actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Human Interest > 1914-1918
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 29th July 2014, 15:55
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Wereldoorlog I

Het is de eerste dag van de oorlog en alles is rustig

Marc Reynebeau


Op 28 juli 1914 weet niemand in België dat die dag de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog. Een week later zullen Europa en ook België in vuur en vlam staan.


Een fait divers. Dat is wat, wanneer juli 1914 naar zijn einde loopt, de meeste Belgen denken over de moord op aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije net een maand eerder, op 28 juni 1914 in Sarajevo. Zo denken ook de meeste Europeanen daarover. Of het is wat ze ervan willen denken, want het is vakantie voor de weinigen die daarvoor het geld en de tijd hebben en voor hen die meebeslissen over oorlog en vrede.

Al is er plots toch reden tot ongerustheid. Op 23 juli stelt Oostenrijk-Hongarije in een ultimatum een reeks erg scherpe eisen aan zijn kleine zuiderbuur Servië. Wenen meent, niet ten onrechte, dat Servië mee verantwoordelijk is voor de aanslag in Sarajevo. Omdat de Serviërs niet op alle Oostenrijkse eisen ingaan – al antwoorden ze positief op de meeste ervan – verklaart Wenen Belgrado op 28 juli de oorlog. Op dat moment kan nog niemand zich er wat bij voorstellen, maar 28 juli 1914 zal de dag blijken te zijn waarop feitelijk de Eerste Wereldoorlog begint.


In ons belang

Ze menen het daar in Wenen. En het machtige Duitsland maant zijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije allerminst tot matiging aan, integendeel. Baron Eugène Beyens, de Belgische ambassadeur in Berlijn, stelde het twee dagen eerder nog scherper in een bericht aan Brussel. Volgens hem is het ultimatum onredelijk en voert Wenen er slechts mee uit wat in Berlijn is bekokstoofd. En de Duitsers, zo laat Beyens uitschijnen, hebben niet alleen een regionaal conflict in de Balkan in het achterhoofd. Ze denken meteen aan een grote Europese oorlog: het is nu het moment om toe te slaan, nu de Fransen nog geen zware artillerie hebben, de Russen hun spoorwegen aan het reorganiseren zijn en de Britten de handen vol hebben met de Ierse roep om zelfbestuur.

Beyens noemt die landen omdat alle Europese grootmachten via allianties aan elkaar zijn geklonken: Rusland, de beschermheer van Servië, met Groot-Brittannië en Frankrijk in de Triple Entente, Duitsland in de Triple Alliance met Oostenrijk-Hongarije – en met Italië, maar daar wordt weinig rekening mee gehouden. Wie dan aan één draadje trekt, brengt een kettingreactie van wederzijdse veiligheidsgaranties en bondgenootschappen op gang, waardoor een lokaal conflict veel ruimere proporties krijgt.

In de zeer katholieke en conservatieve elite van België liggen de sympathieën voor de hand. Die gaan zo al in Duitse richting en in dit geval heerst de overtuiging dat Wenen inderdaad maar niet met zich moet laat sollen. De katholieke politicus Charles Woeste meent dat ‘de gruwel’ van Sarajevo een streng ultimatum rechtvaardigt.

Pragmatischer is de even katholieke krant Le Vingtième Siècle. Zij hoopt dat Servië alsnog op het ultimatum zou ingaan, omdat dat ook ‘in ons belang’ is, het Belgische. Het besef bestaat dus dat België, hoe neutraal en ongebonden ook, wellicht niet aan geweld zal ontkomen zodra een grote Europese oorlog uitbreekt.


Overkoken

Tot dan toe verliep juli 1914 vrij rustig. Dat verandert met het Oostenrijkse ultimatum en de daaropvolgende oorlogsverklaring aan Servië. De angst groeit dat de internationale spanningen weleens zouden kunnen overkoken. Overal in Europa steekt het patriottisme op en komen nationalistische betogers op straat. In verschillende Europese hoofdsteden gaan echter ook de pacifisten massaal betogen.

Zeker in de socialistische partijen heerst een uitgesproken antimilitarisme. De sociaaldemocratie is nergens aan de macht, maar waar ze niet politiek wordt vervolgd, wint ze sterk aan belang. Dat is onder andere in Duitsland zo, waar de keizer denkt dat legerdienst helpt om die lui met militaristische discipline weer in het gareel te dwingen.


Protestmeeting

Voor links dient de oorlog alleen de belangen van het kapitalisme en moeten arbeiders dus niet het uniform aantrekken om arbeiders uit andere landen te gaan doden. En wat heeft een Franse socialist te winnen in een strijd met bondgenoot Rusland, die socialisten met de tienduizenden in de gevangenis stopt? De socialistische Internationale roept voor 29 juli alvast een grote protestmeeting bijeen in Brussel.

‘Het Oostenrijks-Servische conflict beroert de publieke opinie hier heftig’, meldt een Duits diplomaat in Brussel op 28 juli aan Berlijn. Maar, voegt hij eraan toe, officiële kringen stellen zich kalm en afwachtend op.

De avond tevoren zat koning Albert nog een ministerraad voor. Die hief uit voorzorg een circulaire op, die de dienstplichtigen van de lichting 1913 een maand extra vakantie gaf. De circulaire dateerde pas van 10 juli, bijna twee weken na de moord in Sarajevo. Paste ze ook in een politiek compromis, België leek er toen toch nog gerust op. Zeventien dagen later is dat niet meer zo. Al beperkte de ‘mobilisatie’ zich slechts tot soldaten die in feite toch al onder de wapens waren.


DS, 28-07-2014 (Marc Reynebeau)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 29th July 2014, 15:58
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Rijk België, arme Belgen

Zal de uitgebuite arbeider wel vechten voor zijn vaderland?


Met de dienstplicht eist de Belgische staat dat zijn zonen zo nodig hun leven zouden offeren voor het vaderland. Maar die zonen krijgen daar bitter weinig voor terug in sociale of politieke rechten. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog is de ongelijkheid in het rijke België erg groot.



Op 29 juli 1914 krijgen de ambassadeurs in Brussel van de zes Europese grootmachten en van Nederland post van de Belgische regering. Dat het leger nu ‘op versterkte vredesvoet’ is geplaatst, wat inhoudt dat drie lichtingen dienstplichten weer zijn opgeroepen. Maar, zo gaat de rondzendbrief voort, daarmee heeft het land niets agressief in de zin, het dient alleen om de grenzen goed te kunnen bewaken.

Want dat is wat België moet doen. Het houdt zich nauwgezet aan de neutraliteit die het na zijn onafhankelijkheid als internationaal statuut kreeg opgelegd in 1839. Die neutraliteit moet het kunnen afdwingen met een eigen defensie en in geval van nood, zo beloven de grootmachten van de tijd, zullen ze dat statuut ook militair garanderen.

Maar in Brussel weet ook iedereen dat het concept waarop de neutraliteit in 1839 steunde – België als continentale bufferstaat – in 1914 inhoudsloos is geworden. Wat dan de vraag oproept wat die internationale garanties nog echt waard zijn, als ze niet langer kunnen steunen op het eigenbelang van de grootmachten.

Is het Belgische establishment vooral pro-Duits, het land houdt zich diplomatiek scrupuleus aan de neutraliteit. Het is de enige garantie van zijn soevereiniteit. Al heeft de regering weet van de erg concrete Duitse aanvalsplannen, ze posteert troepen aan alle grenzen, om naar buitenuit geen partij te kiezen in de plots fors opgelopen internationale spanningen.


Weinig rechten, veel plichten

Niet dat iemand veel te duchten heeft van dat leger. Zij die het in België economisch en politiek voor het zeggen hebben, willen daar immers geen belastingen voor betalen. Ze verschuiven de last liever naar de bevolking, via de legerdienst. Lang bleef de loting bestaan, die rijken nog de kans bood om zich daarvan vrij te kopen. Pas in 1909 volgde de persoonlijke dienstplicht van één zoon per gezin, die in 1913 werd uitgebreid.

Dat een achterhaald systeem als de loting zo lang kon blijven bestaan, geeft al aan dat de Belgische staat wel erg veel vraagt van ‘gewone’ jongemannen. Van het land krijgen die daar weinig voor terug. Van een zuiver algemeen stemrecht is geen sprake, van een garantie op een minimum aan onderwijs via de leerplicht nog maar net, van sociale rechten, laat staan een sociale zekerheid amper, van taalrechten al evenmin, zeker niet in het leger, en als arbeiders dat leger al kennen, dan is het als dat repressieapparaat dat in het recente verleden geregeld werd ingezet tegen stakingen en betogingen en dan ook met scherp schoot.

Zeker bij socialisten leeft die herinnering nog altijd voort. Zij zien het leger in zijn structuur als het zuivere spiegelbeeld van de kapitalistische macht, met al zijn ongelijkheden en onrechtvaardigheden, die niet aarzelt om dat leger tegen de eigen bevolking in te zetten als het daarmee zijn voorrechten kan vrijwaren.

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog is België immers een land met twee gezichten. Aan de ene kant is het een economisch zwaargewicht, als het meest geïndustrialiseerde land op aarde, de vijfde economische grootmacht en het op drie na belangrijkste uitvoerland van de wereld, met een eigen kolonie – Congo, enigszins per ongeluk verworven via de vorige koning Leopold II – als kers op de taart.

Al pionierde het in de industrialisering, België loopt ook voorop in de tweede industriële revolutie. Zijn pralerige hoofdstad, de residentie van steenrijke burgerij met Waalse mijnen en fabrieken en Vlaams grootgrondbezit, meet zich nog het liefst met Parijs.


Revolutionaire stakingen

Aan de andere kant is België wel een lagelonenland en dus al veel minder ohlala. Topkaders strijken tot duizend keer meer op dan arbeiders die al gauw twaalf uur per dag moeten werken. Bij een kortere arbeidstijd verdienen Britse arbeiders tot dubbel zoveel als hun Belgische collega’s. Voor een kwart van de Belgen is honger nog een dagelijkse realiteit. In sociale wetgeving, toegang tot het onderwijs of politieke rechten loopt België ver achterop op vrijwel alle andere Europese landen.

Zal de staat dan, als de nood het hoogst is, militair wel kunnen rekenen op die bepaald niet in de watten gelegde bevolking? Het antimilitarisme bij de belangrijkste politieke tegenkracht, de sociaaldemocratie, is even traditioneel, wijdverspreid als oprecht. Maar ook tegenstrijdig, zoals de ULB-historicus Marcel Liebman in 1986 postuum aantoonde.

Van revolutionaire stakingen tegen de oorlog is, net als in de Tweede Internationale waarvan de socialistische Belgische Werkliedenpartij lid is, uiteindelijk alleen retorisch sprake. De sociaaldemocraten zijn immers reformisten, geen revolutionairen.

De socialistische ‘patron’ Emile Vandervelde, ook voorzitter van de Tweede Internationale, bevestigde in december 1911 nog in de Kamer dat zijn partij een internationale partij is, ‘die overal tegen de oorlog vecht.’ Om dan verder te gaan: ‘maar de dag dat België wordt aangevallen, zullen wij het verdedigen.’ Hoezeer dat waar is, zal spoedig kunnen blijken.


DS, 29-07-2014 (Marc Reynebeau)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 30th July 2014, 14:36
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Banken bestormd, iedereen wil klinkende munt

Banken bestormd, iedereen wil klinkende munt


Overal in het land bestormen burgers de filialen van de Nationale Bank. Ze vragen hun spaargeld op en willen hun biljetten inruilen voor klinkende munt.Zeggen dat de bevolking erg zenuwachtig is geworden, is nu een understatement. Er wordt ook volop voedsel gehamsterd en de prijzen stijgen.



Nee, het land is nog niet in oorlog. Maar men is er niet meer gerust op dat het zo zal blijven. Op 29 juli is de versterkte vredesvoet uitgeroepen en dat wil toch ook al wat zeggen: het leger roept de klassen van 1912, 1911 en 1910 binnen.

Zij moeten de elfde Linie uitbreiden tot een volledige brigade van vijfduizend man, die naar de forten rondom Luik trekken. Dat is de eerste vesting die zich klaarmaakt om een eventuele inval van de Duitse troepen tegen te houden. Dat België neutraal is, is de laatste strohalm waaraan velen zich vastklampen. Maar men neemt zijn voorzorgen.


