|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
We zijn gelukkig maar bang voor de toekomst
We zijn gelukkig maar bang voor de toekomst
De Vlamingen zijn gelukkig en tevreden en de economie groeit, maar ze vrezen dat dat geluk niet zal blijven duren. Dat staat te lezen in het jaarboek met de Vlaamse regionale indicatoren. 'De Vlaamse regering mag zich vooral niet wentelen in zelfgenoegzaamheid', waarschuwde Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) bij de voorstelling van het statistisch jaarboek waarin cijfermateriaal over alle mogelijke aspecten van Vlaanderen is bijeengebracht. De kern ervan is een jaarlijkse representatieve enquête bij de bevolking. Eén grote constante is hun algemene tevredenheid, die bovendien sterk is toegenomen. In 2000 was bijvoorbeeld maar 88,7 procent tevreden over de contacten met de huisgenoten; in 2006 was dat al 96,7. Ook over familie en vrienden, werk en woning en zelfs levensstandaard zijn negen Vlamingen op de tien tevreden. De gezondheid baart dan weer zeventien procent zorgen. Slechts een op de vijf heeft tijd te kort; in 2000 was dat nog een op de vier. Twee derde slaat minstens wekelijks een praatje met de buren en ontmoet vrienden. Jongeren en hogeropgeleiden hebben minder contact met de buren en meer met hun vrienden. Een Vlaming op de twee is actief in een vereniging, een op de vier in meer dan een. De onderzoekers stellen ook dat de jeugd van tegenwoordig minder individualistisch is dan die van een generatie geleden. Toch is nog altijd een Vlaming op de vier het eens met stellingen als 'Iedereen moet eerst voor zichzelf zorgen en zijn eigen belang verdedigen'. Bij de lagergeschoolden is dat bijna een op de twee; bij de universitair opgeleiden amper een op de tien. De Vlamingen mogen nog zo tevreden zijn over hun leefwereld, andermaal blijken ze bijzonder ongerust over de toekomst. Driekwart verwacht binnen de tien jaar een groter verschil in de inkomens. Twee derden denkt dat de volgende generatie financieel een stapje terug moet zetten, en dat er meer mensen sociaal uitgesloten zullen worden. Nog niet een op de vijf verwacht dat het leefmilieu erop verbetert en de voeding gezonder wordt. De maatschappelijke problemen waar we van wakker liggen, zijn niet helemaal de thema's van de politieke wereld. Zoals de overheidsschuld, die maar door 3,6procent als een probleem wordt beschouwd. Tien jaar geleden was dat 9,3 procent. Milieuvervuiling maakt een duik van 39,7 in 1996 naar 25,6 in dit onderzoek. Dat dateert van het voorjaar 2006, dus vóór de hittezomer en de warme winter en vóór de klimaatfilm van Al Gore uitkwam. De bezorgdheid over de werkloosheid daalt in dezelfde periode van 52,8 naar 31,7. Het druggebruik bij jongeren is voor 35,7 procent een probleem, maar in 1996 was dat nog 41,6. Maar hét probleem dat Vlaanderen kopzorgen baart, is het wegvallen van normen en waarden. Alleen jongeren en laaggeschoolden hebben daar minder last van. Opvallend: de spanningen tussen Vlamingen en Walen zijn amper voor 8,9 procent een belangrijk probleem. Vreemdelingen zijn dat voor 24 procent, ongeveer zoveel als er voor het Vlaams Belang stemmen dus, en een kwart meer dan in 1996. Toen was amper 18,4procent bezorgd om racisme, nu is dat al de helft meer. Hoofdopdracht voor het beleid moet de gezondheidszorg zijn, vindt niet minder dan 96 procent. Bijna evenveel Vlamingen zien beleidsprioriteiten in de levensstandaard van de ouderen, de controle van de prijzen en de steun aan studenten uit gezinnen met een laag inkomen. En - opvallend - milieuwetten opleggen aan de industrie. De levensstandaard van werklozen vindt amper 53,1 procent belangrijk. In 1997 vreesde nog meer dan tachtig procent zijn job te verliezen. Dat aantal is intussen meer dan gehalveerd. www.vlaanderen.be/vrind DS, 07-07-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |