|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Spring ik in het water om een hondje te redden?
De voorbije week stierven twee Belgen toen ze een hond uit koud water wilden redden. Hoe rationeel is dat?
‘De hond moet ongemerkt van boord gewipt zijn. Toen ze achteromkeken, zagen ze de pup zo’n 30 meter achter hen zwemmen. Eric heeft niet getwijfeld en is in het water gesprongen om het dier te redden. De anderen zagen hoe hij al na enkele meters verkrampte. Hij gaf nog een teken dat het niet meer ging. Daarna zakte hij onder water.’ De 55-jarige Belgische motorcrosser Eric Geboers probeerde vorige zondag een jong hondje te redden uit het koude water van een watersportvijver. Een vriend deed het relaas in de krant Het Nieuwsblad. Het hondje raakte op eigen kracht aan wal. Een jongeman die Geboers achterna was gesprongen, kon nog net gered worden. Geboers’ lichaam werd maandag gevonden. Hij stierf door verdrinking. In Wallonië stierf een man in gelijkaardige omstandigheden. Het hondje van Eric Geboers was nog geen vier maanden oud. Hij had het een week eerder geadopteerd, nadat zijn vorige hond was doodgereden. De beslissing van Geboers was begrijpelijk, maar was ze rationeel? Riskeer je een mensenleven om een hond te redden? Lofzang We riskeren ons leven voor zaken die minder betekenisvol zijn dan het redden van een hond Er bestaat wel wat filosofisch werk over risico’s. Bekend is dat van de Franse schrijfster Anne Dufourmantelle, die in 2011 een lofzang op het risico schreef: Eloge du risque. Volgens Dufourmantelle kun je niet leven zonder risico’s te nemen. Vorige zomer probeerde ze twee kinderen uit de zee te redden en verdronk ze. Filosoof Ruben Mersch schreef in januari voor De Standaard een artikel over de prijs van een mensenleven. Een politicus, de christendemocraat Wouter Beke, had geopperd dat je op menselijk leed geen prijs kunt plakken. Mersch sprak hem tegen: beleidsvoerders moeten uitrekenen wat een mensenleven waard is, aangezien ze beleidsopties moeten afwegen. Je kunt geld investeren in gezondheidszorg, in veiliger fietspaden of in allebei, maar elke euro kun je maar één keer uitgeven. Geconfronteerd met het dilemma van Geboers, wijst Mersch erop dat een individu meer vrijheid heeft dan een beleidsvoerder. Wie beslist over gemeenschapsgeld en de levens van anderen, is verplicht tot rationeel handelen. Een individu hoeft dat niet altijd te doen. Sommige denkers vinden dat ook individuen rationeler kunnen omgaan met persoonlijke ethische dilemma’s. Stijn Bruers is ethicus en pleitbezorger van een idee dat ‘effectief altruïsme’ genoemd wordt. Het gaat uit van het principe dat je de impact van goede daden kunt berekenen en afwegen. Hoe hoog iemand het leven van zijn hond inschat, is een persoonlijke afweging. Hoe groot de kans is om door een beslissing te overlijden, is minder onberekenbaar dan we denken. Dankzij de Amerikaanse economieprofessor Ronald A. Howard bestaat er een eenheid om de dodelijkheid van alledaagse beslissingen uit te drukken. Eén micromort is een kans van één op een miljoen om door een actie, bijvoorbeeld een vliegreis of een motorrit, te overlijden. Als je weet hoeveel kilometers jaarlijks met een motorfiets gereden worden en je weet hoeveel motorrijders sterven bij een dodelijk ongeval, kun je berekenen hoe dodelijk motorrijden is. Tien kilometer motorrijden blijkt goed te zijn voor één micromort, net zoals 1.600 kilometer vliegen. Bruers wijst erop dat we vaak beslissingen van enkele micromorts nemen, zonder dat daar een betekenisvolle beloning tegenover staat. ‘We riskeren ons leven door naar het werk te rijden, of om een week op een zuiders strand door te brengen. Eric Geboers heeft wellicht beslissingen van honderden micromorts genomen om een motorcrosswedstrijd te winnen. Als je kon berekenen hoeveel micromorts er vasthangen aan een sprong in een koude vijver, zou je misschien concluderen dat het de moeite waard was, zeker omdat het redden van een hond een betekenisvolle daad is. Mensen die ooit een hond hebben gered, kunnen getuigen welke impact dat op hun leven heeft gehad. Het schuldgevoel van wie er net niet in slaagt een hond te reden, is vaak evenredig.’ Emotioneel Bestaat er een manier om uit te rekenen hoe dodelijk een sprong in koud water is? Spoedarts Peter De Paepe van het UZ Gent vreest van niet. ‘Het probleem is documentatie. Je kunt wel het aantal verdrinkingen bijhouden, maar niet het aantal mensen dat in het water springt. Ik vermoed dat dat laatste cijfer heel groot is en het risico dus relatief klein.’ Ook Jan Bourgois, inspanningsfysioloog aan de UGent en expert ter zake, heeft geen weet van een schatting hoeveel micromorts het kost om onvoorbereid in koud water te springen. Hij kent wel een ander cijfer: uit een Britse studie blijkt dat 60 procent van de verdrinkingen in koud, open water, zich afspelen binnen drie minuten en op hooguit anderhalve meter van de kant. ‘We kunnen ervan uitgaan dat zij gestorven zijn door een koudeschok. Door onvoorbereid in koud water te springen, ga je hyperventileren en water inademen, waardoor je heel snel verdrinkt.’ De snelheid waarmee Eric Geboers in de problemen is gekomen en het feit dat hij stierf door verdrinking (en niet door bijvoorbeeld een hartaanval), wijst daarop. Bourgois is ervan overtuigd dat de precieze risicoberekening Geboers niet van zijn daad af gebracht zou hebben. ‘Zijn beslissing om te springen, was emotioneel, niet rationeel.’ Volgens Bourgois kun je het risico wel beperken. Spring met je voeten eerst en hou je kleren aan. Het is altijd gevaarlijker om kopje-onder in ijskoud water te duiken. Kleren kunnen de koudeschok beperken, net als een pels. Hoe groot het risico dan nog is, weet Bourgois niet, maar hij vermoedt dat honden er beter tegen kunnen dan mensen. Conclusie: Het is niet irrationeel om een zekere graad van levensgevaar te riskeren om een hond te redden, zeker als je alles doet om dat risico zo klein mogelijk te houden. Kijk sowieso eerst of de hond zichzelf kan redden. Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20180511_03509229 Eigen mening: Hoewel de redenering in het artikel zeker wel klopt, ontbreekt er nog steeds een vraag. Zijn honden evenveel waard als een mens? Natuurlijk kan men dit snel beantwoorden door 'nee' te zeggen omdat het dieren zijn en niet zoals mensen zijn ingesteld. Aan de andere kant kan men de vraag gaan stellen waarom wij als mensen mogen beslissen wie/wat meer of minder waard is. In het artikel geven ze het voorbeeld van een 'leider'. Een leider moet rationeel nadenken, hij/zij moet een mensenleven kunnen afwegen en hoeveel waard dat is. Op een manier kan ik zeker begrijpen dat een leider een bepaalde rationaliteit moet hebben, maar een leider is nog steeds een mens. Een mens heeft geen volmacht om te bepalen wie wat waard is. Ook al gaat dit artikel over honden, ik denk dat de algemene vraag door heel onze maatschappij kan doorgetrokken worden. Wie bepaalt wie wat waard is? Vooral de 'waarom' is dan een belangrijk punt waar zeer veel tegenstrijdige argumenten uit zullen komen. Om tot het artikel te blijven, in mijn mening zijn honden zeker wel waard om je leven te riskeren, maar je moet inderdaad wel even nakijken of ze zichzelf wel/niet kunnen redden. |