Pompiers

Tijdens de uitvaartplechtigheid van grootvicaris Emiel Schoolmeesters in Luik is de Limburgse drukker-uitgever Nicolaas Theelen getuige van volgend incident: ‘Wij moesten naast de Nationale Bank door. Een autobus met pompieren kwam aangereden. De bel klonk, als bij een brand, en wij meenden dat er wezenlijk ergens brand was. Maar neen, de pompieren stapten af om de ordedienst; een lans (waterslang, red.) werd gereed gebracht en een waterstraal deed de mensen van het gebouw der bank wijken.’


Geen wisselgeld

Zelf wil hij in een winkel in Luik met een briefje van twintig frank betalen, maar dat wordt geweigerd: ‘De winkeliers schreven liever de waar op de rekening, dan papieren geld aan te nemen.’

Wanneer hij terug thuis in Tongeren is, ziet hij dat het daar niet anders aan toe gaat: ‘Angst is aanhalig, ook financiële angst. Ieder wilde maar goud en zilver voor de bankbiljetten. In de winkels kon men niet meer wisselen. Velen gingen met briefjes van twintig frank een kleinigheid kopen, om zilvergeld terug te krijgen, maar de winkelier moest wel weigeren. Ook aan de statie en op de post eiste men zilvergeld, men kon het niet wisselen.’

Theelen moet zelf naar de bank om voldoende zilveren munten te hebben om zijn werklieden te kunnen betalen. Dat lukt maar met grote moeite.

Ook in Antwerpen staan, aldus advocaat Jozef Muls, ‘honderden en honderden te wachten voor de gesloten poort der Nationale Bank en de opeengepakte drom slingerde weldra, langs het voetpad, heel het gebouw rond.’ Speculanten ruiken hun kans en bieden 95 zilveren franken voor een briefje van honderd.

De Nationale Bank van België is al een hele tijd in het geheim biljetten van vijf frank aan het drukken om in geval van nood de speculatie tegen te kunnen gaan. Men weet immers dat de bevolking de zilveren vijffrankstukken al langer aan het oppotten is.

Op 4 augustus, bij de Duitse inval, zal de bank die biljetten ook effectief in omloop brengen. Ze zullen niet kunnen verhinderen dat het betalingsverkeer een paar weken later helemaal in de soep draait. In bezet België zal heel snel een acuut tekort aan baar geld ontstaan, omdat de Nationale Bank de dekkingsreserve, de biljettenvoorraad en de clichés voor het drukken in veiligheid brengt: eerst naar Antwerpen en vervolgens per schip naar de Bank of England.


Prijzen stijgen

Ondertussen begint men nu, zo vlak voor de oorlog uitbarst, extra voorraden in te slaan. De handelaars doen daar hun profijt mee, tot ergernis van de bevolking. Op de zaterdagse markt in Stekene slinkt de boterberg zienderogen.

Dokter Van Haelst, ook schepen in zijn gemeente, is getuige: ‘Bakker Pauwels, gemeenteraadslid, slaagt zijn brood met 4 cent op en schepen De Vleesschhouwer, bloemhandelaar, vraagt nu 40 frank in plaats van 30 voor een steek bloem. Het volk verstaat hem niet aan dat gesjaggel en is verbitterd op die woekerij.’

In Antwerpen stelt advocaat Muls vast: ‘Aan de deuren der kruideniers stonden de kopers in lange rijen tot op straat. Het was te zien hoe vooral de rijken nu met zichzelf bekommerd waren: zij reden huiswaarts in met eetwaren volgestapelde koetsen en deftig stijve burgervrouwen waren niet verlegen om, met zijn tweeën, zware pakken naar huis te dragen.’

Elders gebeurt net het omgekeerde, waar boeren hun kans schoon zien om hun hele hoenderhof op de markt te verkopen, zakken de prijzen. Waardoor zelfs de armsten voor één dag eens kip kunnen eten. Er is maar één ding zeker in de schaduw van de oorlogsdreiging: dat niets nu nog zeker is.

In de weken die volgen zal de chaos totaal worden. De oorlog zal niet alleen op het slagveld worden gevoerd, maar ook op het thuisfront, waar het een dagelijkse strijd wordt om eten op tafel te krijgen. Alle verordeningen over maximumprijzen ten spijt.

De Belgen weten nu nog niet half wat er hen boven het hoofd hangt: de oogst zal mislukken of kan niet meer worden binnengehaald omdat het Duitse leger verder oprukt. De bezetters zullen veel voedsel opeisen voor eigen verbruik en de invoer uit het buitenland zal stilvallen.


DS, 30-07-2014 (Veerle Beel)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 31st July 2014, 12:51
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De ‘kathedraal van het pacifisme’ stort in

De ‘kathedraal van het pacifisme’ stort in


Op 31 juli 1914 wordt de hoop van de pacifisten brutaal de kop ingedrukt. In Parijs wordt de socialistische voorvechter voor vrede en solidariteit, Jean Jaurès, vermoord. Zijn laatste speech heeft hij zopas in Brussel gehouden.



Einde juli 1914 kunnen enkel idealisten als Jean Jaurès nog geloven dat het lokale conflict in de Balkan niet zal uitdraaien op een algehele oorlog. Op 29 juli is de Franse socialistische voorman te gast op een internationale bijeenkomst van socialisten in Brussel. Enkele uren eerder heeft Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaard aan Servië. Het Koninklijk Circus, de grootste Brusselse evenementenzaal, zit barstensvol militanten en ongeruste burgers. Buiten troepen nog eens duizenden samen. Eigenlijk zijn Rosa Luxemburg, Emile Vandervelde en hun Europese collega’s dan al machteloos en verdeeld – velen vinden dat ook sociaaldemocraten hun vaderland moeten verdedigen – maar in Brussel houden ze de hoop op vrede levend.

Jaurès doet in een geïmproviseerde toespraak een poging om het tij van het blinde nationalisme nog te keren. ‘We zijn hier niet om ons over te geven aan emoties, maar om onze redelijke krachten te bundelen’, zegt hij. Hij rekent op onderhandelingen en gezond verstand.

De man staat internationaal hoog in aanzien; hij is een groot redenaar en heeft altijd gepleit voor solidariteit onder de arbeiders en toenadering tussen Frankrijk en Duitsland. Hij wil vurig dat de linkse partijen en vakbonden over de grenzen heen blijven samenspannen voor vrede.

Het alternatief is gruwelijk, zegt hij die avond, in wat zijn laatste speech zal worden. ‘Als ik in onze steden gelukkige koppels zie voorbijlopen, komt het mij voor dat naast die man met kloppend hart, en naast die van moederliefde vervulde vrouw, de Dood meeloopt, die klaar staat om tevoorschijn te springen.’

Gloedvol is niet het etiket dat we vandaag nog spontaan op speeches van politici plakken. En een spontane staande ovatie associëren we met rocksterren, niet met politieke meetings. Maar in 1914 veert het publiek in het Koninklijk Circus recht voor Jean Jaurès, die zegt dat ‘de regeringsleiders het volk naar de afgrond leiden’.


In tranen

Na zijn terugkeer in Parijs krijgt hij van een lid van de regering te horen dat de oorlog onafwendbaar is. Op 31 juli probeert Jaurès Franse ministers ervan te overtuigen dat ze Rusland onder druk moeten zetten om een oorlog te voorkomen. ’s Avonds gaat hij iets drinken in zijn stamkroeg, het Café du Croissant. Eén kogel van een oorlogszuchtige nationalist volstaat. Jean Jaurès is 54.

Vandaag zou Facebook overspoeld worden. De media zouden news alert na news alert in de wereld sturen. In 1914 is het nieuws misschien trager, maar het komt even hard aan. De linkse journalist Jozef De Graeve treft op zijn krantenredactie in Gent collega’s in tranen aan. ‘Den geheelen nacht had hier de telefoon getingeld. Den ganschen spooknacht door was ze als een duizelingwekkende schok gegaan over Europa, over de wereld…, die machtelooze wanhoop brengende, onvergeeflijk misdadig idiote vernietiging van dat machtig en rusteloos en weldoend brein’, herinnert hij zich in zijn autobiografische oorlogsroman van 1919, De hel en hoe ze op aarde kwam.

De moord in Parijs roept heftiger emoties op dan de aanslag in Sarajevo. Voor velen is de illusie van de vrede definitief begraven, niets kan de oorlogslogica nog keren. Het nationalisme slaat ook toe in socialistische rangen.


