|
#1
|
|||
|
|||
De Kracht van het Verschil
uit #believe – Sihame El Kaouakibi
Integratie Het is intussen 50 jaar geleden dat Martin Luther King zijn missie uitschreeuwde met ’s wereld bekendste speech ‘I HAVE A DREAM’. Een samenleving krijgt vorm en inhoud dankzij individuen. Allemaal mensen, allerlei leeftijden, allerlei dialecten, allerlei interesses, allerlei gewoontes, allerlei keuzes, allerlei rangen en standen. Iedereen is verschillend. Verschil kun je op twee manieren interpreteren. Je kunt zelf het verschil maken, als individu en allemaal samen. Maar we zijn ook allemaal verschillend. En dat maakt ons samen sterker. Verschil is een voordeel, en geen nadeel. We zouden juist onze verschillen naar waarde moeten schatten. Die verschillen maken ons als mens net uniek en interessant en bieden ons als samenleving meer mogelijkheden. Ambitie, lef, durf, kansen zien en kansen grijpen. Het zijn waarden die bij de uitdagingen van vandaag horen. Onlosmakelijk. Daarbij passen ook waarden als respect, verantwoordelijkheid, burgerzin, vrijheid, eerlijkheid, openheid… Vandaar dat ik me afzet tegen alles wat het beleven van deze waarden beknot; tegen betutteling, onderwaardering, vernedering, onvrijheid, gemakzucht, geslotenheid… Waarom? Omdat ze de ontwikkeling van eenieder beknotten en zo onze gemeenschappelijke toekomst belemmeren. Als je die negatieve woorden zo leest, kun je mijn verzet waarschijnlijk wel begrijpen en er zelfs mee instemmen. Maar de praktijk toont dan weer, dat we er ons als samenleving en als structuren vaak aan bezondigen. Jammer genoeg. Neem het integratiedebat en de retoriek die daarin ontwikkeld wordt. In het integratiedebat gaat het altijd over de integratie van culturele minderheden, en nooit over de integratie van eenieder. (…) Realiteitszin België is een land van immigranten. Al tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog bereikte de immigratie een eerste hoogtepunt, met vooral Italianen, Polen, Tsjechen en Joegoslaven die in de toen bloeiende steenkoolindustrie kwamen werken. (…) En in de jaren zestig was de economische bloei zo groot, dat het immigratiebeleid werd uitgebreid. Naast Spanjaarden en Grieken, kwamen vooral Marokkanen en Turken naar ons land om te werken. Door de economische crisis in de jaren zeventig is de economische groei stilgevallen. Maar het land is intussen immigranten blijven opvangen om humanitaire redenen. (…) Het was 45 jaar geleden hoegenaamd niet vreemd dat er nieuwe nationaliteiten instroomden, want die instroom was functioneel. Deze nieuwe mensen kwamen naar hier om te werken. Vandaag is het voor mensen echter wel heel vreemd als hun buurman plots hun taal niet spreekt of sociale problemen heeft. We appreciëren elkaar niet meer, omdat we elkaar niet meer kennen. We doen niets met elkaar en niets meer voor elkaar. Mensen die mee aan de toekomst hebben gebouwd, worden weggekeken. De nieuwe generatie komt niet in beeld. En daardoor stellen mensen hun beeld ook niet bij. ‘Aanpassen of opkrassen’, het beeld leeft nog steeds. Mensen denken vanuit stereotiepe beelden. Op fora lees je vaak: ‘Ze moeten zich maar aanpassen. ‘Ok’, zeg ik dan, ‘maar aan wat?’ Gaat het over de kennis van de Vlaamse keuken? Gaat integratie over de gewoonte om in het weekend te gaan shoppen of gaat het over het opsommen van vijf bekende charmezangers? Als we die aanpassingsoefening over de taalgrens heen willen doen, dan zou de gemiddelde Belg het daar zelfs heel moeilijk mee hebben. Bestaat er trouwens zoiets als de gemiddelde Belg, of Vlaming? Wie is dat dan? En is dat dan telkens dezelfde Vlaming in Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge, Hasselt, Mechelen, Leuven, Kortrijk en omstreken? Is er een handleiding voor? Moeten we dan allemaal gemiddeld zijn? (…) Waarom mag je alleen verschillen zolang je maar binnen een norm past? En wat is die norm eigenlijk? En hoeveel mensen voldoen aan die norm? Mocht het land de voorbije eeuw geen immigratiestromen hebben gekend, het zou vandaag niet zo welvarend zijn. Migratie staat niet gelijk aan mensen uit Marokko, Turkije of Congo; het staat ook niet gelijk aan vluchtelingen en asielzoekers. Vandaag komen mensen uit heel de wereld in België aan. Migratie is goed. Het is een positief verhaal. Het is van alle tijden. Alleen zijn we dat vergeten. Onze geschiedenisboeken hechten daar onvoldoende aandacht aan. Je kan nieuwkomers verplichten onthaallessen te volgen. Maar hoe zou je hen kunnen verplichten zich met België of Vlaanderen te vereenzelvigen, hoe kun je verplichten dat ze zich werkelijk ook betrokken voelen bij wat hier maatschappelijk gebeurt? De overheid moet voldoende incentives geven opdat mensen zich niet in het smalle idee van burgerschap blijven nestelen, maar een dikker concept van gedeeld burgerschap in de praktijk brengen: stimuleren van het middenveld, stimuleren van taalverwerving, stemrecht voor iedereen die hier langere tijd verblijft, aandacht voor samenleven in verschil, in onderwijs en vorming etc. Het uiteindelijke doel is dat mensen – ondanks hun verschillen en eigenheid – zich hier samen verantwoordelijk weten voor de samenleving waarin ze leven. Of mensen zich in de eerste plaats als Belgische moslim, dan wel als Antwerpenaar van Marokkaanse afkomst of Vlaams nationalist definiëren, is van ondergeschikt belang als men vanuit de eigen identiteit maar geëngageerd is voor het concreet en vreedzaam samenleving in de buurt, in de stad, het land, Europa. Dit komt niet van mij, maar het is moraalfilosoof Patrick Loobuyck van de UAntwerpen en UGent die het zegt. Door het gebrek aan erkenning denken veel jonge talenten met vreemde roots eraan om inderdaad op te krassen. Steeds vaker keren jonge talentvolle Marokkanen uit België ook terug naar Marokko. Daar worden ze geapprecieerd en kunnen ze hun kennis inzetten. Het zijn net de sterke krachten, het talent dat we in België nodig hebben, die overwegen om weg te gaan. (…) Mijn schoonbroer, een Marokkaan uit Brussel, is doctor in de biowetenschappen en heeft in Oxford onderzoek verricht. Vandaag doceert hij aan de Amerikaanse universiteit in Quatar. Zijn broer geeft les aan de Harvard Medical School. In België zat (of zit) er niemand op hen te wachten. Tegelijkertijd merk ik dat de dingen veranderen. De nieuwe generatie jongeren groeit op met heel wat andersdenkenden rondom haar, waardoor ze de dingen later niet meer in vraag zullen stellen. Hopelijk zal ook de nieuwe generatie politici op een andere manier werken en een beleid ontwikkelen dat focust op wat ons verbindt, vanuit een geloof dat onze verschillen ons zullen versterken. Vandaag bevinden we ons in een scharniermoment. De mensen uit mijn generatie zeggen dat het anders moet, en dringend anders moet zodanig dat de mensen die eraan komen, de volgende generatie, geen hindernissen meer ondervindt. De jongste generatie vindt het helemaal normaal dat ze in de klas naast een meisje zitten dat aan de ramadan meedoet. Ik vind het heel boeiend om dat moment mee te maken. (…)
__________________
"Zien wat juist is en het niet doen, is een gebrek aan moed." Wouter Beke Laatst aangepast door nic.andriessen : 18th January 2015 om 14:40. |