|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Landsregering voor Belg ver weg
Landsregering voor Belg ver weg
Brussel, 7 juni. België kent geen nationale partijen meer. Vlamingen en Walen groeien uit elkaar. „De Franstaligen beslissen niet met wie we in de volgende regering zitten", zegt een Vlaams politicus. De Belgen moeten zondag naar de stembus om een nieuw landelijk parlement te kiezen. Maar landelijke kandidaten zijn er niet. Zelfs de nationale verkiezingen in België zijn regionaal. Alleen de Vlamingen kunnen op de ook in Wallonië populaire premier Verhofstadt stemmen. Bestaat België nog wel? Het is bijna honderd jaar geleden dat de Waalse socialist Jules Destrée zei: „Sire er bestaan geen Belgen.” Toen, in 1912, was dat een revolutionaire uitspraak. Nu is het een constatering. Er zijn Vlamingen en er zijn Walen. Dat hebben ze elkaar soms hardhandig laten weten. De taalstrijd was even Belgisch als de patat frites. Totdat in de jaren zeventig het onderscheid tussen de taalgemeenschappen werd geformaliseerd en het land een federale status kreeg. De bedoeling was dat Vlaanderen, Wallonië én Brussel elk voorzien van beperkte autonomie met elkaar verder zouden samenleven. Maar de bestuurlijke oplossing bleek de beruchte doos van Pandora. In werkelijkheid zijn de drie gewesten steeds meer hun eigen weg gaan zoeken – Vlaanderen voorop. Weinig hebben ze nog gemeenschappelijk. En wat ze nog samen hebben staat afgezien misschien van het nationale voetbalelftal ter discussie. Politiek in België is Vlaamse politiek of Franstalige politiek. Als Johan Vande Lanotte, partijleider van de Vlaamse socialisten, straks na de verkiezingen zou moeten kiezen tussen een socialistische premier uit Wallonië of een christen-democratische premier uit Vlaanderen kiest hij voor de laatste. „De Franstaligen beslissen niet met wie we in de volgende regering zitten”, zei hij deze week. Taal en regio gaat voor hem boven partijkleur. En hij is niet de enige politicus die er zo over denkt. Het landelijk politiek bestuur is voor veel Belgen net zo ver weg als Europa voor het gros van de Nederlanders. Ze vereenzelvigen zich met de politici die Vlaanderen of Wallonië besturen. De minister-presidenten die ertoe doen zijn Yves Leterme, van Vlaanderen en Elio di Rupo, van Wallonië. Pas veel later na hen volgt Guy Verhofstadt, eerste minister van de Belgische federale regering. Landelijke partijen kent België nauwelijks nog. Aan de verkiezingen van zondag doet nog maar één Belgische partij mee: de Belgische Unie/Union Belge. „Stop separatisme”, zegt ze. Bevoegdheden die de afgelopen 25 jaar zijn gedelegeerd aan de regio’s zouden weer terugmoeten naar de federale overheid. Een oproep die nauwelijks aanslaat. Bij de landelijke verkiezingen van vier jaar geleden kreeg de Belgische Unie 0,13 procent van de stemmen. Vlaanderen en Wallonië kennen elk hun eigen partijstelsel. Met de federalisering in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn de meeste partijen ‘gesplitst’. Er zijn Vlaamse socialisten en Franstalige socialisten. Hetzelfde geldt voor de liberalen, christen-democraten en groenen. In de verkiezingscampagne van de afgelopen weken was de liberale premier Guy Verhofstadt, een Vlaming, nog wel eens te zien naast Didier Reynders, de leider van de Franstalige liberalen. Maar dat soort gemeenschappelijke acties zijn eerder uitzondering dan regel. Joëlle Milquet, de voorzitter van de Franstalige christendemocraten, heeft bijvoorbeeld laten weten dat ze best een regering wil vormen zonder de Vlaamse christen-democraten. Het opgedeelde België manifesteert zich ook meer en meer in de economie. Het komt voor dat als de Belgische prins Filip op handelsmissie gaat hij