|
#1
|
||||
|
||||
Waarheid uit kindermond...
Kinderen filosoferen over Gods almacht en goedheid
door Peter Henk Steenhuis In de vloedgolf in Azië herkenden gelovigen van allerlei snit de vinger Gods. Wreed, vonden veel Nederlanders, maar wie over God praat zal altijd uitkomen bij de worsteling van Gods veronderstelde almacht en zijn overstelpende goedheid. Maakt niet uit of het volwassenen zijn of kinderen. Een van de mooiste voorbeelden daarvan is opgeschreven door Multatuli (1820-1877). In een prachtige passage wijst een ik-figuur zijn zoon erop hoe de Voorzienigheid alles gemaakt heeft. De vogel legt zijn eigeren in zijn eigen nest. De jongen zullen uitkomen tegen de tijd dat er wormpjes en vliegjes zijn om ze te voeden. ,,Dan zingen zij een loflied ter ere van den Schepper die Deszelfs schepselen overlaadt met weldaden.'' De zoon antwoordt: ,,Zingen die wurmen mee, papa?'' Het is onbekend of Multatuli's anekdote stoelt op een werkelijk verhaal of verzonnen is. Maar dat dergelijke, alles ondermijnende vragen gesteld worden, blijkt ook uit het boekje 'Nou ben ik bijna twaalf en ik twijfel nog steeds,' waarin kinderen filosoferen over God. Is God dezelfde als Allah of Boeddha of is hij een meneer die over wolken springt? Is God te vinden in het kleinste kerkje of is hij een ster? En, variërend op Multatuli: Is God te herkennen in de natuur, en als dat zo is, is hij dan ook de God van alle schepselen? De elfjarige Dana betwijfelt dat laatste. ,,Ik geloof niet in God. Maar als hij een plaatsje bij mij heeft, dan merk ik daar niks van. Waarom gaan er mensen of dieren dood of worden heel ziek? Ik had een lieve kater, die nu dood is. Hij is overreden door een auto. Hij is wel een dier maar ik gaf wel om hem. Waarom deed God daar niks aan? Ook daarom is er geen plaats voor God.'' In 'Nou ben ik bijna twaalf en ik twijfel nog steeds' schrijven kinderen tussen 8 en 15 over hun ervaringen met God en geloof. Het boekje is verschenen ter gelegenheid van de Erasmusprijs. Kinderen hebben vragen voorgelegd gekregen die bij mensen opkomen als er iets bijzonders gebeurt. Bestaat toeval of wordt alles van bovenaf geregeld? Of zoals Annemoon van 7 zich afvraagt: ,,Waarom geloven sommige mensen in God, maar ze hebben hem toch nooit gezien?'' [Recensie van: "Nu ben ik bijna 12 en ik twijfel nog steeds" (Aut. onbek.)] Trouw, 7 februari 2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |