De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) heeft de Vlaamse regering een aantal voorstellen overgemaakt om de lage slaagcijfers in het hoger onderwijs aan te pakken. De adviesraad pleit voor een snellere opvolging van studieresultaten, gekoppeld aan betere begeleiding en een heroriëntering.

De Vlor wijst erop dat studenten die in het eerste academiejaar een laag studierendement vertonen, langer over hun studies blijken te doen en een aanzienlijke kans op drop-out vertonen. Daarom bepleit de adviesraad een degelijk studieadvies na het eerste semester. Dat kan hen al aanzetten om na te denken over studiemethode en studiekeuze, klinkt het.

Daarnaast zou de regering volgens de Vlor moeten onderzoeken of decretaal kan worden ingeschreven dat onderwijsinstellingen de mogelijkheid moeten hebben om studenten met zwakke studieresultaten al na het eerste bachelorjaar ‘remediëring en heroriëntering’ op te leggen, iets wat de KU Leuven al beslist heeft.

Nu wordt het decreet zo geïnterpreteerd dat bindende voorwaarden pas opgelegd kunnen worden na het eerste academiejaar en enkel betrekking hebben op het studierendement van het tweede academiejaar in dezelfde opleiding.

Geen 50 maar 60 procent

Universiteiten en hogescholen kunnen reeds maatregelen opleggen als studenten geen studierendement van 50 procent behalen na een academiejaar. De Vlor vraagt de grens op te trekken naar 60 procent. Cijfers tonen immers aan dat eerstejaarsstudenten met een studierendement van 60 procent aanzienlijk meer kans maken om het bachelordiploma in vier jaar te halen dan studenten met een rendement van 50 procent.

In een reactie beaamt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) het belang van goede begeleiding en tijdige heroriëntering. Het voorstel tot uitbreiding van de mogelijkheden om bindende voorwaarden op te leggen na het eerste jaar vindt Crevits ‘positief. De minister wil ook de suggestie van de Vlor bekijken om nog sneller in te grijpen, bijvoorbeeld met begeleidende maatregelen na één semester.

Het debat over de flexibilisering van het hoger onderwijs en de langere studieduur kwam vorige maand opnieuw in de actualiteit na een voorstel van de KU Leuven om zwaar gebuisde eerstejaarsstudenten te verhinderen hun opleiding voort te zetten. De KU Leuven besliste ondertussen om de regel in te voeren. De Vlor beklemtoont overtuigd te zijn van de meerwaarde van de flexibilisering.

bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20141210_01423117
datum: 11 december 2014

eigen mening: Ik vind dit heel goed nieuws. Op de hoge school hoort het niveau ook hoger te liggen dan op de middelbare school, heel logisch. Voor sommige leerlingen is deze overstap van middelbaar naar hoger wel heel moeilijk. Daarom vind ik het geweldig dat deze leerlingen nu beter begeleid zullen worden. Sommige leerlingen hebben een klein duwtje in de rug nodig om in gang te schieten. Dat ze leerlingen die dit nodig hebben nu sneller in het oog willen houden vind ik dus een goede regel. Het kan de slaagkansen van sommige leerlingen zeker bevorderen en dat vind ik wel nodig. Iedereen wil graag slagen natuurlijk.

Ik vind het een goed idee om studenten sneller en beter te heroriënteren. Ze kosten echter massaal veel geld aan de maatschappij. Een studie-efficiëntie van meer dan 60% vind ik toch de norm. 50% vind ik te zwak. Als ze minder scoren dan deze richtlijn, moeten ze volgens mij stoppen. Ze hebben echter een herkansing gekregen met de herexamens, als ze dan nog geen 50% halen dan is het een teken dat de richting te zwaar is. Ik sta dus volledig achter het voorstel van de Vlor. Ik hoop dat de ministers van onderwijs dit voorstel gaan volgen.

Ik ben ook zeker en vast voorstander van een snellere opvolging van studieresultaten, gekoppeld aan betere begeleiding en een heroriëntering. In sommige middelbare scholen worden leerlingen nog heel sterk gestuurd en begeleid. In het hoger onderwijs valt deze begeleiding voor een groot deel weg. Het is dan ook logisch dat niet alle studenten erin slagen om meteen zelfstandig te studeren en zelf hun studietijd te plannen en te organiseren. Het is belangrijk dat studenten niet na een academiejaar, maar ook tijdens het schooljaar opgevolgd worden. Misschien hebben studenten een verkeerde studiekeuze gemaakt? Het is dan van belang dat hier meteen op wordt ingespeeld, zodat de student nog de kans krijgt om in datzelfde jaar aan een andere opleiding te beginnen.