|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
De mens als supermacht voor het milieu
Voor klimaatalarmist Hamilton is de mens de supermacht die het milieu moet herstellen
Er sneuvelen dit jaar weer tal van warmterecords. Naast genietbaar is het ook verontrustend. Als we daarover willen nadenken, hoe moet dat dan? Trouw portretteert toonaangevende klimaatdenkers. Aflevering 4, slot: Clive Hamilton. De gezaghebbende Australische politiek denker, econoom en klimaatexpert Clive Hamilton is niet de makkelijkste gespreksgenoot voor journalisten. Filosoof en eindredacteur van Filosofie Magazine Florentijn van Rootselaar ondervond dit onlangs toen hij Hamilton interviewde – via Skype, want de klimaatalarmist probeert te leven naar zijn leer en vliegt daarom bijna niet meer. Toen Van Rootselaar Hamilton vroeg of de term Antropoceen wel de juiste benaming is voor ons tijdperk, iets waar internationaal veel discussie over is, werd de denker al snel ongeduldig en zei: “Dat heb ik nu al zo vaak uitgelegd. We moeten geen tijd meer verspillen aan dit postmoderne geneuzel.” Het is voor Hamilton niet zomaar een ergernis. Het begrip Antropoceen – het tijdvak waarin de mens de meest bepalende geofysische kracht op aarde is geworden – staat centraal in zijn laatste klimaatboek, onlangs in het Nederlands verschenen als ‘De provocerende aarde. Het lot van de mens in het Antropoceen’. Het allerdomste Denkers die er plezier in lijken te hebben om andere benamingen voor ons tijdvak te bedenken, krijgen er stevig van langs. De feministisch georiënteerde Donna Haraway oppert meerdere alternatieven, onder meer Kapitaloceen (al het kwaad zou immers van het kapitalisme komen). Zij speelt volgens Hamilton geen vrijblijvend spelletje met deze ‘terminologische incontinentie’. Want als je wetenschappelijke inzichten op deze manier blijft ‘contextualiseren’, ben je onbedoeld bezig om het harde en gedegen werk van diezelfde wetenschap te ontkrachten en help je maar één groep: degenen die klimaatverandering ontkennen. En dat is volgens Hamilton wel het allerdomste wat we kunnen doen; over de gewiekste strategieën van klimaatsceptici schreef hij eerder het genadeloze boek ‘Requiem for a Species’ (2010). Hamilton is zo stellig omdat hij een missie heeft: de aarde redden als woonplaats voor de toekomstige mensheid, voor zover dat nog kan. De eerste stap die we moeten nemen, is volgens Hamilton dat we zonder voorbehoud erkennen welke unieke rol we als mensheid spelen. Hiermee gaat hij lijnrecht in tegen een groeiende groep hedendaagse denkers die juist moeite hebben met het antropocentrisme, ofwel met de mens een centrale rol geven. Een wezentje Het is, vindt ook Hamilton, best begrijpelijk dat we het nogal lastig vinden om te bevatten wat er aan de hand is, legt Van Rootselaar uit. “De aarde bestaat nu zo’n 4,5 miljard jaar. Sinds 3,8 miljard jaar is er leven op deze planeet. Homo Sapiens, de mens zoals wij die kennen, is er pas 200.000 jaar. En dit wezentje, dat volgens velen maar onbetekenend is, oefent sinds 1945 een invloed uit op de aarde zoals geen enkele levensvorm ooit gedaan heeft. Tot nu toe waren er wel andere krachten die het aardesysteem op dezelfde schaal beïnvloedden – zoals vulkanen en inslaande asteroïden – maar er waren nooit eerder levende organismen die dat deden. Dát is het essentiële verschil, dat de mens als wezen zo’n unieke kracht maakt. Of zelfs: een macht, een supermacht.” De mens als supermacht? Jazeker, want de mens bevat als ‘natuurkracht’ iets ‘radicaal afwijkends’ ten opzichte van alle andere fysische natuurkrachten, schrijft Hamilton: het element van de wilskracht. Die woorden ‘macht’ en ‘wilskracht’ lijken een soort controle te suggereren, maar daar is uiteraard geen sprake van. Hamilton gelooft niet in de utopieën van geo engineers, technische oplossingen als antwoord op klimaatverandering. Hij wil ons enkel laten zien dat de geofysische kracht die de mens in bizar korte tijd geworden is, het complexe aardesysteem aan het doordringen is, wat de werking ervan nog onvoorspelbaarder maakt. Hij schrijft: “De onzekerheid over hoe deze nieuwe kracht zich zal gedragen, vormt de voornaamste reden voor de bonte variatie aan voorspellingen over de opwarming van de aarde in de 21ste eeuw.” Uit haar sluimer Denker des Vaderlands René ten Bos: “De belangrijkste bewering in Hamiltons laatste boek is dat we nog steeds niet goed in staat zijn de enorme impact van de mens te doorgronden. We durven het antropocentrisme als wetenschappelijk feit niet aan. Het is alsof we een wezen zijn dat langzaam en nog allesbehalve zeker begint te merken hoe machtig het is en wat het in al deze macht teweeg heeft gebracht, ook al dringt de boodschap nog steeds niet overal door.” En wat heeft dat wezen, de anthropos, nou precies gedaan? Ten Bos: “Het heeft, zou je met een verwijzing naar Kant kunnen zeggen, de aarde of de natuur uit haar sluimer gewekt. Hamilton zelf gebruikt dit beeld: waking from its slumber. Mensen zijn machtiger, iets wat ons een collectief soort verantwoordelijkheid geeft, waarvan we de consequenties nog lang niet genoeg hebben doordacht. Maar – en dit is fundamenteel – de natuur is door onze eigen macht ook machtiger geworden. Gaia zelf is woedend geworden. We gaan, met andere woorden, een wereld van boze zomers tegemoet. Het is niet anders. Die boosheid vereist ongekende wetenschappelijke en filosofische inspanningen.” Terwijl Ten Bos Hamilton typeert als een raspessimist en hem daarom ook extra waardeert, ziet Van Rootselaar ook elementen in Hamiltons werk die een vorm van troost en inspiratie kunnen bieden. Dat zit hem vooral in het grotere filosofische verband dat de Australiër weet aan te brengen in zijn op zich weinig opbeurende boodschap. Het is een ‘bijna bijbels’ verhaal over de mens op aarde, zegt Van Rootselaar. Volgroeide puber “In de vroegste tijd was de natuur volgens de mens bezield. Mijnwerkers hadden vroeger zo’n huiver om de aarde te schenden, dat er allerlei rituelen bestonden om die angst te bezweren. Die huiver verdween met de Verlichting, die zo’n vierhonderd jaar geleden begon. Kant schreef dat de mens zichzelf ging bedienen van zijn eigen verstand, om daarmee vrijheid te verwerven. Die vrijheid plaatste men tegenover de onvrijheid van de natuur. De natuur werd immers gedomineerd door causale wetmatigheden. De vrije mens kon nu de onvrije, zielloze natuur ongeremd naar zijn hand zetten en exploiteren. “Hamilton ziet dat moment als een soort adolescentie, de ontluikende volwassenheid van de mens. Nu – in het Antropoceen – loopt de volgroeide puber als het ware tegen de grenzen aan van zijn ongeremde gedrag. De aarde reageert op een onwelkome manier.” Zo bezien is het omarmen van het antropocentrisme geen ijdel gedoe en ook geen post-christelijk complex waarbij de mens zichzelf ten onrechte in het middelpunt plaatst, maar een beslissende stap op weg naar volwassenheid. Van Rootselaar: “De aarde en de mens zijn als twee superkrachten tegenover elkaar komen te staan. Het is niet makkelijk om dit in te zien. Religieuze mensen willen er veelal niet aan omdat ze het hovaardig vinden om de mens zo belangrijk te maken. Aanhangers van ‘het groene geloof’ willen de mens doorgaans ook niet zo centraal stellen. Ze erkennen weliswaar dat de mens veel kapot heeft gemaakt, maar verder zeggen ze graag dat de mens maar eens een toontje lager moet zingen. Hamilton zegt: de mens is belangrijker dan hij zelf wil zien en als je dit ontkent, ontken je je eigen verantwoordelijkheid.” Schemerlichtsituatie De aarde en de mens zullen het met elkaar moeten doen, als een echtpaar dat in staat van oorlog verkeert, maar niet kan scheiden. “De mens kan niet buiten de aarde. Maar de aarde is volgens Hamilton ook afhankelijk van de mens. Sommige groene denkers worden enthousiast van het idee dat de mens zou uitsterven, want dan kunnen de aarde en de natuur eindelijk weer ongestoord hun gang gaan. Zo niet Hamilton, want volgens hem is het menselijke perspectief uniek en waardevol: het geeft betekenis aan de aarde.” En zo biedt de pessimistische Hamilton volgens Van Rootselaar toch een vorm van hoop, zelfs als we afstevenen op ‘een schemerlichtsituatie’, die de Australiër met Kafka omschrijft als ‘een snelrechtbank met eeuwigdurende zitting’. Eerder bekritiseerde Hamilton het westerse consumentisme, dat met een onafgebroken zucht naar beter en meer enkel tot leegte en ontevredenheid leidt. Nu kan misschien juist het beklemmende perspectief van onze fragiele planeet ons opnieuw laten nadenken over onze rol als aardbewoners. Van Rootselaar: “Als antwoord op leeg consumentisme en nihilisme kan een hernieuwde band met de aarde voor nieuwe zingeving en bezieling zorgen. Dat is niet enkel een kwestie van offers brengen en alles wat het leven fijn maakt afzweren. We zullen ons volgens Hamilton wel over de aarde móeten ontfermen en als we dat doen, zal dat betekenisvol zijn. Zijn werk kan helpen bij de sensibilisering die nodig is om ons gevoelig te maken in onze nieuwe rol als mens in de wereld.” Trouw, 16-10-2018 (Marc van Dijk) |