|
#1
|
||||
|
||||
Neutraal zijn is onmogelijk
Neutraal zijn is onmogelijk
Howard Zinn, Geschiedenis van het Amerikaanse volk, Berchem: Epo, 896 blz., 2007. In zijn standaardwerk Geschiedenis van het Amerikaanse volk bekijkt Howard Zinn de VS door de bril van de underdogs: de zwarte slaven, de arme blanken, de vrouwen en de indianen. Howard Zinn stamt uit een arm gezin in Brooklyn. Zijn eerste boek vond hij op straat en zijn eerste ervaringen in de sociale strijd deed hij op als arbeider van een scheepswerf. In de Tweede Wereldoorlog voerde hij bombardementen uit boven Europa en dat veranderde zijn visie op de oorlog grondig. Dankzij de GI-Bill - studiebeurzen voor veteranen - kon Zinn na de oorlog geschiedenis studeren. Hij werd professor aan het Spelman College in Atlanta, Georgia, een universiteit voor jonge zwarte vrouwen. Daar werd hij actief in de burgerrechtenbeweging. Later, ten tijde van de Vietnamoorlog, speelde hij een vooraanstaande rol in de vredesbeweging. Vandaag neemt de 85-jarige Zinn deel aan vredesbetogingen tegen de oorlog in Irak. Hij is een academicus-activist. Ik ontmoet hem aan de universiteit van Boston, waar hij heeft gedoceerd: een breekbare oude man, maar met het vuur en de overtuigingskracht van een jonge rebel. Als hij later de collegezaal toespreekt, brengt hij de zaal geregeld aan het lachen. Links en toch met gevoel voor humor. U bent oorlogspiloot geweest. Op het eerste gezicht was de Tweede Wereldoorlog een goede oorlog. Klopt dat ook? '(Grinnikt). Dat is een grote vraag! Ja en neen. Ik heb daar heel tegenstrijdige gevoelens over. Ik ben er enthousiast en vastberaden in gestapt. Ik kwam terug met veel twijfels, maar met die ene zekerheid dat een goede oorlog niet bestaat. De oorlogstechnologie heeft een punt bereikt waarop geen enkel politiek probleem nog een oorlog kan verantwoorden, want oorlog komt tegenwoordig neer op het massaal afslachten van mensen en dat staat in geen enkele verhouding tot mogelijk politiek gewin.' Hitler moest toch worden tegengehouden? 'De vraag is of hij op die manier moest worden tegengehouden.Moest het Japanse militaire imperium worden tegengehouden op de manier waarop het is gebeurd? Waren Hiroshima en Nagasaki en het bombardement van Tokio nodig? Was de verwoesting van Dresden nodig? Was het nodig om vijftig miljoen mensen te doden vóór Hitler verdwenen was? Er moest iets gebeuren tegen het fascisme, er moet altijd verzet zijn tegen fascisme en tirannie. De vraag is alleen: welke middelen gebruik je?' Bush zegt dat Saddam Hoessein een nieuwe Hitler was, dat de westerse wereld verwikkeld is in een strijd tegen een nieuw soort fascisme: het islamo-fascisme. 'Irak is nog veel minder te verantwoorden dan de Tweede Wereldoorlog. Niemand had me als jongeman kunnen overtuigen door te zeggen: Saddam is een tiran en daarom moet je naar de oorlog. Hitler was al die landen binnengevallen, maar je kunt niet zeggen dat Saddam Hoessein een bedreiging was voor de rest van de wereld. Het is nu eenmaal gemakkelijker om mensen te overtuigen te vechten in een oorlog, zelfs in een stupide oorlog als die in Irak, als je het kunt voorstellen als een soort morele kruistocht.' U bent academicus en activist. Wordt u ernstig genomen in de academische wereld? 'Het is juist dat de activist zich op het randje van de academische wereld beweegt. Hij wordt vaak met enig wantrouwen bekeken, alsof hij geen echte wetenschapper zou zijn. Het meeste wantrouwen leeft overigens niet bij de collega's, maar bij het bestuur van de universiteiten. Zij willen niet dat hun faculteit politiek actief is. Maar de collega's - of sommigen toch - hebben sympathie voor wat je doet. Anderen vinden dat je wetenschappelijk werk niet helemaal op niveau is omdat je een activist bent. Dat is vooral zo in het vakgebied geschiedenis. Daar zeggen ze vaak: je kunt niet objectief zijn, je kunt niet neutraal zijn als je geëngageerd bent en politieke overtuigingen hebt.' En u zegt: 'Je kunt niet neutraal zijn in een rijdende trein'. 