Brel

Een jaar later, in 1915, in volle oorlog, is alles waar Jaurès voor stond nog hooguit een verre herinnering. Pacifisme heeft een slechte faam. Zelfs Jaurès’ zoon Louis neemt vrijwillig dienst. Hij zal in 1918 sneuvelen, 19 jaar oud.

‘Misschien, Jaurès, was het voor u zelf beter van heen te gaan. Want zoudt ge anders, twee of drie dagen later, niet de kathedraal van uw pacifisme hebben zien ineen storten? Het werk van heel uw leven zien verloren gaan? Die ontgoocheling bleef u gespaard, Jaurès. Tot uwen laatsten stond toe, mocht gij hoo*pen in den zege van uw gedachte. Zoo mocht gij sterven’, schrijft een journalist onder de schuilnaam Oompje Sam in het Algemeen Nieuwsblad op 2 augustus 1915.

Hij voorspelt dat er na de oorlog wel een monument voor Jaurès opgericht zal worden. Hij krijgt gelijk. De socialistische leider leeft voort in zowat elke Franse gemeente, als naamgever van straten en pleinen, scholen en metrostations, schaakclubs en dokterskabinetten.

Het mooiste eerbetoon zal Jaurès van een Belg krijgen. Jacques Brel bezingt hem in 1977 in een eenvoudig chanson over het lot van de arbeiders, tussen fabriek en slagveld. Ze vragen zich af ‘Pourquoi ont-ils tué Jaurès?’ Brel brengt de boodschap pakkender dan welke redenaar op welke meeting ook.


DS, 31-07-2014 (Peter Jacobs)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #5  
Oud 1st August 2014, 11:51
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post ’s Avonds luiden in het hele land noodklokken

’s Avonds luiden in het hele land noodklokken


Op de avond van 31 juli vernemen zowat 150.000 gezinnen in België dat vader of zoon gemobiliseerd wordt en de volgende ochtend moet vertrekken. Er wordt die nacht niet veel geslapen.



Om halfnegen ’s avonds komt het nieuws, zoals overal te lande, ook in Roeselare aan: de minister van Oorlog heeft tot een algemene mobilisatie besloten. Alle militairen met verlof moeten zich onmiddellijk en langs de snelste en kortste weg naar hun depots begeven, zo staat te lezen in de ministeriële brief die een gendarme op het stadhuis komt afgeven. De burgemeester wordt verzocht onmiddellijk de oproepingsbrieven te verspreiden en hij moet er ook op toezien dat de zadel- en trekpaarden en de automobielen ingeleverd worden. Het Belgische leger heeft ze nodig.

In de toren van de Sint-Michiels*kerk wordt prompt de noodklok geluid en ook klaroenblazers worden de straten in gestuurd om de akelige mare aan de man te brengen. Politieagenten en stadsbedienden gaan van deur tot deur met de oproepingsbrieven.


Beven

‘Duizenden mensen lagen te beven in hun bed als zij al met eens in de stilte van den voornacht dat naar gebons der alarmklok boven de stad hoorden weergalmen. (...) Onnodig te zeggen dat overal waar vader of zoon naar ’t leger moeten optrekken, menig droef toneel plaats had: nergens ging men te bed want overal had men een pakje of meer gereed te maken en nog schikkingen te nemen voor eene mogelijke lange afwezigheid’.

Alfons Denys houdt het dag aan dag bij in zijn oorlogskroniek, waarin hij beschrijft hoe de volgende dag ook nauwgezet de eerste trein naar Brussel om 6 uur ’s morgens al propvol soldaten zit. Ook met de tweede trein vertrekt nog een grote groep. In een halve dag tijd trekken vijfhonderd weerbare mannen uit de stad weg. Onder hen een ondercommissaris van politie, acht politieagenten, vier priesters uit het Klein Seminarie, een onderpastoor, drie geneesheren, twee apothekers en tien onderwijzers.

Wat de scholen betreft is er voorlopig geen probleem: op 1 augustus begint de schoolvakantie.

Marcel Ureel is een kind van negen jaar in Wulveringem, een dorp in Bachten de Kupe. Op die eerste vakantiedag is hij getuige van dramatische afscheidstaferelen op het gemeenteplein. Er vloeien wel tranen, vertelt hij later aan zijn dochter Lut, maar het hele gebeuren is ook spannend en avontuurlijk. Sommigen menen dat het leger toch alleen de grens zal moeten bewaken, ‘zoals in 1870’. Marcel kijkt met een zekere afgunst naar jongens die iets ouder zijn, jongens van zeventien-achttien jaar, die al hardop plannen smeden om zich als vrijwilliger te melden.

Zowat veertigduizend vrijwilligers zullen dat de komende weken doen. Overal in het land, zo schrijft historica Sophie de Schaepdrijver, vinden geschokte ouders haastig gekrabbelde briefjes op de keukentafel. Uit Temse vertrekken de broers Van Raemdonck als vrijwilliger, samen met de bijna voltallige flamingantische studentenjeugd van het stadje. De zeventienjarige Pierre Pirenne, zoon van de bekende historicus Henri Pirenne, ruilt de Gentse schoolbanken in voor dienst aan het vaderland.

Maar in de ochtend van 1 augustus gaat het om dienstplichtigen. Twee dagen eerder zijn de jongste lichtingen al binnengeroepen toen België de ‘versterkte vredesvoet’ uitriep. Nu moeten ook de militieklassen 1901 tot 1909 vertrekken.

In Turnhout noteert leraar Eugeen Waterschoot dat de sfeer gelaten is. ‘Alla Mie, tot later en pas goed op de jongens en op de beesten’, zegt een reservist tegen zijn vrouw. Een handdruk, een zoen en ze zijn weg. Elders worden vertrekkers toegejuicht: wil men de ongelukkigen een hart onder de riem steken? Velen denken en hopen dat ze toch met Kerstmis weer thuis zullen zijn.


Druk

In de kazernes ontstaat een grote bedrijvigheid. Oude vrienden vinden elkaar terug en materieel en toebehoren moeten worden verdeeld. Sommige uniformen zijn te klein geworden, anderen hebben thuis op het veld hun legerbottines versleten en hebben nieuwe nodig. Eenheden worden gesplitst, nieuwe gevormd, maar in drie, vier dagen tijd krijgt iedereen een plek toegewezen. Dan begint het wachten.

‘Maak u geen zorgen’, schrijft de Gentse dokter Albert De Moor op 1 augustus naar huis. Hij bevindt zich in het Militair Hospitaal van Mechelen, waar hij de leiding krijgt over de ‘Gemotoriseerde colonne van ambulance-auto’s en brancards van de 2de Legerdivisie’. Hij weet het nog niet, maar hij zal er pionierswerk mee verrichten als spoedarts aan het front. De auto’s moeten nog gevorderd worden bij de bevolking.

‘Ik vraag me echt af wat ze me hier willen laten doen. Blijkbaar heerst er verdwazing en chaos in de bureaus van het ministerie! Ik zit hier dus in Mechelen geparkeerd voor ik weet niet hoelang en dat zonder enig nut. Laat ons hopen dat ze op het ministerie vlug inzien dat ze een flater hebben begaan en dat ze me naar huis laten weerkeren.’


DS, 01-08-2014 (Veerle Beel)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #6  
Oud 2nd August 2014, 18:11
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De Belgische eer is niet te koop

De Belgische eer is niet te koop


België kreunt onder een hittegolf, maar meer dan het weer houdt de vraag de mensen bezig of er oorlog komt. Ondanks de mobilisatie geloven velen in de bescherming van de neutraliteit.



In Brussel liggen de kaarten op zondag 2 augustus schijnbaar duidelijk. De Duitse gezant Von Below-Saleske verklaart in Le Soir ondubbelzinnig dat ‘de Duitse troepen België niet zullen doorkruisen’. In de krant Le Vingtième Siècle ontkent de Duitse kapitein Bringmann dat Duitse troepen Luxemburg bezet hebben, hooguit kan een afdeling per ongeluk de grens hebben overschreden. ‘Er is geen enkele reden om de Belgen te alarmeren. Duitsland heeft aan niemand de oorlog verklaard.’

Buiten de hoofdstad heerst echter onzekerheid. Op de markten klinkt een lied van hoop: ‘Wij Belgen wij vragen de vrede/ Wij hebben reeds al genoeg gestreden/ Maar toch zijn wij altijd bevrijd/ Wanneer de vijand de grens overschrijdt’.

Ten huize van Stijn Streuvels hebben de schilders Valerius De Saedeleer en Gustaaf Van de Woestijne er de voorbije avond nog over gespeculeerd. ‘We weten geen van allen wat er aan de hand is en de lustigheid blijft erin’, noteert Streuvels.

De overheid neemt intussen geen enkel risico. Wie het rijk in gevaar brengt door vijandige acties te ondernemen tegen buitenlandse machten, ‘zal vijf tot tien jaar in hechtenis genomen worden’, wordt bekendgemaakt. De burgemeesters moeten alle spektakels en samenscholingen verbieden.

Intussen hebben Duitse troepen zonder enige oorlogsverklaring toch het neutrale Luxemburg bezet. Een tijdelijke maatregel om ervoor te zorgen dat de spoorwegen niet door de Franse vijand bezet worden, heet dat.


Vijandschap

Om 19 uur overhandigt Von Below-Saleske een ‘zeer vertrouwelijke’ brief aan de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Julien Davignon. Duitsland wil door België oprukken naar Frankrijk. Dat is geen teken van vijandschap, alle schade zal vergoed worden en wanneer de vrede terugkeert zal Duitsland zich meteen terugtrekken en het koninkrijk in zijn aanspraken steunen. Verzet België zich, dan is dat wel een teken van vijandigheid.

Het is allemaal de schuld van de Franse agressors en Duitsland koestert enkel gevoelens van sympathie tegenover België, voegt Von Below-Saleske er mondeling aan toe. België heeft twaalf uur om te antwoorden.

Koning Albert roept meteen zijn generaals en verscheidene regeringsleden samen in zijn paleis in Brussel. Ze zitten tot 4 uur ’s nachts aan tafel. Van Franse agressie is geen sprake geweest, het ultimatum is onaanvaardbaar. Het debat gaat over en weer. Is wat schijnverzet in de vorm van een paar schoten niet mogelijk? Wat vermag het Belgisch legertje zonder grote kanonnen? Zullen Frankrijk en Engeland wel komen helpen?

Albert is duidelijk. Het Duitse voorstel aanvaarden, betekent de Belgische eer te grabbel gooien en de plichten tegenover Europa verraden. Om 6.50 uur wordt het antwoord naar de Duitse ambassade in de Belliardstraat gebracht. België kan niet instemmen met de Duitse vraag.

In Berlijn vindt kort daarna een gesprek plaats tussen de Belgische ambassadeur, baron Eugène Beyens, en de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Gottlieb von Jagow. ‘Geloof mij, het is met de dood in het hart dat Duitsland de neutraliteit van België schendt’, zegt die laatste. ‘Maar wat wil u? Voor het rijk is dit een kwestie van leven of dood.’

Op 3 augustus ontwaken de Belgen in een land in crisis. De Ninoofse regimentsarts Albert Liessens is verbijsterd en noteert een golf van haat tegen Duitsland die algauw tot woede en patriottische taferelen leidt. ‘In Kortrijk heerst algemene verslagenheid’, noteert Stijn Streuvels. ‘Onrust bij de kooplieden. Veel volk op de markt, hevige gesprekken, de beurs is gesloten.’


Duitse druk

De overheden zitten niet stil. Er worden brieven gestuurd naar alle grootmachten om het Belgische antwoord uit te leggen. Albert vraagt de Britse koning George om met ultieme diplomatie het naderende onheil af te wenden. Vanuit Engeland wordt duidelijk gemaakt dat België moet weerstaan aan de Duitse druk. In ruil zullen de Britse troepen België en Frankrijk bijstaan.

Op het einde van de derde augustus is er nog niets veranderd. De Duitsers hebben België de oorlog nog niet verklaard. Ze zijn de grens nog niet overgestoken. Ze wachten af, in de hoop dat België tot inkeer zal komen. Engeland heeft aangekondigd dat het Duitsland de oorlog zal verklaren wanneer dat land de Belgische grens oversteekt. Het is een loodzware stilte voor de storm.

Wanneer de volgende ochtend Duitse troepen de grens oversteken en optrekken naar Luik, noteert Karel Van de Woestijne in zijn dagboek dat ‘de oorlog is verklaard’. De gerespecteerde auteur kan zijn emoties niet controleren: ‘Mijn linkerhand moest mijn rechterhand vasthouden’.


DS, 02-08-2015 (Peter Vantyhgem)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:47.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.