|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Onderscheid ASO, TSO, BSO mag weg
Onderscheid ASO, TSO, BSO mag weg
GENT - De schotten moeten eruit, en met hen de perceptie dat de ene studierichting beter is dan de andere. De boodschap is duidelijk: ook het katholieke net wil het secundair onderwijs hervormen. Van onze redacteur Ook het katholieke net wil het secundair onderwijs hervormen. Het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs (VVKSO) heeft zijn voorstellen gisteren in Gent wereldkundig gemaakt. 'Ons secundair onderwijs is goed maar een hervorming is toch nodig, omdat te veel leerlingen te laat of niet in de voor hen meest geschikte studierichting terechtkomen', motiveerde Chris Smits, secretaris-generaal van het VVKSO het uitgangspunt. Er moet een structuur komen die een betere studiekeuze vergemakkelijkt. Dus gaan ASO, TSO, BSO en KSO eruit. Zij worden sterk hiërarchisch gepercipieerd. Zo krijgen 'sterke' TSO-richtingen niet de leerlingen die ze verdienen, omdat die nog eerder voor 'zwakke' richtingen in het hoger aangeslagen ASO kiezen. 'Jongeren mogen niet meer in die fuik belanden', formuleerde Smits het. De eerste graad (eerste en tweede jaar) wordt breed algemeen vormend, met voor iedereen dezelfde vakken. Techniek zit daar ook in. De huidige basisopties - met onder meer Latijn - mogen afgeschaft worden. 'Kinderen of hun ouders kiezen voor Latijn omdat het prestige heeft, niet omdat het hen interesseert', zegt Smits. Latijn kan nog, maar wordt een keuzevak. Binnen techniek-wetenschappen moet er een alternatief komen voor leerlingen met goed abstractievermogen. Voor de ene leerling kan er remediëring, voor de andere uitdieping. Door deze differentiatie wordt de eerste graad geen verlengstuk van het basisonderwijs. In de tweede en derde graad (derde tot zesde jaar) kiezen de jongeren een van de vijf studiedomeinen. Dat zijn taal en cultuur, techniek en wetenschappen, economie en maatschappij, welzijn en maatschappij en kunst en creatie. Binnen die domeinen zijn er meer abstracte en meer toegepaste richtingen. Er moet sowieso gesnoeid worden in de 150 studierichtingen. De tweede graad blijft nog redelijk breed. Pas in de derde graad maken de jongeren een gerichte keuze. Hoe abstracter, hoe meer de domeinen door elkaar kunnen vloeien. Zo blijft een combinatie Latijn-wiskunde mogelijk. Op concrete vragen als 'hoe zal het lessenrooster in zo'n eerste graad uit zien?' kwam er gisteren nog geen antwoord. Dat is voor een later stadium. Chris Smits is ervan overtuigd dat er een draagvlak bestaat bij directies en schoolbesturen om deze richting uit te gaan. 'Maar een structuur alleen lost niet alles op, er zal ook een mentaliteitswijziging nodig zijn', waarschuwt hij. De VVKSO-visie lijkt op wat de minister van Onderwijs, Pascal Smet (SP.A), in zijn oriëntatienota voor de hervorming schreef. Maar waar Smet een tweedeling wil, voorbereiden op de arbeidsmarkt versus op hoger onderwijs, pleit het katholieke net voor een 'continuüm', waarbinnen er een viertal richtingen zijn. Een die voorbereidt op hoger academisch onderwijs, een op professioneel hoger onderwijs, een op hoger beroepsonderwijs en een op de arbeidsmarkt. De scholen moeten dit alles realiseren. Ideaal komen er daarom domeinscholen, die gespecialiseerd zijn in een studiedomein, en hele spectrum aanbieden, van abstract naar toegepast. Maar dat stuit nog op geografische en infrastructurele beperkingen. Het katholiek onderwijs is marktleider in Vlaanderen met drie kwart van de leerlingen. De mening van de 'Guimardstraat' telt dus mee. 'Wij vragen de minister om rekening te houden met onze visie', zei Mieke Van Hecke, het hoofd van het katholieke onderwijsnet. Pascal Smet komt voor de zomer met een al lang beloofde conceptnota. Tegen 2014 wil hij een decreet. Bron: De Standaard ------------------------------------------------------------------------ Mijn mening: In het algemeen vind ik dit een zeer goed idee, omdat het namelijk zeer moeilijk is om na het zesde leerjaar al een studierichting te gaan kiezen. De lagere school valt immers niet te vergelijken met het middelbaar, want een leerling die in de lagere school steeds uitblonk, kan het in het middelbaar moeilijker krijgen omdat daar veel meer inzicht verwacht wordt (iets wat je in de lagere school niet nodig hebt). Ook is het zeer goed dat de leerlingen zelf wat vakken kunnen kiezen, naargelang de interesses. Met deze nieuwe inrichting kan het zogenoemde 'watervalsysteem' ook meteen geschrapt worden. Wel vraag ik mij af of dit organisatorisch allemaal wel haalbaar is, want ten slotte kan je het een beetje vergelijken met onze school. Bij ons kies je zelf ook twee vakken waarin je later les wilt geven. Dit is immers zeer moeilijk te organiseren, met als gevolg dat we vele springuren hebben. Ik denk ook dat dit voor de leerkracht een enorme uitdaging zal geven, want je zal in je klas een zeer variërend niveau hebben. Het zal dus veel moeilijker worden om les te geven en oefeningen te maken. Geen gemakkelijke vernieuwing dus... Laatst aangepast door Caroline_Van_Tendeloo : 9th May 2012 om 11:28. |
#2
|
|||
|
|||
Theoretisch klinkt dit inderdaad best wel mooi. Leerlingen worden niet langer ingedeeld in vakjes aan de hand van hun gekozen studiekeuze en ze worden beter in de richting "geduwd" die hen het beste ligt.
Maar, is dit inderdaad wel haalbaar in de praktijk? Scholen zullen zich enorm moeten aanpassen, wat volgens mij moeizaam zal verlopen. Het concretiseren van dit nieuwe systeem zal volgens mij niet eenvoudig zijn en inderdaad moeilijk toepasbaar. |
#3
|
|||
|
|||
Het lijkt me goed om dat af te schaffen. Vaak worden kinderen ook gewoon als minder aanzien als ze TSO of BSO doen, terwijl dat niet altijd is. Kinderen van die opleidingen kiezen daarvoor omdat het hen interesseert, terwijl er bij ASO inderdaad heel veel leerlingen voor prestige zitten. Ouders denken dat hun kind het later beter/gemakkelijker zal hebben als het ASO gedaan heeft, wat dus niet waar is.
Ze moeten kinderen een basis aanbieden van de algemene vakken, en daar bovenop de keuze aanbieden in verschillende vakken. |
#4
|
|||
|
|||
Ik vind dit persoonlijk een erg slecht idee. Het is een soort van verlenging van de lagere school. De leerstof gaat te moeilijk zijn voor leerlingen die later in het beroeps terecht komen en te gemakkelijk voor kinderen die algemeen onderwijs zullen vormen. Op deze manier wordt de ontwikkeling van beide 'soorten' leerlingen tegengehouden of toch zeker vertraagd.
Het kan natuurlijk wel zijn dat nu de leerlingen die 'afzakken' zich minderwaardig voelen, maar dit doorvoeren lijkt me niet de juiste oplossing. Als men hier toch iets aan wil doen zou men bijvoorbeeld beter verplichten dat alle scholen de verschillende studierichtingen invoeren. Op deze manier komen de kinderen van ASO, TSO en BSO met elkaar in contact en zullen ze niet langer als minder of meer beschouwd worden. Op de speelplaats zijn de leerlingen dan samen en zullen de richtingen wel overlapt worden qua omgang met elkaar. |
#5
|
|||
|
|||
Ik ben het niet eens met de mening van Katelijne. Als ze de scholen gaan verplichten om ASO, TSO en BSO in te voeren worden de BSO'ers juist wel beschouwd als minderwaardig. Daar ben ik zeker van overtuigd van omdat de leerlingen dan juist weten wie er allemaal in BSO zit. Je denkt dat dit niet gebeurt maar je zou er nog van verschieten hoe jongeren tegenover elkaar doen enkel en alleen over een studierichting. Natuurlijk zijn er uitzonderingen maar ik denk niet dat er veel leerlingen van het ASO omgaan met die van BSO. Het klinkt misschien cru maar toch gebeurt het zo.
Door het afschaffen van ASO, TSO en BSO krijgen de leerlingen meer tijd om een studiekeuze te maken. Dit vind ik persoonlijk veel beter omdat ze nog juist van de lagere school komen. De leerlingen kennis te laten maken met verschillende vakken vind ik helemaal geen slecht idee. Ik denk alleen daardoor dat ze de juiste keuze kunnen maken anders gaan we weer van een watervalsysteem spreken. Na da lagere school zijn het meestal de ouders die een keuze maken voor hun kind wat zeker niet de bedoeling is! Het zijn nog altijd de jongeren die jarenlang op de schoolbanken moeten zitten en niet de ouders. |
#6
|
|||
|
|||
Jeetje, kan iemand dit idee uit hun hoofd praten?
Ik vind het een schitterend idee dat er geen onderscheid meer is tussen ASO, TSO en BSO maar anderzijds kunnen we gewoon niet zonder dit onderscheid. Differentiatie is iets enorm moeilijk, en praktisch niet haalbaar op het niveau dat zij nu voorstellen. Uitdieping, verbreding, allemaal heel leuk? Maar hoe ga jij eenzelfde soort leerstof op ASO, TSO en BSO niveau uitleggen op 50 minuten? Ook vraag ik me af hoe ze de leerlingen gaan testen? Krijgen de leerlingen die eigenlijk nu in het BSO zouden zitten dan dezelfde test als de leerlingen die nu in het ASO zouden zitten? Of gaat men hier onderscheid in maken? Want dan zit je natuurlijk met het pesten in een klas: Haha, jij bent dommer. Hetzelfde effect als nu tussen Aso-Bso. Anderzijds gaan de 'slimme' dan natuurlijk minder moeite doen om ook een makkelijkere test te krijgen. En wat met het overgaan naar een volgend jaar? Want afzakken kan je niet... Nee, hou het maar bij het klassieke systeem... |
#7
|
|||
|
|||
Ik denk dat deze hervorming in theorie heel mooi klinkt, maar dat het in werkelijkheid moeilijk realiseerbaar is. We leren zelf in onze opleiding dat het belangrijk ik om te differentiëren en om een aanbod te creëren dat aansluit bij de individuele vraag van elke leerling. Zelfs binnen een klas is het zeer moeilijk om rekening te houden met het niveau, de interesses en de mogelijkheden van elke leerling, wat gaat dit dan zijn als het bij wijze van spreken één 'mengelmoes' wordt?
Ik begrijp dat het onderscheid ASO/TSO/BSO voor sommigen discriminerend kan overkomen, maar ik denk dat dit het beste is voor de leerlingen zelf. Op deze manier kunnen de leerkrachten tegemoetkomen aan hun eisen, noden, vragen... |