|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Anti-imperialistisch televisiekijken
Anti-imperialistisch televisiekijken
Latijns-Amerika heeft sinds ruim een week zijn eigen satellietzender, vóór het nieuws uit de regio en vooral tégen het 'westerse cultuurimperialisme'. Een provocatie van de Venezolaanse president Chávez, reageerden politici in de Verenigde Staten. Ze volgen het groeiend zelfbewustzijn in hun 'achtertuin' met argusogen. ’Ons noorden is het zuiden’, zo luidt de leus. Telesur, de eerste continentale satellietzender van Latijns-Amerika moet het informatieve tegenwicht van CNN worden; een regionaal alternatief voor Amerikaanse en Europese mediagiganten. Een niet-commercieel kanaal voor en door Latijns Amerikanen onder het motto: ’Waarom moeten we onszelf steeds zien door de ogen van anderen?’ Alles moet anders bij Telesur. Klassieke presentatrices of goedkope Amerikaanse films ontbreken. Zij hebben plaatsgemaakt voor een indiaanse nieuwslezeres in traditionele kleding en een programma ’Nojolivud’ (No Hollywood) met autochtone cinema. Er moet ruimte komen voor sociaal protest in de regio en het minder florissante nieuws uit de Verenigde Staten, kortom een authentiek Latijns-Amerikaans geluid. Met een studio in Caracas, twintig werknemers, negen correspondenten en tien miljoen dollar moet het lukken een begin te maken met wat heet het ’ontrafelen van het grootgrondbezit in de media’. Het project is zowel uniek als voor de hand liggend. Latijns-Amerika kent een enorme eenheid in taal en cultuur en leent zich dus als geen ander werelddeel voor een eigen gemeenschappelijk kanaal. Toch waren het tot dusver alleen (Noord-) Amerikaanse en Europese zenders als CNN, Fox, de BBC en ook de Nederlandse Wereldomroep die daarvan gebruik maakten in de vorm van Spaans- en Portugeestalige uitzendingen. Wáren, want sinds eind juli is Telesur in de lucht. Initiatiefnemer is niemand minder dan Hugo Chávez, de flamboyante president van Venezuela, die ermee ten strijde trekt tegen het ’westerse cultuurimperialisme’ en voor ’de integratie van de naties en volken van Latijns-Amerika’. Grote voorbeeld is de Arabische zender Al Jazeera, die al jaren vanuit de golfstaat Katar zijn eigen interpretatie laat zien van het nieuws dat de Amerikanen over de regio uitzenden. Zelf financiert Chávez met 2,5 miljoen dollar de startkosten van Telesur. De rest van het geld komt van de Cubaanse leider Fidel Castro en de - linkse - regeringen van Argentinië en Uruguay. De ’integratie van naties en volken’ lijkt daarmee vooral een project van een heel specifiek deel van Latijns-Amerika en dat heeft geleid tot veel wantrouwen. „Alle door de staat gefinancierde media zijn gevoelig voor druk en regeringsstandpunten als de redactionele onafhankelijkheid niet goed is vastgelegd”, zo verwoordt de door Gabriel García Márquez opgerichte Stichting voor Nieuwe Ibero-Amerikaanse Journalistiek de scepsis. De oprichters zijn geen journalisten maar regeringsleiders en het geld komt niet van onafhankelijke financiers maar uit staatskassen. Wie de staatszenders in Cuba en Venezuela bekijkt, weet dat bemoeienis van Chávez en Castro bepaald geen waterdichte garantie is voor een pluralistische programmering. Sceptici stellen angstig vast dat Telesur onderdak heeft gevonden in de gebouwen van Chavez’ propagandazender Canal 8. Directeur van Telesur is de Venezolaanse minister van informatie Andrés Izarra, al trad hij daags voor zijn benoeming af „om de schijn van belangenverstrengeling weg te nemen”. Maar bij de zender zelf halen ze daarover hun schouders op. „Telesur zal totale journalistieke onafhankelijkheid hebben”, zegt een ontspannen hoofdredacteur Aram Aharonián, een Uruguayaanse journalist en al tientallen jaren woonachtig in Venezuela. Hij is niet bang voor censuur of propaganda. „Als Telesur alleen toespraken van Chávez of andere presidenten gaat uitzenden en vol zit met propaganda, dan kijkt er niemand meer.” Net als veel andere Latijns-Amerikanen ziet hij juist de uitzendingen van CNN en Fox als de verspreiders van culturele en politieke propaganda. „Het enige wat we doen is een alternatief opzetten voor de hegemonie van de communicatie-industrie die maar één manier van denken heeft en één boodschap”, zegt Aharonián, die de zender ziet als een instrument in „de oorlog van ideeën”. Ironisch genoeg is een van de financiers, Castro, tegelijk huiverig voor persvrijheid op Telesur. Cuba zendt de programma’s niet rechtstreeks uit, maar slechts een gecensureerde selectie ervan, om kritische onderdelen op tijd te kunnen wegknippen. De uitzendingen, die nog maar vier uur per dag beslaan, hebben vooralsnog vooral een symbolische betekenis. In de eerste plaats voor oprichter president Hugo Chávez. De linkse leider maakt er geen geheim van dat hij zijn Bolivariaanse Revolutie, genoemd naar de bekende bevrijder van Latijns-Amerika Simón Bolívar, wil exporteren naar de rest van het continent. Chávez ziet zichzelf graag als de tegenpool van de Verenigde Staten en de ideologische troonopvolger van de bejaarde Fidel Castro, het ’anti-imperialistische geweten’ van links Latijns-Amerika. De afgelopen maanden heeft Chávez in hoog tempo allerlei internationale organisaties opgericht waarbij hij zichzelf positioneert als de grote leider van de Latijns- Amerikaanse integratie. Eind vorig jaar nam hij het initiatief voor de Gemeenschap van Zuid-Amerikaanse landen. Begin dit jaar richtte hij de ALBA op, een tegenhanger van de ALCA, de door Amerika gewenste vrijhandelszone. Dit voorjaar richtte hij niet minder dan drie samenwerkingsverbanden op in de energiesector: Petrosur, PetroCaribe en PetroAndina, met als spil - uiteraard - Venezuela, dat met een dagproductie van 3 miljoen vaten de meeste olie produceert van allemaal. Het gaat stuk voor stuk om papieren organisaties, maar het gaat Chávez meer om het idee dan om de inhoud. Telesur, net als Al Jazeera met oliegeld gefinancierd, past perfect in deze internationale ambities. Geen beter middel voor je profilering dan een televisiekanaal. Chávez gebruikt in eigen land de media al jaren door zijn zondagse programma ’Aló presidente’, waarin hij urenlang in dialoog treedt met de bevolking. Zijn belang binnen Telesur van 51 procent is veelzeggend: klein genoeg om het een internationaal initiatief te blijven noemen maar net voldoende om er de controle over te houden. En passant vormt de oprichting van het kanaal een fantastische provocatie aan het adres van de Verenigde Staten, een van zijn grootste liefhebberijen. De meerderheid van de regeringsleiders lijkt dan ook nog even de kat uit de boom te kijken om niet ongemerkt voor Chávez’ karretje te worden gespannen. Vooralsnog doen slechts drie van de overige achttien landen in de regio met Venezuela mee, niet-Latijnse landen als Suriname of Belize niet eens meegerekend. Toch is het idee, los van wie ermee gekomen zijn, ook in regionaal opzicht niet zonder betekenis. De nieuwe zender past in het toegenomen zelfbewustzijn van Latijns-Amerika. De regio stelt zich, ondanks de onvermijdelijke economische integratie met de Verenigde Staten, politiek steeds onafhankelijker op van de machtige noorderbuur. Sinds het buitenlandbeleid in Washington wordt definieerd door het internationale terrorisme, is de ’oorlog tegen drugs’ en het tegenwerken van alles wat links is in de Latijns-Amerikaanse ’achtertuin’ op de tweede plaats gekomen. Dat heeft geleid tot emancipatie van het Zuiden. Tekenend daarvoor is de kritische houding ten opzichte van de door Washington bedachte Amerikaanse Vrijhandelszone, in het Spaans afgekort met ALCA, die al dit jaar een feit had moeten zijn. Illustratief was recentelijk ook de eigengereide keus van de meerderheid van de landen voor de Chileense socialist José Miguel Insulza als voorzitter van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Daarmee werd voor het eerst in de geschiedenis de voorkeur van de Noord-Amerikanen genegeerd. De onafhankelijker koers van Latijns-Amerika wordt in Washington met argusogen gevolgd. Chávez wordt er onomwonden afgeschilderd als een gevaar voor de stabiliteit in de regio, Telesur als een regelrechte communistische provocatie. De Amerikaanse reactie op de lancering van de zender was even voorspelbaar als overspannen. Het Huis van Afgevaardigden nam bij wijze van tegenaanval direct een wetsvoorstel aan dat radio- en televisieuitzendingen van een Amerikaanse propagandazender richting Venezuela mogelijk maakt, als ’accurate, objectieve en samenhangende bron van nieuws voor Venezuela’. Sommige Noord-Amerikanen zien Telesur als een bedreiging en de nieuwszender - inderdaad - als onderdeel van een ’oorlog van ideeën’, een opstelling waarmee volgens veel Latijns Amerikanen Chávez en Castro worden bevestigd in hun gelijk, en het nieuwe Telesur in zijn bestaansrecht. Trouw, 08-08-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |