|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
‘Dit geluid kun je niet negeren’
Etterbeek deelt anti-agressiefluitjes uit aan zijn bange inwoners. Iemand die roept kan worden genegeerd, iemand die fluit niet.
Met ‘help’ roepen alleen kom je er niet in Etterbeek. Toch niet als je al wat ouder bent en je stem wat minder krachtig klinkt. Geen nood evenwel. De gemeente deelt 800 anti-agressiefluitjkes uit aan zijn oudere inwoners, zo bericht la Capitale vandaag. ‘Het lijkt een grap, nietwaar’, beseft burgemeester Vincent De Wolf (MR). ‘Maar de fluitjes helpen echt.’ Het idee ontstond op een preventiemeeting zowat vijf jaar geleden. Eén van de senioren opperde toen het idee: geef ons gewoon een fluitje zodat we veel lawaai kunnen maken als we ons bedreigd voelen of in nood zijn. De preventiedienst vond het niet zo’n dwaas idee en deelde prompt duizend fluitjes uit. Een succes, zegt burgemeester De Wolf. En daarom herhaalt Etterbeek de actie met 800 nieuwe fluitjes. Een concreet voorbeeld heeft de burgemeester niet. Wel weet hij – uit brieven en contacten op straat – dat zijn senioren minder bang zijn nu ze zo’n fluitje hebben. Het zijn dan ook geen gewone fluitjes, ze maken een erg scherp, schel geluid. ‘U moet het maar eens aan een psycholoog vragen, maar gewoon “hulp” roepen, heeft vaak geen effect. Mensen kijken weg, willen niet tussenkomen. Maar van een heel scherp geluid, kijkt iedereen op. In het beste geval zet de agressor het zelfs meteen op een lopen.’ Bron: De Standaard, 2 mei 2017 http://www.standaard.be/cnt/dmf20170502_02861640 Eigen mening: Het fluitje voor de ouderen in noodsituaties zou effect hebben volgens de burgemeester van Etterbeek, maar ik heb er toch een aantal bedenkingen bij. Ik weet niet zeker of het fluitje een verbetering is op de gewone hulpkreet. Als om hulp roepen de aanvaller niet afschrikt, gaat volgens mij een fluitje het ook niet doen. Ook stel ik mij de vraag of de senioren de tijd zullen hebben om het fluitje te nemen en er vervolgens op te fluiten in de tijd dat ze worden aangevallen. Of de mensen sneller zullen reageren op een fluitsignaal, is ook nog af te wachten. Het zou al een stuk helpen als de inwoners van Etterbeek van deze situatie afweten. Het kan gebeuren dat de mensen het fluitsignaal niet meteen herkennen als een noodsituatie. Wat ik zeker wel positief vind, is dat ouderen zich met het fluitje zich beter op hun gemak voelen op straat. |
#2
|
|||
|
|||
‘Dit geluid kun je niet negeren’
Ik ben het eens met Sam. Ik denk dat wanneer je om hulp roept dit nog steeds meer effect heeft op omstaanders dan dat je op het fluitje gaat blazen. Het is echter wel voor senioren bedoeld die niet meer zoveel kracht hebben in hun stem. Voor hen zou het wel nuttig kunnen zijn maar dan moeten ze wel snel kunnen reageren en snel op het fluitje blazen. Hulp roepen gaat wel sneller zijn maar het heeft misschien minder effect omdat de senioren niet meer zoveel kracht hebben in hun stem. Ik denk dat er nog een beter alternatief is. Deze bestaan al maar zijn wel duurder dan de fluitjes. Het is een soort van alarm dat afgaat wanneer je een pinnetje uit het apparaat trekt en dan gaat het alarm af. Het gaat pas stoppen wanneer je het pinnetje er terug in steekt. Het voordeel van het alarm is dat het snel is en dat het veel lawaai maakt.
|
#3
|
||||
|
||||
En toen voelde ik een heftige ruk aan mijn handtas
En toen voelde ik een heftige ruk aan mijn handtas
Assita Kanko Straffeloosheid is geen mythe, maar een kwaad dat onze samenleving van binnenuit aantast. Ik hoor vaak verhalen van anderen die ermee geconfronteerd worden, en deel of ventileer dan hun verontwaardiging. Ik kreeg er zelf mee te maken, op 29 maart, in de wijk waar ik al tien jaar een vrij onbezorgd leven leid. Ik heb met een vriendin geluncht. We zijn in een uitstekend humeur en de zon schijnt. We lopen de Naamsestraat in en Annemie, die haar auto in de naburige parkeergarage had gezet, stelt voor dat ze me naar huis brengt. Omdat ik vlakbij woon, verkies ik te voet te gaan. Rond twintig over twee sta ik dus voor mijn deur aan de Elsensesteenweg. Voor ik mijn sleutels neem, kijk ik even om. Een man in een grijze donsjas komt achteloos aangelopen. Ik vind dat raar, want het is warm. Hij is bijna twee meter lang, met brede schouders. Aan de overkant zie ik iemand anders lopen, iemand met een baardje, die er niet verdacht uitziet. De voorbijganger stelt me gerust, en het is klaarlichte dag. Zoals altijd houd ik mijn tas in mijn linkerhand. Ik steek de sleutel in het slot om mezelf binnen te laten. Opeens voel ik een heftige ruk aan mijn tas. Ik laat meteen mijn sleutel los, draai me om en plooi mijn arm dubbel om mijn handtas niet kwijt te raken: mijn belager is niemand minder dan de man met de grijze donsjas. Hij kijkt me in de ogen terwijl hij blijft trekken. Ik probeer me uit alle macht te verweren, maar hij is veel sterker dan ik. Omdat ik weiger mijn handtas te laten schieten, sleept hij me mee tot aan de volgende deur … Mijn pumps zijn van mijn voeten gevallen. Intussen is de voorbijganger op ons afgekomen, dankzij zijn tussenkomst slaag ik erin mijn handtas vast te houden. De dief zet het, ettelijke seconden later pas, op een lopen, zonder daarom de buurt te verlaten. Ik bedank de onbekende, waarschuw de vrouwen in het aanpalende huis en stap helemaal overstuur mijn woning binnen. Door me zo fel te verweren doen mijn linkerhand en mijn enkels behoorlijk pijn. Pas wanneer ik goed en wel binnen sta, besef ik wat er is gebeurd. Zoals zo veel andere vrouwen en mannen in Brussel, ben ik het slachtoffer van een overval. Ik mag van geluk spreken dat het niet ’s nachts is gebeurd, in een verlaten straat. De tranen springen in mijn ogen, ik begin te beven. Wat moet ik doen? Ik weet dat ik een klacht moet indienen, maar de getuige is al verdwenen. Ik ben boos op mezelf. Ik ga naar beneden en loop naar het politiebureau waar ik het gebeuren meld, ik weet zeker dat ik mijn belager zou herkennen. Ik ben ervan overtuigd dat dit de juiste reactie is. Maar via Facebook krijg ik verschillende persoonlijke berichtjes waarin staat dat een aangifte geen nut heeft. Klopt dat? De volgende dag wordt een man voor andere feiten door de politie verhoord. Als ik hem zie, ben ik aan de grond genageld. Ik herken hem formeel en meld dat aan een agent. Ik voel me kwetsbaar. Zullen ze hem aanhouden? Ik zit op hete kolen. Maar even later wordt de man door de magistraat op vrije voeten gesteld. Waar is de getuige die me geholpen heeft? Hoe kan ik hem terugvinden? En de bewakingscamera’s? Zijn er wel camera’s? Slachtoffers van geweld zeggen me dat daders systematisch worden vrijgelaten. Ze vinden het nutteloos een klacht in te dienen. ‘De politie doet toch niets.’ Het klinkt haast als een refrein. Maar toen ik die dag het politiebureau verliet, voelde ik me niet zozeer aangeslagen door mijn eigen situatie als wel door die van de politie. Ik had medelijden met hen, mensen van vlees en bloed, die hard hun best doen om ons te beschermen, maar die moeten werken in een systeem dat van geen kanten meer draait. Om de haverklap krijg ik verhalen te horen over misdadigers die zware feiten hebben gepleegd, bekendstaan bij de politie, maar er op een of andere manier in slagen hun criminele loopbaan straffeloos voort te zetten. Net die straffeloosheid heeft als gevolg dat mijn stad kwetsbaar wordt, dat de boel er in het honderd loopt en dat de wet van de sterkste er geleidelijk aan de overhand neemt. Kleine criminelen worden er zo toe aangezet grote criminelen te worden. Zo kan er in de samenleving geen respect bestaan voor orde en gezag. Kandidaat-misdadigers worden op geen enkele manier tot verantwoordelijkheidszin gestimuleerd. Het is onmogelijk geworden om wie het slechte pad opgaat, via straffen tot inkeer te brengen. De brave burger incasseert voortdurend klappen, terwijl de politie de individuen die ze vandaag heeft gearresteerd, morgen op straat tegenkomt. En die individuen weten heel goed dat ze weinig gevaar lopen. De politie is niet alleen gefrustreerd omdat haar werk niet naar waarde wordt geschat, ze betreurt vooral dat de bevolking hoe langer hoe minder vertrouwen in haar stelt en dat gewone mensen steeds meer gevaar lopen en niet over middelen beschikken om zich te beschermen of te verdedigen. De politie beschermt ons, maar wie beschermt haar? De voorbije jaren worden politieagenten in Frankrijk en België steeds vaker het slachtoffer van gerichte aanvallen. Laten we erop toezien dat ze elke dag minstens met evenveel enthousiasme kunnen opstaan als de vorige dag, dat ze aan de slag kunnen in het vaste besef dat hun werk ergens toe dient. De rechtsstaat is er niet alleen voor misdadigers, hij is er evenzeer voor hun slachtoffers. De politiek moet dringend de strijd aanbinden tegen de straffeloosheid. Zodat de politie niet meer machteloos hoeft toe te kijken en werkelijk kan opkomen voor onze veiligheid. Anders ligt de weg helemaal open voor chaos en verval. Assita Kanko is gemeenteraadslid in Elsene (MR) en lid van de denktank Liberales DS, 03-05-2017
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#4
|
|||
|
|||
Ik vind dit een zeer goed initiatief! Zoals in het artikel wordt geschreven zullen sommige mensen niet reageren wanneer men om hulp roept en kijken hierdoor niet om omdat ze niet willen zien wat er gebeurt. Wanneer iemand op het fluitje blaast ga je meteen schrikken en kijken van waar het geluid komt. Als die mensen dan zien dat die persoon in nood is, gaan ze misschien sneller ingrijpen.
Ook voor oudere mensen die alleen thuis wonen is dit een handig middeltje! Vaak worden ze niet gehoord omdat er niemand in de buurt is. Wanneer de ouderen dan op het fluitje kunnen blazen, is dit misschien hoorbaar tot bij de buren en gaan die een kijkje nemen als ze hiervan op de hoogte zijn. Ik denk dat dit initiatief vast en zeker op meerdere plaatsen mag komen! |