'Ik zeg: neutraal zijn is onmogelijk. Je kunt denken dat je neutraal bent, maar je bent het niet, want als je je afzijdig houdt van de problemen van de dag, dan ben je voor het status quo. Je gaat akkoord met wat er gebeurt.' Uw 'Geschiedenis van het Amerikaanse volk' is geschreven vanuit het standpunt van de underdog, die in andere geschiedenisboeken vaak wordt vergeten. Het boek is in 1980 verschenen. Vindt u het niet vreemd dat het zo lang heeft geduurd voor er zo'n geschiedenis kwam?' 'Ja, het is verbazend. Sommige studies kwamen er dichtbij, werk van progressieve historici en van historici van de arbeidersbeweging. In de jaren dertig werden studies over de geschiedenis van de Verenigde Staten geschreven vanuit een linkse invalshoek. Maar voor mij heeft nooit iemand de Amerikaanse geschiedenis in haar geheel - van Christoffel Columbus tot heden - door een radicale bril bekeken. Een van de redenen waarom ik het boek heb geschreven, was dat ik naar zo'n boek op zoek was en het niet kon vinden. Dus dacht ik: dan doe ik het zelf maar.' U benadrukt in uw boek het talent van de Amerikaanse elite om de andere groepen tegen elkaar uit te spelen en ze zo te neutraliseren. Het patriottisme kwam daarbij goed van pas. 'Het was niet zo moeilijk om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Ze speelden in op de tegenstrijdige belangen van die groepen. Tegen de arme blanken konden ze zeggen: trek westwaarts en je zult gratis of goedkoop grond krijgen. Maar de indianen zaten in de weg. Ze konden natuurlijk niet tegen die arme blanken zeggen wat er zou gebeuren als de indianen verdreven waren, namelijk dat het land zou worden opgeslokt door de spoorwegmaatschappijen en de grond onbetaalbaar zou worden. Het was dus niet zo moeilijk om hen tegen de inheemse bevolking op te zetten. Je kon de arme blanken er ook van overtuigen dat de reden waarom ze arm waren bij de zwarten lag. Het resultaat was geweld van arme blanken tegen zwarten. Werksituaties zijn altijd gespannen. Er is altijd competitie voor banen en als je dus tegen blanken zegt dat zwarten hun job zullen afpakken - net zoals je vandaag zegt dat immigranten hun job zullen afpakken - dan heb je meteen een conflict.' Een opvallend vergeten feit in de geschiedenis van de Verenigde Staten is het verzet van de zwarte slaven. Het lijkt wel of ze hun verschrikkelijke lot passief ondergingen, maar in werkelijkheid zijn er tal van opstanden geweest. 'En slavenoorlogen, ja. Dat gaat terug tot de 18de eeuw. Herbert Aptheker, een marxistische historicus, heeft zijn doctoraat geschreven over slavenopstanden. Er waren er heel veel, maar de geschiedenis is ze vergeten. Slechts enkele grotere opstanden hebben een plaats gekregen in de geschiedenisboeken: Denmark Vesey in South Carolina en Nat Turners opstand in Virginia.' Ook weinig bekend is de grote slagkracht van de linkse beweging rond het begin van de 20ste eeuw: de Wobblies, de anarchisten, de socialisten. In de jaren 1920 en 1930 was Kansas een bolwerk van radicale hervormers. Dat lijkt nu allemaal heel ver af. 'Dat was het hoogtij van het radicalisme in de Verenigde Staten. De bitterste sociale conflicten deden zich eind 19de eeuw voor. De socialistische partij stond toen op het toppunt van haar macht en had afdelingen in heel het land. Meer dan een miljoen mensen lazen socialistische dagbladen en ze verkozen leden van de volksvertegenwoordiging, burgemeesters en Congresleden. Dat is daarna nooit meer gezien. De IWW (Industrial Workers of the World) organiseerde succesvolle stakingen, zoals tegen de bazen van de textielfabrieken in Massachussets. Het waren de hoogdagen van de