenheid van de (schoon)familie. Enzovoort. Uiteraard kun je het nooit over alles roerend eens zijn. Maar hoe meer verschillen, hoe moeilijker de relatie. Dat is meer van tel dan een verliefdheid als een blikseminslag.’ Gottliebs pleidooi doet denken aan Joe Jackson en zijn mooie, snikkende nummer ‘Be my number two’. Hoe ging zijn bede alweer? ‘Could you be my number two, me and number one are through. There won’t be too much to do, just smile when I feel blue.’ Intriest, die verzuchting. Of dat dachten we toch. Want nu blijkt hij net de kortste weg naar het geluk, die nummer twee. Mister Second Best. Mister Good Enough. Met boogschietende Cupido’s heeft het dan allang niets meer te maken. Met prinsen en witte paarden evenmin. Met Edward Hopper al helemaal niet. Lori Gottlieb, schrijfster en columniste voor (onder meer al) The New York Times en Time. www.lorigottlieb.com DS, 03-04-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
|||
|
|||
Ik heb een dubbel gevoel bij de vrouw Gottlieb uit het artikel. Perfectionisme (deels), feminisme en liefde (ook deels) zijn een eigen keuze. We kunnen deze gedragingen of gevoelens zelf stimuleren maar ook blokkeren. Als zij niet helemaal alleen thuis wil zitten, moet ze eerst haarzelf veranderen en niet direct het beeld over een partner. Dat ze het op het feminisme steekt, kan ik niet goed hebben. (Blijkbaar hebben wij een heel ander beeld over feminisme.) Feminisme heeft niet direct iets met de liefde te maken. Het is het strijden voor rechtvaardigheid. (Maar ja, het kan zijn dat de man af en toe wat scheldwoorden naar zijn hoofd krijgt geslingerd )
Als zij denkt dat daar het probleem ligt, moet zij zich anders opstellen. Ze moet andere vrouwen niet met dit beeld confronteren want het is een beeld dat niet klopt. Volgens mij is het grootste 'probleem' van deze drie het perfectionisme. Ikzelf ben ook een kleine controlefreak. Ik spreek dus uit ervaring . Het kruipt in alles wat we doen, ook al wil je er tegen vechten. Het is niet altijd makkelijk maar het is doenbaar. Je moet je er eerst bewust van worden dat enkel jij de wereld moeilijker maakt en dat het niet de omgeving is die jouw tegenwerkt. (<= dit op de vlakken waar jij perfectionistisch bent.) Zo ook in de liefde. Nog een laatste ding waar ik het mee oneens ben, is de visie over de liefde in dit artikel. Ik ben normaal niet de eerste persoon waar je zoiets van hoort maar ik geloof oprecht in de ware liefde. Een ware liefde betekent niet dat onze partner perfect moet zijn. Maar het is ook niet dat je een koppel wordt omdat het 'klikt'. Volgens mij is er niets verkeerd aan blijven zoeken. Je moet enkel weten wanneer je zoektocht tot het einde loopt. Ik vraag me af of het wel altijd de juiste keuze is, nummer twee? Als nummer één zo belangrijk is, is hij dan niet het vechten waard? Als ze weet wie ze heeft laten gaan waarvan ze spijt heeft, als dat haar ware Jakob was, dan moet ze terugkeren. Je hebt altijd twee keuzes in het leven. Het makkelijkste is het opgeven en desnoods op iemand anders steken (lees: de feministen) of blijven vechten, het moeilijkste maar het wordt wel het meest beloond. |