Het M-decreet haalbaar maken voor leraren. Dat is de missie van meer dan 60 competentiebegeleiders. Hun taak: uitleggen wat het M-decreet wel en niet inhoudt, tonen wat scholen al goed doen en mee zoeken naar waar het nog beter kan.

Wie zijn ze?

Competentiebegeleiders zijn pedagogisch begeleiders met een specifieke focus: scholen begeleiden bij de overgang naar het M-decreet. Zij hebben onderwijservaring als leraar of directeur basis- of secundair onderwijs, in het buitengewoon onderwijs, als GON-begeleider, als lerarenopleider, als leerlingbegeleider of CLB-medewerker.

Wat doen competentiebegeleiders?

Informeren

Waarom bestaat het M-decreet? En wat betekenen begrippen als handelingsgericht werken en redelijke aanpassingen in de praktijk? Dat verduidelijken competentiebegeleiders op personeelsvergaderingen en pedagogische studiedagen.

“Ik stel leraren onmiddellijk gerust”, vertelt Kjell Bosmans (GO!). “Ze moeten geen specialist ASS of dyslexie worden. Integendeel. Stap af van labels en kijk naar je leerling: wat heeft hij of zij nodig?”

Floor Tempelaere (Bisdom Brugge): “‘Geef ons een checklist met redelijke aanpassingen!’ Dat vragen scholen en zelfs educatieve uitgevers. Maar zo’n lijst kunnen we niet geven. Redelijke aanpassingen zijn altijd contextgebonden. Wat is haalbaar voor dit kind, deze leraar, deze klas? Wat nu nog niet redelijk is, kan dat volgend jaar wel zijn.”

“Scholen moeten zeker niet méér doen”, merkt Tempelaere op. “Ze moeten dingen anders, efficiënter doen.” De pedagogisch begeleiders stimuleren leraren ook om redelijke aanpassingen op schoolniveau te tillen. “Geef alle leerlingen meer tijd om hun examen in te vullen. Niet alleen leerlingen met dyslexie hebben daar baat bij.”

Ondersteunen op maat

Geen idee hoe je daaraan begint? Leg je vraag voor aan de competentiebegeleiders. Zij bekijken hoe ze jou het best verderhelpen. Vaak op schoolniveau, maar ook op klasniveau.

“Wij observeren in de klas, tonen wat al goed gaat en geven de leraar tips om het anders aan te pakken”, vertelt Floor Tempelaere (Bisdom Brugge). “Welke werkvormen werken beter? Hoe pak je je evaluatie aan? Wat kan je leren van je collega’s? En hoe zorg je ervoor dat elke leerling zich welkom voelt?”

Kjell Bosmans (GO!): “De leraar maakt het verschil. Dat blijkt uit elk onderzoek. Daarom geven wij hen tools om het M-decreet zelf, binnen hun schoolvisie, uit te bouwen. En we ondersteunen zorgcoördinatoren en leerlingbegeleiders, zodat zij op hun beurt leraren kunnen ondersteunen.”

Verbinden

“Leraren staan er niet alleen voor”, geeft Floor Tempelaere aan. “Wij stimuleren scholen en leraren om samen te werken. Met collega’s, zorgcoördinatoren, het CLB, GON-begeleiders, lerarenopleidingen, BanaBa-zorgverbreding, buitengewone scholen in de buurt, vrijwilligers, nascholingsdiensten, maar zeker ook met de ouders en leerlingen.

Dat netwerk bestaat meestal al. Alleen kan de samenwerking soms nog optimaler. Wij verbinden die partners.”


Wie kan bij de competentiebegeleiders terecht?

Leraren, leerlingbegeleiders, GON-begeleiders, zorgcoördinatoren, directeurs …
Buitengewone en gewone scholen
Scholen die hun aanpak en aanbod voor leerlingen met ASS willen verbreden en verdiepen
Scholen die starten met het type 9
Scholen die starten met het type basisaanbod (nu type 1 & 8 en type1-OV3)

Contacteer een competentiebegeleider

Elk onderwijsnet geeft de competentiebegeleider een andere naam. Het vrij onderwijs kiest voor ‘pedagogisch begeleider competentieontwikkeling‘, het GO! en het POV kiezen voor ‘pedagogisch begeleider inclusie‘ en OVSG voor ‘zorg/competentiebegeleider‘.

Contacteer hen via de onderstaande mailadressen. Zij overleggen in hun team hoe ze jouw school het best verder helpen.

GO! – kjell.bosmans@g-o.be
OVSG – via de regionale adviseur of axel.pannecoucke@ovsg.be
VSKO – luc.vanacker@katholiekonderwijs.vlaanderen
POV – jef.van.de.wiele@pov.be

Bron: Klasse 8 oktober 2015 https://www.klasse.be/7046/competen...-het-m-decreet/

Eigen mening: Het is zeker nodig dat leerkrachten en leerlingen begeleiding en ondersteuning krijgen. Ik denk dat het in het begin een beetje onwennig zal zijn voor de leerlingen en de leerkrachten, maar na een tijdje zal het wel goed verlopen. Belangrijk is dat alle betrokken partijen zowel scholen, leerkrachten , leerlingen en ouders samen overleggen om te zien wat het kind aankan. Zelf heb ik stage gelopen in het bijzonder lager onderwijs en daar merkte ik dat de kinderen blij waren dat ze les kregen op maat. Een leerkracht vertelde me dat veel leerlingen heel ontmoedigd aankwamen in de school, maar in het bijzonder onderwijs fleurden ze helemaal op. Dus we zullen moeten afwachten om te zien hoe het M-decreet afloopt.

Net zoals Jade denk ik dat het zeker nodig is om extra begeleiding te krijgen. De meeste leerkrachten hebben geen ervaring men leerlingen die extra behoeften nodig hebben. Hoe ze met deze leerlingen moeten omgaan en hoe ze de lessen voor hen interessanter kunnen maken, kunnen ze wel leren. De competentiebegeleiders zijn een verrijking in het onderwijsgebeuren. Elke leerling heeft het recht zich optimaal te kunnen ontwikkelen en mee te kunnen tijdens de les. Sommige leerlingen hebben hierbij meer ondersteuning nodig dan andere leerlingen. Sommige leerlingen leren beter visueel, terwijl andere leerlingen beter leren als het iets zelf kunnen ontdekken. Sommige leerlingen werken graag in groepsverband, andere leerlingen werken liever alleen. Organisatorisch is dit in het begin bij zeer heterogene klassen erg moeilijk, maar ik ben er zeker van dat het met de nodige organisatorische hulp zeker moet lukken.