wordt vergezeld door drie delegaties: uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Buitenlandse handel is in België een bevoegdheid van de gewesten. Dat leidt soms tot problemen, erkende de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht vorig jaar. Hij verzuchtte: „België kennen ze in Colombia, Vlaanderen en Wallonië niet.” Economisch gezien lopen Vlaanderen en Wallonië steeds verder uiteen. De cijfers zeggen genoeg. In 2005 groeide de economie in Vlaanderen bijna twee keer zo snel als die in Wallonië. In Vlaanderen is zes procent van de beroepsbevolking werkloos, in Wallonië 16 procent. Vlaanderen is booming, Wallonië is kwijnend. Sinds 2005 werkt Wallonië aan een ‘Marshallplan’ om de economie aan te zwengelen. De regering van het gewest trok hiervoor 1,4 miljard euro uit. Ondernemers die op het van Ryanair bekende vliegveld Charleroi landen worden bij de ingang van de aankomsthal van harte uitgenodigd in Wallonië te komen investeren. Ze kunnen daarbij alle steun van de regionale overheid krijgen. „Bijkomende miljarden veroordelen de Walen tot een coma’’, werd er na de bekendmaking van het plan vanuit Vlaanderen gesneerd. Ondertussen maken Vlaamse politici zich op om na de verkiezingen meer economische bevoegdheden van de landelijke regering naar de eigen regio over te hevelen. Vooral de christen-democraten hameren daar op. Maar ook de socialistische partijleider uit Vlaanderen, Johan Vande Lanotte wil het werkgelegenheidsbeleid naar de regio’s halen. „Wie werkloos is in Roeselare, wordt nu op dezelfde manier behandeld als een werkloze in La Louvière. Die gemeenschappelijke deler is voor geen van beiden goed”, zei hij. Belgische media bestaan niet. Een politicoloog uit Antwerpen – Dave Sinardet – heeft onderzocht hoeveel aandacht er in tv-journaals is voor gebeurtenissen aan de andere kant van de taalgrens: drie procent. Zelfs Franstalige ministers van de Belgische regering krijgen weinig zendtijd op de Vlaamse tv – en vice versa. „De facto is het voor een Vlaamse politicus nuttiger om op zondagmiddag een bezoek te brengen aan het café om de hoek dan aan de studio’s van de RTBF”, schrijft Sinardet in een onlangs verschenen boek (Waar België voor staat). De Vlaamse krant De Standaard en de Franstalige krant Le Soir besloten een tijdje geleden tot een unieke samenwerking. Een maand lang wisselden ze kopij én journalisten uit, in een poging meer ‘de ander’ te weten te komen. Een journalist van De Standaard die meedeed, merkte op een weblog op dat hij voor het eerst in zijn twaalfjarige journalistieke carrière naar Charleroi ging. „Terwijl dat al bij al toch een van de grootste steden van het land is”. Op cultureel vlak is de splitsing al een feit. In de top tien van best verkochte cd’s in Vlaanderen stond vorig jaar slechts één muzikant die ook in de Waalse top tien voorkwam: de Britse zanger James Blunt (‘You’re Beautiful’). Zelfs zanger Tom Barman van de Antwerpse rockgroep dEUS, die wereldwijd succes heeft met Engelstalige liedjes, is amper bekend in het zuiden van België. En de kans dat je een kleuter vindt die de danspasjes kent van K3 is groter in Leeuwarden dan in Luik. Het noorden en zuiden van België zien er ook anders uit. In Vlaanderen heb je fietspaden, in Wallonië nauwelijks. In Franstalig België zijn de palen van verkeerslichten rood met wit gestreept. In Vlaanderen waren ze dat vroeger ook. Tegenwoordig zijn ze geel met zwart. Dat valt meer op, is de officiële lezing. Maar zwart en geel zijn toevallig óók de kleuren van de Vlaamse vlag. Dus die stoplichten, hoor je Franstaligen soms zeggen, zijn gewoon de zoveelste uiting van Vlaams nationalisme. NRC, 7 juni 2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |