|
#1
|
||||
|
||||
Studie lijdt onder job
Studie lijdt onder job
Gemiddeld 50 dagen per jaar hebben studenten vorig jaar gewerkt. Ze doen dat niet alleen voor en na, maar ook steeds vaker tijdens de lesuren. ‘Probeer maar eens een student in je bureau te krijgen om zijn masterproef te bespreken’, zegt Yves Stevens, professor sociaal recht aan de KU Leuven. ‘Het is een gepuzzel. “Sorry professor, die dag moet ik gaan werken. En twee dagen later? Dan eigenlijk ook.” Ze geven voorrang aan hun werk.’ Volgens Stevens steken studenten te veel tijd in jobs. De jaarlijkse studentenstudie van hr-dienstverlener Randstad, een bevraging bij duizend studenten tussen 15 en 30 jaar, lijkt hem gelijk te geven. ‘Vier op de vijf studenten werken. Gemiddeld doen ze dat 50 dagen per jaar’, zegt Elin De Vits, woordvoerster van Randstad. ‘Dat is zeven dagen meer dan het jaar ervoor. De stijging zit vooral bij studenten die ook werken buiten de zomervakantie, doorheen het schooljaar dus.’ Zeventien procent van de studenten werkt ook tijdens de lesuren en moet dus (noodgedwongen) spijbelen. Verdringing De regels rond studentenwerk zijn de afgelopen jaren behoorlijk versoepeld. Sinds vorig jaar mogen studenten 475 uur per jaar werken in plaats van de vroegere 50 dagen. Voor werkgevers zijn ze interessante werkkrachten, omdat ze voor hen maar 5,42 procent sociale lasten moeten betalen. Maar voor Randstad is de limiet bereikt. ‘Een kwart van de studenten geeft aan dat hun job een negatieve invloed heeft op de studieprestaties’, zegt De Vits. ‘Bovendien dreigt er verdringing: studenten dreigen laaggeschoolden weg te concurreren als ze nog meer uren zouden mogen werken.’ Randstad wil niet weten van nog flexibelere regels. ‘Terecht’, zegt Stevens. ‘Het zou een goed idee zijn om die 475 uur afhankelijk te maken van je studie-efficiëntie. Iemand die voor alles gebuisd is omdat hij zoveel studentenjobs doet: waarom zou je die laten doorwerken?’ Een idee dat moeilijk haalbaar is, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). ‘We moeten onze jongeren ook opleiden tot zelfstandige mensen die zelf kunnen beslissen of ze een studentenjob doen of niet. Werken als student heeft wel degelijk ook voordelen: uit studies blijkt dat het je sneller aan werk helpt na je opleiding.’ DS, 25-06-2018 |
#2
|
||||
|
||||
De hamsterende student
De hamsterende student
Nooit hebben studenten zoveel gewerkt als afgelopen jaar. Bijna 80 procent heeft een studentenjob, gemiddeld werken ze vijftig dagen per jaar. Het geld gaat naar vakanties en – opvallend – naar het spaarboekje. Dat Belgen levende spaarvarkens zijn is geweten. Dat zelfs de studerende jeugd gaat werken om hun spaarboekje aan te dikken is verrassender. 72 procent van de studenten spaart een vierde van zijn loon, blijkt uit een bevraging van duizend studenten door Randstad. Dat is meer geld dan dat er gaat naar uitgaan, kleding, smartphones, muziek of hobby’s. ‘Studenten werken vooral voor het geld en voor zichzelf’, zegt Elin De Vits, woordvoerster van Randstad. ‘In vergelijking met Nederland moeten ze weinig zelf betalen, voor hun studies. Met het geld dat ze verdienen kunnen ze hun eigen ding doen.’ Droom stuikt ineen Uit de cijfers blijkt dat het meeste zuurverdiende geld naar vakantie gaat, met de spaarrekening als goede tweede. Stijn Baert, professor arbeidseconomie aan de UGent schrikt niet van deze cijfers. ‘Dat de Belgen zo veel sparen heeft te maken met twee zaken: de afkeer voor risico’s en de baksteen in de maag. Belgen willen liever niet te gek doen en hebben graag een eigen huis. Die mentaliteit wordt doorgegeven aan de kinderen.’ Toch lijkt ook de groeiende onzekerheid over de toekomst een rol te spelen. ‘Veel onderzoeken wijzen erop dat jongeren steeds angstiger aankijken tegen de toekomst. De jongeren van vandaag hebben het beter dan alle andere mensen die ooit geleefd hebben. De welvaart en het aantal mensen dat hogere studies begint waren nog nooit zo hoog. Maar onderliggend sluimert de onzekerheid over de duurzaamheid van die welvaart’, zegt Rogier De Langhe, economiefilosoof aan de UGent. ‘Studenten merken dat steeds minder mensen een vaste job of partner hebben. De woningprijzen zijn verdubbeld, ten opzichte van de vorige generatie. De droom van huisje-tuintje-boompje wordt stilaan onhaalbaar. Jonge mensen worden er zich steeds meer van bewust dat ze op zichzelf aangewezen zijn. Dat blijkt ook uit het pensioensparen. De toegenomen vergrijzing en de staatsschuld zorgen ervoor dat niemand nog weet of ze ooit een pensioen van de staat zullen krijgen. De studenten van nu zullen 50.000 euro pensioen minder krijgen dan de generatie die in 1970 werd geboren. Ze zullen meer moeten bijdragen dan ze terugkrijgen’, aldus De Langhe. Dat het pensioennegativisme het sparen versterkt, zegt ook Stijn Baert. ‘Het appeltje voor de dorst wordt steeds belangrijker. De overheid zou meer duidelijkheid moeten brengen over de toekomst van de pensioenen.’ Studeren om te werken Vier op de vijf studenten hadden afgelopen jaar een studentenjob. Een vierde van de studenten zegt dat zijn studieresultaten daaronder lijden. Maar is werken om te sparen dan wel een goed idee? Yves Stevens, professor sociaal recht aan de KU Leuven, vindt dat de aandacht opnieuw naar het studeren moet. ‘Vandaag werken studenten op alle momenten van de dag, les of geen les. De studiekansen zouden in relatie moeten staan met studie-efficiëntie.’ De Langhe vindt zelfs dat er een ‘overconsumptie’ is in het hoger onderwijs. ‘Studenten doen makkelijk zes jaar over een vierjarige opleiding.’ Arbeidseconoom Baert denkt daar anders over: ‘Onderzoek wijst uit dat studentenarbeid een positief effect heeft op de kansen op de arbeidsmarkt. Wie al werkte als student, vindt sneller een job met een hoger loon. Het positieve effect hangt wel af van de intensiteit van de studentenjob en de focus op de studie. Er is pas een probleem als studenten werken belangrijker gaan vinden dan hun studies.’ DS Avond, 25-06-2018 (Emma Van Zundert) |