Artikel:
De prijzen van verschillende types van woningen zijn in België in 2011 met 3 à 4 procent gestegen. Dat blijkt uit de officiële cijfers van de FOD Economie. Rekening houdend met een inflatie van 3,5 procent in 2011 betekent dit dat de reële prijs van woningen in 2011 vrijwel onveranderd is gebleven.

Gewone woonhuizen werden 4,1 procent duurder. Vorig was dat 5,1 procent.
Villa’s, bungalows en landhuizen gingen 3,5 procent hoger. In 2010 was dat 6 procent.
Appartementen stegen 3 procent in prijs. Vorig jaar was dat nog 6,7 procent.
Prijzen van bouwgronden bleven stabiel (-0,3 procent). In 2010 waren ze nog met 8,6 procent gestegen.
Door de crisis hadden de woningprijzen het moeilijk in 2009. Voor eerst in 26 jaar gingen de prijzen toen wat lager. Door het economisch herstel stegen ze in 2010 opnieuw met ongeveer 6 procent. Dat was beduidend meer dan de inflatie in dat jaar (3,1 procent). Bouwgronden stegen zelfs met 8,6 procent. Er was sprake van een reële waardestijging. In 2011 is de prijsstijging minder uitgesproken. Ze bedraagt eigenlijk niet meer dan de inflatie.

Geen vastgoedcrisis
Van een zware residentiële crisis zoals in Nederland, de VS, Spanje of Ierland, is in België geen sprake, op basis van de cijfers voor 2011. In nominale waarde zaten gewone huizen (188.391 euro), villa’s (330.865 euro) en appartementen (195.402 euro) op historische recordprijzen. Alleen voor bouwgronden (102,6 euro per m² in 2011) moeten we teruggaan naar 2010 (102,9 euro per m²) voor het historisch record.

In de tweede helft van 2011 verslechterde het economisch klimaat door een verzwakking van de wereldeconomie, de eurocrisis en de maatregelen van de regering Di Rupo. Daarvan is in de cijfers van het laatste kwartaal van 2011 weinig of niets te merken. Dat wil nog niet zeggen dat er geen impact was. De cijfers van de FOD Economie zijn gebaseerd op prijzen in de verkoopakten. Die worden slechts drie maanden na de verkoopovereenkomst (compromis) ondertekend. Pas in de volgende kwartaalcijfers zal blijken of de prijsdaling die de notarissen deze week rapporteerden voor het eerste kwartaal van 2012 (-4%) wordt bevestigd. Omdat de Notarisbarometer, die weliswaar minder precies is, is gebaseerd op de prijzen in de compromis, loopt die drie à zes maanden voor op de officiële cijfers van de FOD Economie.

Vlaanderen
In Vlaanderen was er nog een stijging in alle categorieën. Een gewoon woonhuis kostte er vorig jaar gemiddeld 201.129 euro (+4,6%). Een villa veranderde van eigenaar voor 353.056 euro (+3,1%) en een appartement voor 200.864 euro (+2,7%). Bouwgrond (156,8 euro per m²) werd nog een beetje duurder (+0,8%).

De goedkoopste provincie voor een gewoon huis was Limburg, met 177.840 euro. In Vlaams-Brabant zijn die huizen het duurst (232.797 euro).

Ronse is het goedkoopst (+124.258 euro), Kraainem is het duurst (366.449 euro). Daarna volgen Sint-Martens-Latem (359.691 euro), Wezembeek-Oppem (+344.009 euro) en Knokke-Heist (341.935 euro).

Brussel
In het Brussels Hoofstedelijk Gewest (19 gemeenten) betaalde u 348.718 euro (+3,7%) voor een gewoon woonhuis. Villa’s werden er fors duurder, met een stijging van 15,1 procent tot 1.031.738 euro.

De schaarse bouwgronden veranderen er voor 436,0 euro per m² (+16,4%) van eigenaar.

Voor woonhuizen is Elsene de duurste gemeente (481.947 euro). Sint-Agatha-Berchem (275.854 euro) het goedkoopst.

Wallonië
In Wallonië betaalt u 143.554 euro (+2,7 procent) voor een gewoon woonhuis. Een villa verandert er voor 263.438 euro (+2,9 procent) van eigenaar en een appartement voor 153.405 euro (+3,3%). Bouwgronden kosten er gemiddeld 48,8 euro per m² (+3,8 procent).

Lasne in Waals-Brabant (368.613 euro) is de duurste gemeente, Seraing (109.552 euro) bij Luik de goedkoopste.

Ondanks de beperkte gemiddelde stijging zijn er weinig provincies waar voor een type van vastgoed prijsdalingen worden vastgesteld. Alleen voor bouwgronden in de provincie Antwerpen (-1,3%) en Oost-Vlaanderen (-1,3%), voor appartementen in Vlaams-Brabant (-1,2%) en voor gewone woonhuizen in Luxemburg (-0,5%) is er sprake van een daling.

Reactie:
Eindelijk stijgen de prijzen van woningen niet meer zo hard. Als het zo had blijven voortgaan, ging het bijna onmogelijk worden om later nog een huis/appartement te kopen. Dit is toch zeer belangrijk voor de jeugd. Zij wonen nu nog gewoon bij hun ouders en hebben nog geen kosten. Als ze dan een eigen huis zouden willen, dan zou het bijna onmogelijk worden om dit te verwezelijken. De woningprijzen zijn nog wel gestegen, maar de stijgen gaat ongeveer gelijk met de inflatie. Dit wil zeggen dat de eigenlijke prijs reeël onveranderd is. Dus men moet wel meer betalen dan vorig jaar, maar de inkomsten van de werkende mensen zijn ongeveer even hard gestegen als de woningprijzen.
Er is dus toch nog hoop dat we een eigen huis kunnen kopen.