progressieve beweging. U sprak daarnet al over patriottisme als wapen tegen de progressieven: de Eerste Wereldoorlog was het middel bij uitstek om die progressieve beweging te vernietigen. Het eerste wat het establishment deed, was de leiders van de IWW voor de rechtbank slepen omdat ze zich verzetten tegen de oorlog. De hele vakbondstop werd in de gevangenis gegooid. Bijna duizend leden van de socialistische partij gingen de gevangenis in omdat ze tegen oorlogsdeelname waren. Het was een heel doeltreffende manier om de progressieve en radicale beweging te fnuiken.' Heeft de beweging zich daar nooit van hersteld? 'De progressieve beweging is herrezen in een andere gedaante in de jaren 1930 toen de Depressie eraan kwam. De communistische partij werd toen de leidende linkse kracht. Er was oproer in heel het land, er waren werklozenraden, huurdersraden... Deze radicaal linkse agitatie gaf de aanzet tot de New Deal. Veel Amerikanen denken dat al die hervormingen zoals sociale zekerheid en werkloosheidsuitkeringen er gekomen zijn omdat Franklin D. Roosevelt een man was met een groot hart. Maar Roosevelt voelde zich bedreigd door deze radicale bewegingen, de stakingen en de onlusten. Het was heel wijs van hem om olie op de golven te gieten door de mensen werk te verschaffen, door de jongeren aan een baan te helpen, door huursubsidies en een sociale zekerheid in te stellen. Ja, de jaren 1930 vormden een hoogtepunt in het Amerikaanse radicalisme van de voorbije honderd jaar, naast de eerste jaren na de eeuwwisseling en de jaren 1960.' In de jaren 1960 had je de anti-oorlogsbeweging, de burgerrechtenbeweging en de vrouwenbeweging. U was heel actief in de burgerrechtenbeweging en in de anti-oorlogsbeweging. Hoe komt het dat de vredesbeweging nu zoveel zwakker lijkt? 'De vredesbeweging nu is inderdaad zwakker als je ze vergelijkt met het hoogtepunt van de anti-oorlogsbeweging in de Vietnamtijd, maar niet als je ze vergelijkt met het begin van die beweging toen. Het hangt er dus van af welke stadia je vergelijkt. Vandaag is het moeilijker om een nationale anti-oorlogsbeweging van de grond te krijgen om verschillende redenen. Een ervan is het feit dat de huidige regering veel meedogenlozer is en veel vastberadener om deze oorlog voort te zetten dan welke regering ook in de Vietnamperiode. De controle van het establishment over de media heeft het bovendien moeilijker gemaakt om de bevolking te mobiliseren. Toch wordt de anti-oorlogsbeweging vandaag vaak onderschat. Als je naar de opiniepeilingen kijkt, zie je dat de publieke opinie in de Verenigde Staten is gedraaid: aanvankelijk steunde tachtig procent van de bevolking de oorlog. Nu is zeventig procent tegen de oorlog. Dat is een enorme verandering.' Hebt u enige hoop dat er na de volgende presidentsverkiezingen iets zal veranderen? Hebt u enig vertrouwen in de Democratische kandidaten: Barack Obama, John Edwards of Hillary Clinton? 'Zeker niet in Hillary Clinton! Barack Obama is erg vaag. Hij zou natuurlijk een verbetering zijn, iedereen zou een verbetering zijn in vergelijking met George Bush. Maar zijn probleem is het probleem van de Democratische Partij: de Democraten zijn niet moedig, ze vertrouwen het Amerikaanse volk niet. Ze zijn bang dat ze steun zullen verliezen als ze moedig uitkomen voor hun standpunten. Ze zouden steun krijgen als ze dat wél deden, maar Barack Obama is voorzichtig. Over het algemeen is de geschiedenis van de Democratische Partij geen geschiedenis van moed. Kijk naar het schandelijke gedrag van de Democratische leiders in het Congres. Ze zeggen dat ze tegen de oorlog zijn, maar ze blijven de oorlog financieren. Hoewel meer dan zeventig procent van de bevolking tegen de oorlog is, zijn ze bang voor de kiezer.' DSL, 05-10-2007 (Johan Depoortere)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |