![]() |
|
#1
|
||||
|
||||
![]() Wat we zelf doen… moet beter
Klokkenluiders maken op lange termijn een organisatie sterker, leert het voorbeeld van de Europese Unie. De Vlaamse overheid moet dan ook de juiste lessen trekken uit de zaak-Aernoudt, stelt Marc Hooghe. De Vlaamse overheid cultiveert zorgvuldig het beeld van goed bestuur, of zelfs van 'goed bestuur in het kwadraat'. Dat mooi gepolijst imago werd vakkundig om zeep geholpen door enkele e-mails tussen een Gentse privé-consultant van VLD-signatuur en het kabinet van minister Moerman. In zijn nauwgezette en zeer lezenswaardige studie beschrijft de Vlaamse ombudsman een sfeer van verregaande normvervaging waarbij een loopje werd genomen met de wetgeving op de overheidsopdrachten. De meest frappante vaststelling is wel het gevoel van straffeloosheid dat blijkbaar heerste op het kabinet. Hoewel het hier in totaal om een bedrag ging van meer dan 200.000 euro vond blijkbaar niemand op het kabinet het nodig om de bewijsstukken van de procedure of van de geleverde 'diensten' systematisch bij te houden zodat controle achteraf zo goed als onmogelijk werd. De vergelijking met Charleroi is misschien wat vergezocht: in een grote overheidsadministratie is het onvermijdelijk dat af en toe dergelijke ontsporingen voorkomen. Maar een veel ergere vaststelling is dat het blijkbaar gemakkelijk is dergelijke systemen op te zetten zonder dat er enige vorm van controle kan worden uitgeoefend. Het ontbreken van controle is altijd een open uitnodiging voor wantoestanden en oneigenlijk gebruik van overheidsgeld. Dat de Vlaamse regering in die omstandigheden toch vasthoudt aan een ondoorzichtig financieringsmechanisme voor een megaproject als het Masterplan voor Antwerpen, voorspelt weinig goeds. Individuele gevallen van corruptie zul je nooit helemaal kunnen voorkomen. Wat een overheid wel kan, is een systeem van integriteitsbewaking instellen om zo het risico te beperken. Allicht moet hiervoor een speciale regeling worden uitgedokterd voor kabinetten en voor andere diensten uit de ministeriële hofhoudingen. Een typische opdracht voor kabinetten is immers dat zij soms zeer snel en kort op de bal moeten kunnen spelen, veel sneller dan de administratie dat kan. Maar dat kan uiteraard geen reden zijn om elke controle af te wijzen. Men moet de kat nu ook niet bij de melk zetten, en dat is hier blijkbaar systematisch gebeurd. De afgelopen jaren werden uiteraard al enkele nieuwe mechanismen ontwikkeld, en het werk van de ombudsman en de bescherming voor interne klokkenluiders zijn hiervan de meest sprekende voorbeelden. Toch valt het op dat beide systemen nog met kinderziekten te kampen hebben: de politici zijn er duidelijk nog niet aan gewend dat een onafhankelijke instantie toezicht kan uitoefenen op hun doen en laten. Het ontslag van klokkenluider Rudy Aernoudt was in dit verband dan ook een bijzonder ongelukkig signaal. Officieel heeft dit ontslag uiteraard niets te maken met deze procedure, en als je er alle roddels op naleest, krijg je inderdaad de indruk dat Aernoudt niet altijd een gemakkelijk persoon was om mee te werken. Door zijn ontslag heeft de voltallige Vlaamse regering echter, gewild of ongewild, de indruk gewekt dat klokkenluiders niet welkom zijn. In werkelijkheid zijn dat soort informanten echter juist noodzakelijk om de integriteit van een organisatie te bevorderen. De Europese Unie werkt nu veel transparanter dan tien jaar geleden, en dat is grotendeels te danken aan de moed van de Nederlandse klokkenluider Paul van Buitenen die in 1999 de corruptie onder leiding van toenmalig commissaris Edith Cresson naar buiten gebracht. Ook Cresson bezorgde overigens lucratieve 'onderzoeksopdrachten' aan bevriende privé-personen. De opdracht is nu om erop toe te zien dat ook de Vlaamse overheid sterker kan worden door dit schandaal. Daarbij is de vraag hoe ver het schandaal kan uitdijen. De betrokken minister heeft dus al ontslag genomen en allicht komen er nog strafrechterlijke vervolgingen tegen de individuele verantwoordelijken. Juist door het ontslag van Aernoudt ontstaat echter het risico dat de verantwoordelijkheid ook ruimer kan zijn. De samenloop van omstandigheden is in dit dossier wel bijzonder ongelukkig. Op 16 augustus 2007 heeft de ombudsman zijn voorlopige conclusies overgemaakt aan minister Moerman en op 14 september besliste de Vlaamse regering om Aernoudt op staande voet te ontslaan. De Vlaamse regering moet op dat ogenblik dus geweten hebben dat het onderzoek van de ombudsman de klacht van Aernoudt had bevestigd. De Vlaamse regering moet op dat moment ook beseft hebben dat ze de indruk kon wekken dat de bescherming voor klokkenluiders dan toch niet waterdicht was, zelfs niet bij een terechte klacht. Een dergelijk signaal heeft onvermijdelijk een negatieve weerslag op de verdere uitbouw van een consequent integriteitsbeleid: potentiële klokkenluiders zullen nu wel meer dan twee keer nadenken voor ze naar de ombudsman stappen. De vraag is daarom welke lessen de Vlaamse regering uit dit rapport zal trekken. Het zou al te gemakkelijk zijn om te doen alsof met het ontslag van Moerman de kous af is en we terug naar de orde van de dag kunnen overgaan. Wat we wel kunnen doen, is nieuwe mechanismen ontwerpen om het geschonden vertrouwen te herstellen. De vraag van de Vlaamse ombudsman om ook de transacties van kabinetten transparanter te maken is daarom zonder meer terecht. Wie niets te verbergen heeft, heeft ook geen enkele reden om zich te verzetten tegen transparantie. Als de Vlaamse regering niet zou ingaan op de vraag van ombudsman, wekt ze heel sterk de indruk dat er blijkbaar wel van alles te verbergen valt. Het valt echter te vrezen dat sommige beleidsverantwoordelijken ook juist de verkeerde conclusies zullen trekken uit dit dossier. Toenmalig minister Moerman zei twee weken geleden in het Vlaams Parlement dat ze uit de hele zaak had geleerd dat het beter is je met loyale dan met intelligente medewerkers te omringen. Als ook de andere ministers die les trekken uit de zaak-Aernoudt, dan is dat de slechtst mogelijke conclusie. Loyaliteit is inderdaad noodzakelijk, zowel voor ambtenaren als voor kabinetsmedewerkers, maar die trouw mag nooit zover gaan dat strafbare feiten met de mantel van de partijliefde worden bedekt. Vlaanderen heeft vooral behoefte aan intelligente, integere en kritische ambtenaren en kabinetsmedewerkers. Niemand heeft er belang bij dat dingen die het daglicht niet mogen zien, kunstmatig verstopt blijven. Dat soort geheimhoudingscultuur keert onvermijdelijk als een boemerang terug in het gezicht van de verantwoordelijken. Marc Hooghe is politicoloog aan de KU Leuven DS, 11-10-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
|||
|
|||
Ik heb vorig jaar les gehad van Marc Hooghe, ik zal niet zeggen dat als hij in een put springt ik hem achterna zal springen, maar de man weet wel waar hij over spreekt. Als ik de dingen bekijk vanuit mijn politieke kennis (absoluut niet perfect), volg ik hem wel in zijn visie over dit onderwerp.
|