|
#1
|
||||
|
||||
De goede moeder
De goede moeder
Elisabeth Badinter, Le conflit. La femme et la mčre. Uitgeverij Flammarion. De Franse filosofe Elisabeth Badinter gooit een forse steen in de feministische vijver. In haar nieuwste boek gaat het over de renaissance van de vrouw als zoogdier en over de ayatollahs van de borstvoeding. Er waait een nieuwe reactionaire wind, waarschuwt Badinter, die vrouwen terug wil hebben waar ze volgens de natuur zouden horen: thuis en zogend. ‘Een goede moeder?' Elisabeth Badinter gaat er even recht voor zitten, steekt nog een sigaret op en lacht. ‘Vrouwen die anno 2010 een goede moeder willen zijn, moeten er 24 uur per dag zijn voor hun kind. Ze geven de baby minstens zes maanden borstvoeding, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie voorschrijft. En je geeft borstvoeding als het kind erom vraagt, niet op tijden die jíj wilt. Moeders moeten ook extreem oplettend zijn, want de gezondheid van het kind wordt natuurlijk bedreigd door allerlei giftige stoffen die in producten en voeding zitten. Het kind mag ook niet te snel naar de crčche, want daar komt het maar in contact met bacteriën. En het is sowieso veel beter om de baby het eerste jaar of de eerste twee jaar gewoon dicht bij de moeder te houden. Kortom: het kind staat voorop. Altijd. Het kind krijgt de absolute prioriteit, de vrouw als mens komt pas daarna, die staat altijd in de schaduw van het kind. Haar eigen ambities verschuiven naar de achtergrond.' En wat is volgens u zelf een goede moeder? ‘Dat is een vrouw die de juiste afstand houdt tot haar kind. Ze is niet te aanwezig en ook niet te afwezig. Aan de ene kant heb je de behoeften van het kind en aan de andere kant zijn er de wensen van de vrouw zelf, haar persoonlijke wensen als mens. Het gaat erom een goed evenwicht te vinden tussen die twee.' In uw nieuwste boek, dat in Frankrijk veel stof doet opwaaien, spreekt u over een ‘stille revolutie'. Zonder dat we het in de gaten hadden, zijn onze opvattingen over het moederschap fundamenteel veranderd, stelt u. Wat is er gebeurd? ‘Je hebt in onze samenlevingen in de jaren zestig een extreme individualisering gezien, egoďsme, hedonisme zelfs. De eigen ontplooiing stond voorop. In de jaren zeventig kregen we de economische crisis, waar vaak vrouwen het eerste slachtoffer van werden: zij werden als eerste ontslagen en zaten dus weer thuis. Hun emancipatiestrijd had blijkbaar niets opgeleverd, was het gevoel. Die crisis zette onze waarden uit de jaren zestig op hun kop. We hebben ons vergist, werd de gedachte.' Dat was een gedachte die misschien vooral bij de kinderen van die generatie leefde? ‘Ja. Jonge feministes zeiden: wat is er nu bereikt? De gelijkheid met mannen is er niet gekomen, we werken buitenshuis maar moeten ook alles doen in huis, onze salarissen zijn niet gelijk aan die van mannen. Met ander woorden, het is mislukt. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig maakte het feminisme daardoor een bocht van 180 graden. Niet het eerlijk verdelen van de taken tussen mannen en vrouwen was nog belangrijk, maar de verschillen tussen mannen en vrouwen kwamen juist weer centraal te staan. Het moederschap werd weer verheerlijkt. Je mocht weer trots zijn op je moederlijke potenties. Ik noem het een achteruitgang, een stap terug in de tijd.' Was het ook, meer persoonlijk, een reactie van dochters op hun geëmancipeerde moeders? ‘Alle meisjes zetten zich af tegen hun eigen moeder. Elke generatie doet dat. En deze meisjes zeiden bij wijze van spreken tegen hun moeders: “jullie wilden alles, maar alles is mislukt. Jullie wilden een carričre, maar er was een glazen plafond. En door toch zo hard te werken heb je niet genoeg tijd aan ons, de kinderen, besteed. Wij gaan het anders doen.” Dat is een normaal proces. De moeders van de jaren zestig zagen kinderen als een deelactiviteit, voor de jonge vrouwen daarna kwam het kind weer voorop te staan. Met de voorbehoedsmiddelen, de pil, was dat ook mogelijk. Daarmee is het nemen van kinderen een bewuste keuze geworden. “Als ik kinderen krijg, dan wil ik dat ook zo goed mogelijk doen”, werd de gedachte van veel vrouwen.' De stille revolutie van de afgelopen dertig jaar bestond er ook uit dat zich een nieuwe ideologie aandiende, schrijft u: die van het naturalisme. ‘Ons wordt tegenwoordig door iedereen voorgehouden dat we terug moeten naar de natuur, dat we de wetten van de natuur moeten respecteren. Het is bio hier en bio daar. Een goed voorbeeld was de Franse staatssecretaris voor Ecologie, een vrouw en moeder, die twee jaar geleden voorstelde belasting te heffen op wegwerpluiers. Het was natuurlijk een klein initiatief, maar wel onthullend: de natuur komt eerst, dan pas de vrouw. Waarom niet werken aan afbreekbare luiers? Daarmee verlicht je de werklast voor vrouwen thuis. In onze maatschappij heeft zich een keihard ecologisch radicalisme genesteld. Vroeger ging het om de vooruitgang, om het voor vrouwen gemakkelijker te maken. Met technische middelen, met wegwerpluiers, met de ruggenprik. En nu zie ik alleen maar achteruitgang. Het is een ideologische verschuiving. Ik zag deze maand zelfs in de krant staan dat er afwasbare en herbruikbare tampons zijn! Vrouwen moeten blijkbaar weer aan het werk zoals hun voorouders, en dat allemaal uit naam van de natuur. Dat is dus achteruitgang. Er gaan ook steeds meer stemmen op om “natuurlijk” te bevallen, zonder ruggenprik. De anticonceptiepil wordt meer en meer gewantrouwd, want die gaat tegen de natuur in, tegen de vrouwelijke cyclus. We moeten tegenwoordig zoveel mogelijk en zo lang mogelijk borstvoeding geven want dat is “natuurlijk” en dus goed.' Borstvoeding is een bijzonder gevoelige kwestie geworden. U presenteert allerlei wetenschappelijke onderzoeken die aantonen dat borstvoeding niet per definitie beter is dan flesvoeding. Waarom gelooft iedereen dan dat borstvoeding te verkiezen is? ‘Ik geloof dat in een land als Noorwegen bijna 100 procent van de vrouwen borstvoeding geeft. 100 procent! Zo'n percentage haal je toch alleen als er enorme morele druk wordt uitgeoefend? De nieuwe moedermoraal, dat naturalisme, zegt ons: de natuur is authentiek, de natuur liegt niet, de natuur is echt. Borstvoeding zou daarom het beste zijn. Ik plaats daar in mijn boek forse kanttekeningen bij.' Badinter haalt trots een knipsel van vorige maand tevoorschijn, waarin onderzoekers van nota bene een Noorse universiteit stellen dat borstvoeding niet of nauwelijks aantoonbaar effect heeft op de gezondheid van het kind. ‘En toch horen we de hele tijd dat het wél beter is voor de baby, van een lobby als de Leche League, die wereldwijd borstvoeding propageert, van de Wereldgezondheidsorganisatie en van onze regeringen. Het zijn nieuwe morele waarden. En voor vrouwen is het een verplichting geworden. Als je niet meedoet, als je geen borstvoeding geeft, dan moet je je schuldig voelen. De samenleving dwingt je om mee te doen. En daar verzet ik me tegen. Ik wil geen dwang. Ik blijf ervoor strijden dat vrouwen altijd zelf kunnen kiezen.' Sommige vrouwen kiezen toch ook bewust voor de moederrol en voor borstvoeding? ‘Ik heb het niet over de vrouwen die tevreden zijn en graag een jaar met hun kind thuis doorbrengen na de geboorte. Ik heb het over de moeders die juist níet thuis willen blijven. Kijk rond in Parijs, dan zie je ze zitten. Het kind speelt in de zandbak, de vrouw zit erbij en verveelt zich dood. De vrouwen die zeggen dat ze na drie maanden het liefst weer aan het werk willen, die hun vrienden weer willen zien, díe vrouwen krijgen dat schuldgevoel opgedrongen. Een vrouw kan nu niet publiekelijk zeggen: ik wil helemaal geen borstvoeding geven, ik geef meteen flesvoeding.' De vroegere Franse minister van Justitie Rachida Dati beviel van een baby en verscheen al na een paar dagen – voor het oog van hordes camera's – weer op een kabinetsvergadering. Is dat het goede voorbeeld? ‘Dat is haar persoonlijke keus. Wie ben ik om te oordelen? Maar ik wil er wel één ding over zeggen, omdat ik dat onaangenaam vond. Ze deed het voorkomen alsof iedere vrouw die het ook echt wil, binnen een week na de bevalling aan het werk kan. En dat is niet zo. Iedere vrouw die een bevalling heeft meegemaakt, weet dat. En Dati had ook nog een keizersnee gehad! Ik was stomverbaasd haar al na een paar dagen op hoge hakken te zien rondlopen.' Terug naar de propaganda en ideologie die vrouwen volgens u dwingen thuis bij het kind te blijven. U komt ook met onderzoeken die aantonen dat nauw fysiek contact tussen moeder en baby, het zogeheten ‘bonding', weinig positieve effecten heeft op het kind. En u waarschuwt voor de gevolgen voor de relatie en seks tussen de ouders. ‘Je ziet het steeds meer, ook in Frankrijk. Kinderen worden elke nacht in het ouderlijke bed genomen en vader moet 's nachts uitwijken naar de bank in de woonkamer als hij wil slapen. Want het is “natuurlijk” om je kind dicht bij je te hebben. Maar een baby verbreekt wel de intimiteit tussen ouders. Natuurlijk, een vrouw heeft de eerste weken of maanden na de bevalling minder oog voor romantiek, minder belangstelling voor seks. Maar dat is tijdelijk. Het is belangrijk dat het liefdesleven daarna weer op gang komt. Ik zeg vaak tegen mijn studenten: denk niet dat een baby een relatie met je partner versterkt. Een baby is juist een bedreiging voor je relatie. Kinderen dwingen je in een rol als vader of moeder. En die rollen staan haaks op die van geliefden of verleiders.' Is dat ‘bonding' ook onderdeel van de stille revolutie? Worden ouders onbewust aangezet dat te doen? ‘Ja zeker, zo'n trend komt toch niet uit het niets tevoorschijn? Ouders wordt door specialisten verteld dat het beter is voor de moeder om met de baby te slapen. Deskundigen vertellen dat het beter voor de baby is om gevoed te worden als de baby daar om vraagt, dus 24 uur per dag. Dan eindigt de vader 's nachts op de bank.' U houdt een ‘reactionaire alliantie' verantwoordelijk voor de nieuwe moederrol. ‘Het nieuwe feminisme, het ecologisch radicalisme, allerlei artsen en kinderspecialisten en ook de Leche League hebben elkaar hierin gevonden. Het is geen bewust complot geweest, maar deze groepen hebben op sommige punten gemeenschappelijke doelen en ze hebben de krachten gebundeld.' En zij hebben ons geďndoctrineerd? ‘Het heeft in de loop der decennia onze opinies beďnvloed. In Frankrijk werd vijfendertig jaar geleden door nog geen 15 procent van de vrouwen borstvoeding gegeven, dit jaar zal dat zo'n 70 procent zijn. Dat is zelfs de officiële doelstelling van de overheid. Het is eigenlijk een ondergrondse revolutie geweest. Want er is nooit een openbaar of politiek debat over gevoerd. Als een jonge vrouw nu in het ziekenhuis komt om te bevallen en er wordt haar verteld over borstvoeding, dan zegt ze: ik doe maar wat de artsen zeggen. Want er is nooit publiekelijk gedebatteerd over de vraag of het goed of slecht is, over wat voor soort moeders we willen.' Verlangt u niet gewoon terug naar de jaren zestig? ‘Nee, niet echt. Ik ben niet nostalgisch. Hoezo?' U betreurt in uw boek dat je als zwangere vrouw niet meer mag roken of drinken. U schrijft dan: ‘wat lijken de jaren zestig ver weg toen we zorgeloos en onbezonnen zwanger konden zijn'. (schatert het uit) ‘Ja, als het daarom gaat: ja! Dan ben ik nostalgisch! Zwanger of niet: je dronk, je rookte, je leefde gewoon door alsof er niets aan de hand was. De Franse wet zegt nu dat je geen druppel wijn mag drinken als je zwanger bent. Dat lijkt me ondraaglijk! Wijn is goed voor je en lekker.' Maar misschien niet zo goed voor de aanstaande baby? ‘We willen tegenwoordig alle risico's mijden. Daarom worden paniekmaatregelen genomen. Maar een glas wijn is iets anders dan alcoholisme. Er zijn miljoenen kinderen geboren van ouders die gewoon alcohol dronken en rookten. En het gaat goed met ze. Weet je, de generatie van na de oorlog kreeg helemaal geen borstmelk en de moeders waren toen helemaal niet voorzichtig, die rookten en dronken ook. Maar het is wel de generatie geweest waarvan de levensverwachting explosief is toegenomen.' U krijgt in Frankrijk felle reacties. ‘Ik weet het. Toen ik in de jaren tachtig schreef over vrouwen en moeders had ik de tijdgeest mee. Nu heb ik ideologisch de wind tegen. Ik ben er al van beschuldigd een onderontwikkelde feminist te zijn. Nou ja, het debat is in ieder geval erg gepassioneerd en dat is goed.' DS, 27-02-2010 (Frank Renout)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |