|
#1
|
|||
|
|||
Mensen zijn vaak boos op mij
voorpublicatie Marian Donner
Mensen zijn vaak boos op mij Wie zou je een stem willen geven die nu onzichtbaar blijft? Die vraag kreeg Marian Donner van de artistiek leider van Theater aan Zee Jozefien Mombaerts. Donner koos haar zesjarig zoontje, die botst tegen de klassieke kaders van het onderwijs. Een voorpublicatie. Mensen zijn vaak boos op mij. Ik ben al zes, maar volgens anderen verpest ik het vaak voor de rest. Bij het voetballen doe ik alsof de bal van lava is gemaakt en ik waterkrachten heb en dan pak ik de bal en ren ermee weg en dan gaat iedereen tegen me schreeuwen. Als we tikkertje spelen, doe ik alsof er onzichtbare muren zijn waar we niet doorheen kunnen en dan willen kinderen niet meer met me spelen omdat ze die muren niet zien. In de klas is de houten bank een draak en mijn tafeltje een ufo en dan ben ik een ruimtereiziger die in een vreemde wereld is beland en schreeuw ik het soms uit. De juf zet me vaak aan een apart tafeltje, met mijn gezicht naar de muur, omdat ik me te veel laat afleiden, maar aan die muur hangen tekeningen en de kleuren en lijnen daarop bewegen soms en dan gebeuren er de spannendste dingen op die muur en krijg ik mijn werk nog steeds niet af. De juf zegt dat ik te weinig doe. Ik maak mijn letters niet, ik doe geen sommetjes, als andere kinderen hun werkboekjes al af hebben, ben ik nog niet eens halverwege. Maar mijn werkboekjes zijn wel de mooiste van allemaal. Ik versier de bladzijden met krullen en kringels, verander de vragen in veel leukere vragen en maak doolhoven en boter-kaas-en-eieren spelletjes van de stippeltjes waar je de antwoorden in moet vullen. Tijdens het oudergesprek, toen mijn moeder en ik bij de juf moesten komen, zei de juf dat ik alleen oplet in de klas als ze raadsels van de sommen maakt, met verhalen over dino’s en monsters erbij, dat ik dan ook altijd het antwoord weet. De juf zei dat mijn ogen alleen beginnen te stralen als ze de gekte in zichzelf toelaat, zo zei ze dat, de gekte toelaten, en dat ik dan altijd vooraan sta om mee te doen. Maar ja, zei de juf, ze kon toch moeilijk de hele dag gek doen. Mijn moeder knikte toen, maar ik dacht: waarom niet? Het leukste aan school vind ik de bibliotheekboeken. Een tijdlang lag in mijn laatje een boek dat De wereld van Tolkien heette. Het ging over draken en een ring en er stonden hele mooie tekeningen in. Ik liet mijn klasgenoten die tekeningen zien, vertelde hun de verhalen erbij en dan was iedereen stil, de hele klas luisterde naar mij. Toen ik dat boek terug naar de bibliotheek moest brengen, moest ik huilen. Ik moet vaak huilen, ook al ben ik al zes, over dingen die ik onrechtvaardig vind, of dingen die ik niet mag, want waarom moet ik de hele dag stil zitten op een stoel, waarom mogen we tijdens de lunch niet praten, waarom moet ik letters maken, sommen maken, voor later zeggen mensen, maar ik wil gewoon lezen over draken. En daarom vindt de juf nu dat ik van school af moet. Tijdens het oudergesprek zei ze dat tegen mijn moeder en hoorde ik mijn moeder zuchten, want mijn moeder maakt zich zorgen. Dat zegt ze niet, maar ik voel het wel. In groep 2 klaagden de juffen ook al over mij, ze vonden me toen te speels, ik wilde alleen maar tekenen en dat was niet goed, ik zat te veel in mijn eigen fantasie. Mijn moeder is bang dat de juffen en meesters uit groep 4 en 5 en 86 altijd hetzelfde over me zullen blijven zeggen, dat ik niet voldoe. Mijn moeder zegt dat ze vroeger precies was zoals ik, maar dat zij zich heeft aangepast. Haar hele schooltijd heeft ze precies genoeg gedaan om de lessen te halen, om niet op te vallen en geen probleem te zijn. Mijn moeder was als water, zegt ze, maar mij noemt ze een rots. Omdat ik weiger te doen wat van me wordt verwacht. Mijn moeder vindt dat ik niet zo koppig moet doen. Ik denk dat ze wil dat ik meer als water word. Laatst vertelde ze over een beroemde kungfumeester die dat lang geleden al zei. Ik zit zelf ook op kungfu en ga het liefst naar school in mijn zwarte ninjapak, tenzij dat in de was zit, dan heb ik ook nog een rood samoeraipak. Vaak sluip ik door de gangen van school om juffen te laten schrikken, en val ik ze van achter aan met een strijdkreet. Bruce Lee heette de kungfumeester en hij zei dat je vormloos moet zijn als water. Dat je je aan moet passen aan je omgeving, dat je dan overal langs en doorheen kunt sijpelen en zo zult overwinnen. Maar ik kan dat niet. Ik kan me inbeelden dat ik een dino ben, of een lavameester, of een monster, ik heb zelfs een keer een hele pauze gespeeld dat ik een plakbandje was, maar water is nog te moeilijk voor mij. Misschien moet je daar een ninjaniveau hoger voor zijn. Tijdens het oudergesprek zei de juf dat ze nu al kon zien welke kinderen het gaan redden op school en welke niet, ook al zijn we pas zes. Ik durfde de juf niet aan te kijken toen ze dat zei. Vorig jaar hebben ze mijn vriendje Wessel ook al van school gestuurd. Wessel was altijd vrolijk en vond alle stokje en stenen en schroeven die ik op straat vond even mooi, maar hij was ook heel druk en luisterde niet en soms sloeg hij andere kinderen. Hij sloeg zelfs een keer een juf. Hij kon het niet inhouden, zei hij, en dan moest hij huilen. Hij is weggestuurd van zwemles, van de buitenschoolse opvang en daarna ook van school. Nu zit hij op een speciale school en krijgt hij binnenkort pillen om hem rustiger te maken. Mijn moeder schrok daarvan, ze vroeg aan Wessels moeder of ze dat wel zou doen, maar Wessels moeder zei dat Wessel al zijn hele leven Nee te horen krijgt, Nee Wessel, niet doen, niet aanraken, blijf stil zitten, hou je in. Zijn moeder gunde hem een Ja, zei ze. Een Ja, ga maar en toe maar en het is goed zo. Daarom ging ze hem nu toch die pillen geven, zodat de wereld Ja tegen Wessel zou zeggen. Toen de juf dat zei, over dat ze kon zien welke kinderen het gaan redden en welke niet, voelde ik dat mijn moeder naar me keek. Zelf keek ik naar mijn voeten en stelde me voor dat daar een staart groeide waarmee ik weg kon vliegen. Maar toen opeens legde mijn moeder haar hand op mijn been, alsof ze me hier wilde houden, en dat kwam door wat de juf daarna zei. De juf zei dat ze zich geen zorgen maakt dat ik het niet zal redden op school. Waar de juf bang voor is, zei ze, is dat ik het wél zal redden. Dat ik me aan zal passen en mijn fantasie onderdruk om mee te komen en dat mijn tafeltje dan op een dag geen ufo meer is, maar gewoon een houten plank. Even dacht ik dat mijn moeder zou gaan huilen, dat zie ik altijd aan haar mond, maar zelf wist ik al dat de juf zoiets zou zeggen. Mijn juf is dol op mij, dat voel ik elke dag. Zij was ook degene die De wereld van Tolkien uit de bibliotheek voor me haalde, ook al was ik daar eigenlijk nog te klein voor, ze wist dat ik het aankon. En ze klaagt wel dat ik mijn werk niet doe, en te langzaam ga, maar ze zegt ook heel vaak dat het natuurlijk veel leuker is in mijn hoofd dan in de werkelijkheid. Mijn juf begrijpt mij. Alleen moet ze zelf ook aan allerlei regels voldoen. Daarom kan ze ook niet de hele dag gek doen, omdat ze cijfers moet scoren en richtlijnen moet halen. En daarom gaat ze nu ook stoppen als juf. Tijdens het oudergesprek zei ze tegen mijn moeder dat ze steeds meer het gevoel heeft dat ze kinderen in een vaste vorm moet kneden. Terwijl ze juist vindt dat kinderen zelf hun vorm moeten kneden. Ook als dat een gekke vorm is met rare uitsteeksels en paarse stippen erop. Dus daarom gaat de juf nu van school af en vindt ze dat ik hetzelfde moet doen. Ze wil dat ik naar een andere school ga waar meer ruimte is voor mijn ideeën en verhalen en ik vaker ‘Ja en Toe maar’ te horen krijg. De juf is dertig jaar ouder dan ik, maar het is alsof ze tegen me roept: rennen Ronin, nu het nog kan! Maar waar moet ik heen? Mijn school is dicht bij huis, hier zijn mijn vriendjes, hier hebben ze De wereld van Tolkien in de bibliotheek. Wie zegt dat ze dat boek op een andere school ook hebben? De juf heeft vijftien jaar les gegeven, op allerlei verschillende scholen, maar kennelijk was geen enkele leuk genoeg. Voordat ze juf was, paste ze trouwens op katten. Ze heeft wel eens verteld dat ze ook een tijdje dakloos is geweest. En nu wordt ze volgend jaar reisleidster. Dan gaat ze verre landen zien en allerlei avonturen beleven. Ik hoop dat ze me af en toe een kaartje stuurt, misschien wel uit Japan, waar de ninja’s wonen. Ik denk wel dat ze dat gaat doen, want de juf heeft al vaak gezegd dat ze me nooit zal vergeten. Ze vertelde mijn moeder zelfs dat ze mijn naam op een briefje heeft geschreven en dat briefje in een la heeft gestopt, om het daar over twintig of dertig jaar weer uit te halen en op te zoeken wat er van mij geworden is. Ze is ontzettend benieuwd waar een jongen als ik terecht zal komen. Ze noemt me bijzonder en de allerkoppigste persoon die ze ooit heeft ontmoet. Maar volgens mij ben ik helemaal niet zo bijzonder. Ik zag het aan mijn klasgenoten, toen ik ze de tekeningen liet zien uit De wereld van Tolkien, en ze de verhalen vertelde die daarin stonden, over Gandalf en de legers van Mordor, toen begonnen hun ogen te glanzen en stonden ze allemaal om me heen, zelfs de kinderen die normaal overal doorheen praten, luisterden toen. En als ik doe of de voetbal een lavabal is, schreeuwen ze misschien tegen me, maar ze moeten ook vaak lachen en soms rent er zelfs iemand met me mee. En oké, niemand ziet de onzichtbare muren, maar ik weet zeker dat iedereen zou willen dat die wel bestaan. Wie wil er nu niet leven in een wereld van draken en magie? Na het oudergesprek, toen ik al in bed lag, riep ik mijn moeder. Ik roep vaak om mama of papa als ik al in bed lig, te vaak volgens hen, maar ik heb altijd nog zo veel vragen, over wie de eerste lavameester was en of we een ninjafeestje kunnen organiseren en hoe het zou voelen om te vliegen en een keer vroeg ik hoe we eigenlijk weten dat dit allemaal echt is, daar schrok mijn moeder toen een beetje van, maar deze avond vroeg ik niks. Ik riep gewoon om mama en toen ze kwam, zei ik dat ik vergeten was wat ik wilde vragen. Maar mama werd niet boos, ze zei niet dat ik moest gaan slapen, deze avond sloeg ze haar armen om me heen, snuffelde aan mijn haren, dat doet ze al sinds ik een baby ben, ze zegt dat ik naar vuur ruik, en fluisterde alleen maar heel zachtjes sorry. Marian Donner brengt deze tekst live op Theater aan Zee op woensdag 3 augustus om 15 u. Daarna gaat ze in gesprek met o.a. psychologe Els Heene en theatermaker Tom Struyf. theateraanzee.be Bron: De Standaard https://www.standaard.be/cnt/dmf202...TyCZ3yNlQ%3D%3D Datum: 23/07/2022 |