|
#1
|
||||
|
||||
Weg met de gevangenis?
Weg met de gevangenis?
Volgens Amerikaanse sociologen doet een gevangenisstraf het risico op latere geweldmisdrijven nauwelijks afnemen.[1] Dat benadrukt ook criminoloog Richard Sparks, recent bekroond met een eredoctoraat aan de KU Leuven. Eerder onderzoek wees al uit dat gevangenisstraffen weinig effectief en duur zijn. Afschaffen dan maar? De idee om gevangenissen te sluiten stuit op veel weerstand bij politici en in de publieke opinie. Houden zij krampachtig vast aan onhoudbare dogma’s en zijn ze blind voor de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, of hebben zij goede redenen voor hun verzet? Als de sociologen gelijk hebben en gevangenisstraffen inderdaad niet effectief zijn, is het dan geen uitgemaakte zaak dat ze afgeschaft moeten worden? Niet noodzakelijk. Verleden en toekomst Er zijn ruwweg twee soorten redenen om mensen op te sluiten. De eerste categorie omvat redenen die betrekking hebben op de toekomst: het weerhoudt hen ervan om nieuwe feiten te plegen, ze worden er betere mensen van, de maatschappij wordt er beter van, enzovoort. Onderzoek lijkt aan te tonen dat die redenen allemaal dubieus zijn: het risico op nieuwe feiten neemt niet af, ze worden geen betere mensen en de maatschappij houdt er vooral kosten aan over. Bovendien zou het zeer problematisch zijn om mensen alleen op te sluiten om toekomstgerichte redenen. Ten eerste zouden we dan mensen die opzettelijk een verschrikkelijke misdaad hebben begaan, maar geen verder gevaar vormen, vrij moeten laten. Ten tweede zouden we mensen die een groot gevaar vormen, maar niets misdaan hebben, kunnen opsluiten. Je kunt mensen ook opsluiten om redenen die betrekking hebben op het verleden. Hier wordt gekeken naar wat gebeurd is en welk antwoord daarop gepast is. Als de dader van een misdaad verantwoordelijk gehouden kan worden en dus bijvoorbeeld niet geestesziek is, eisen we dat hij of zij iets doet of ondergaat: de schade moet hersteld of gecompenseerd worden, er moet een boete betaald worden of een straf worden uitgezeten. We maken dus een onderscheid (dat uiteraard niet altijd helder is) tussen (1) patiënten die niet anders konden handelen en voor hun ziekte behandeling nodig hebben en (2) verantwoordelijke daders die een straf verdienen. In het tweede geval ligt de nadruk niet zozeer op de effecten van de straf, maar eerder op de vraag of de straf een gepast antwoord is op wat gebeurd is. Dat antwoord moet aan verschillende eisen voldoen: het moet de dader op zijn of haar verantwoordelijkheid wijzen, recht doen aan de waardigheid van de slachtoffers en een onderscheid maken tussen misdadigers en patiënten. Straf en behandeling Veel vormen van straffen, dus niet alleen gevangenisstraffen, zijn weinig effectief. Om daders op het rechte pad te krijgen, zijn aangepaste behandelingen noodzakelijk. Maar een louter toekomstgerichte blik volstaat niet als reactie op misdaden van verantwoordelijke daders. Het is niet alleen belangrijk om betere mensen van hen te maken, de misdaad moet ook als dusdanig erkend worden. Wie een betere toekomst wil, mag de blik niet afwenden van het verleden. Als antwoord op oorlogsmisdaden, proberen we bijvoorbeeld niet alleen om verdere oorlogen te voorkomen, we willen ook dat misdadigers opgespoord en berecht worden. We behandelen daders dus vooral met het oog op de toekomst, maar we straffen ook met het oog op het verleden. Vaak zijn beide nodig. Betekent dat dat gevangenisstraffen behouden moeten blijven? Niet noodzakelijk. Het betekent alleen dat verantwoordelijke daders, naast eventuele behandeling, een vorm van straf verdienen. Het is uiteraard aangewezen om rekening te houden met de effectiviteit van die straf: in welke mate zet de straf de dader op weg naar een betere toekomst? Naast het begin van een nieuw leven is de straf echter ook een antwoord op een misdaad en het einde van een maatschappelijk proces waarin we collectief een plaats toekennen aan de misdaad en de misdadiger om verantwoording vragen voor wat hij of zij heeft gedaan. Dat de publieke opinie vasthoudt aan gevangenisstraffen, heeft volgens mij vooral daarmee te maken. Het gaat niet zozeer om de gevangenisstraf, wel om de vrees dat in louter toekomstgerichte overwegingen een aantal belangrijke redenen om te straffen verdwijnen. We moeten rekening houden met de vaststelling dat gevangenisstraffen ineffectief zijn. Ons antwoord op misdaden is te weinig toekomstgericht. Dat betekent echter niet dat gevangenisstraffen afgeschaft moeten worden en vervangen door vormen van behandeling. Een gevangenisstraf voor verantwoordelijke daders lijkt in veel gevallen een gepast antwoord op wat gebeurd is. Het gaat niet om straffen of behandelen, maar om straffen én behandelen. Zo kunnen we daders, slachtoffers en de maatschappij een toekomst bieden op een manier die het verleden erkent. [1] (Harding et al., ‘A Natural Experiment Study of the Effects of Imprisonment on Violence in the Community’, Nature Human Behaviour, 2019) KU Leuven Blogt, 22-05-2019 (Benjamin De Mesel) |