Drie op de vier huisartsen laten zich inenten tegen griep
Vorig jaar liet 77 procent van de Vlaamse huisartsen zich inenten tegen de seizoensgriep. Dat blijkt uit een onderzoek van professor Marc Van Ranst in samenwerking met het departement Gezondheidszorg en Technologie van de Katholieke Hogeschool Leuven dat de Artsenkrant kon inkijken.
Via steekproef werd 5 procent van de huisartsen, representatief voor leeftijd, geslacht en provincie, telefonisch gecontacteerd.
Antwerpen was de provincie waar de huisartsen zich het meest lieten inenten (82 procent), gevolgd door West-Vlaanderen (80 procent), Vlaams-Brabant (77 procent), Limburg (73 procent), en Oost-Vlaanderen (69 procent). Hoe ouder de dokters, hoe meer ze geneigd zijn om zich te laten vaccineren. De belangrijkste reden voor niet-vaccinatie was dat die huisartsen het 'gewoonweg vergeten' waren, of dat ze vonden dat ze 'in goede gezondheid' verkeerden.
'Het is een goed signaal dat de overgrote meerderheid zelf opteert voor een eigen griepprik. Dat is een mooi voorbeeld voor hun patiënten', zegt Van Ranst in de Artsenkrant.

Eigen mening:
Het is inderdaad heel goed dat de artsen zichzelf laten inenten tegen de seizoensgriep. Zo zijn de patiënten zelf ook gerust dat het zeker en vast een betrouwbaar griepvaccin is, omdat hun eigen arts zich er ook mee heeft laten behandelen. Ook wel omdat hij of zij een heel groot risico loopt om het virus op te lopen. Artsen komen dagelijks in contact met personen, die dan nog eens eventueel ziek kunnen zijn.
De huisartsen vervullen natuurlijk ook een voorbeeldfunctie. Maar ook alle andere artsen zouden zich moeten laten inenten. Als je eenmaal in de zorgsector zit, loop je een groter risico om het virus op te doen. Dus kan je jezelf maar beter op voorhand beschermen.
Deze cijfers dateren van vorig jaar, hopelijk gaan de artsen dit jaar opnieuw voor een inenting tegen de seizoensgriep kiezen.