|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
|||
|
|||
Hoe kunnen we vechten tegen nepnieuws en alternative facts?
Hoe kunnen we vechten tegen nepnieuws, alternative facts, het bewuste misbruik van de waarheid voor propagandadoeleinden en het onderuithalen van de geloofwaardigheid van journalisten? Tim Verheyden zocht het uit voor het programma "Pano".
Het was lichtjes verbijsterend om vast te stellen hoe snel het maatschappelijk debat over een mogelijke invloed van het Offerfeest op 1 september en een mogelijke latere start van het komende schooljaar daardoor weer ontaardde in een rondje schelden, op vooral sociale media. Het is 20 maart en ik ben voor het magazine "Pano" met clevere geesten als Carl Devos, Christophe Deborsu en Michael Van Peel intensief het nieuws aan het volgen en aan het factchecken voor een reportage over fake news. "Offerfeest stuurt eerste schooldag in de war", kopte een krant. Het nieuws werd opgepikt en later hier en daar genuanceerd, Maar de Moslimexecutieve wist zelfs nog niet eens wanneer het Offerfeest dit jaar zou plaatsvinden. De datum kon op 20 maart nog niet worden vastgesteld, omdat die wordt bepaald door de maankalender en niet door de gebruikelijke zonnekalender. Dat weerhield velen er niet van ongezouten meningen te spuien aan de Twittertoog en ongetwijfeld ook in het echte leven. Gepolariseer, gevoed door wat je fake news zou kunnen noemen. Mijn definitie van fake news is ruimer dan waar nepnieuws doorgaans voor staat, namelijk het bewust maken en verspreiden van valse berichten die mensen schade toebrengen. Fake news is voor mij ook de lezer misleiden. Bedrieglijke titels en ongeverifieerde copy paste journalistiek in de strijd om de meeste aandacht. Hoe meer u klikt en leest, hoe beter dat is voor de cijfers, reclame-inkomsten en aandeelhouders aan het eind van de dag. Je kan het journalisten en mediabedrijven moeilijk kwalijk nemen dat ze meevechten in de strijd om aandacht. Want dat is het geworden. Wij willen allemaal gezien, gelezen en gehoord worden in uw Facebooktijdslijn. Ik zie elke dag fantastische collega's met eer en ziel prachtig journalistiek werk doen om u te informeren, in tekst, beeld en geluid. De nieuwe media laten ons ook toe om creatiever om te gaan met hoe we het nieuws brengen. Maar de strijd om aandacht is er één van journalistiek experimenteren, met vallen en opstaan. Al 20 jaar doe ik dit vak met hart en ziel en ben meer dan ooit overtuigd van de noodzaak van de "klassieke" media, maar dat neemt niet weg dat enige zelfreflectie, ook over de mediawereld, op zijn plaats is. Katten en halfnaakte vrouwen We zitten op een naderend keerpunt. Als mensen door nepnieuws, alternative facts, het bewuste misbruik van de waarheid voor propagandadoeleinden en het onderuithalen van de geloofwaardigheid van journalisten, het echte nieuws niet meer geloven, dan bereiken we het echte point of no return. Kunnen we de strijd met nepnieuws aangaan? Ja, maar daarvoor mogen we alvast niet alleen vertrouwen op bedrijven als Facebook en Google. Facebook gelooft nog altijd dat het een technologiebedrijf is en geen mediabedrijf. Dat het mensen verbindt. Dat doet het ook, maar als u eender wanneer even uw Facebook checkt, ziet u dan enkel nog wat vrienden en familie aan het doen of aan het eten zijn? De hoeveelheid nieuws die u via Facebook krijgt aangeboden, is bijzonder groot. Facebook is geen vriendenboekje meer, het is een nieuwsplatform en dus moet het die verantwoordelijkheid ook nemen. De realiteit is ook dat het op Facebook krioelt van de al dan niet goed verborgen Facebookgroepen waarin elke seconde nepnieuws wordt verspreid over onder meer de twee populairste onderwerpen op dit moment: Donald Trump en moslims en de islam. In die groepen delen mensen massaal fake nieuwsberichten. Zo blijven ze leven in wat we een filter bubble noemen, een ongenuanceerd beeld op nieuws. En zo blijven ook de makers van nepnieuws massaal geld verdienen. Want als die berichten veel gelezen worden, dan brengt dat ook veel advertentiegeld op. Uiteraard verdient ook Facebook daar geld aan. Hopelijk vindt Mark Zuckerberg geloofwaardigheid minstens even belangrijk. De enige manier om fake news te verslaan, is aan schitterende journalistiek te doen. Niets meer of minder. Voorbij de clicks en likes, want die leiden toch alleen maar tot meer katten en halfnaakte vrouwen uit Temptation Island. Ik besef dat dat - zeker voor commerciële media - geen evidentie is. Frivole, hapklare leesbrokken en ronkende koppen moeten uiteraard kunnen. Ik lees ze ook, scrollend over mijn smartphone op een dood moment, op zoek naar wat vertier. Dat is geen probleem zolang er daartussen maar gestreefd wordt naar nuance, correctheid en vooral waarheid. Want daaraan twijfel ik soms als ik al die nonsens zie die vaak via buitenlandse nieuwssites geïmporteerd wordt in de -online- Vlaamse media. Maar ook door aan stevige zelfreflectie te doen, slordigheden te vermijden en een stevig debat te voeren over wat journalistiek vandaag kan en moet zijn. Vertrouwen herstellen Het is ook tijd om het historisch laag vertrouwen in de journalistiek te herstellen. We moeten nadenken over nieuwe vormen van journalistiek waarmee we nog meer en beter gaan luisteren naar onze lezers, kijkers en luisteraars. Nieuwe vormen en businessmodellen waarin we ook het internet als een conversatiemiddel gaan gebruiken om transparant te zijn over hoe we werken en waarom we bepaalde keuzes maken. Meer dan ooit moeten we respectvol omgaan met feiten, met de toon waarin we berichten en de context waarover we praten. In een wereld waarin soms ook de feiten niet meer als feiten worden afgedaan, hebben de media een verpletterende verantwoordelijkheid op vlak van beeldvorming en de daarbij intenser wordende discussies in en over onze maatschappij, over hoe we leven en met wie. Oh ja, als 1 september op een vrijdag valt, dan hebben scholen de vrijheid om daarmee creatief om te gaan en bijvoorbeeld een pedagogische studiedag in te lassen en zo het nieuwe schooljaar te laten starten op maandag de vierde. Eerlijk, waar praten we dan in het geval van "het Offerfeest & de eerste schooldag" eigenlijk nog over? Bron: De redactie (12/04/2017 – Tim Verheyden) http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/o...alyse/1.2948414 Eigen mening: Ik wist al langer dat er ‘fake nieuws’ verspreid wordt maar ik had geen idee dat het artikel ‘offerfeest stuurt eerste schooldag in de war’ een nepartikel was. Het artikel was op verschillende websites van kranten te lezen en ik denk zelfs dat een student het gepost heeft op actualiteit.org. Op dit moment moeten we dus waakzaam zijn voor zowel ‘boecht-artikels’ als ‘fake nieuws’. Relevante artikels onderscheiden van niet-relevante artikels is niet zo moeilijk maar om echte informatie te scheiden van misleidende informatie is een stuk ingewikkelder. Als een artikel in de krant staat ga ik ervanuit dat de informatie betrouwbaar is en gecheckt wordt door de redacteurs van die krant. Ik vind het niet kunnen dat mensen geld verdienen door nepnieuws te posten op sociale media. De multinationals Facebook en Google laten de wereld weten dat ze strijd voeren tegen het nepnieuws. Deze bedrijven zetten informatici in om dit nieuws op te sporen en te verwijderen. Ik ben niet helemaal overtuigd dat Facebook en Google echt iets doen om de misleidende informatie te elimineren. Ik denk dat zij een graantje meepikken en dat dit een bron van inkomsten is. In deze berichten zitten advertenties verweven en hoe meer deze worden bekeken hoe meer mensen hier winst uitslaan en dus ook 'mediagiganten'. |
#2
|
||||
|
||||
De kwestie van ‘fake news’
Broodje aap, of een broodje van de ‘Pano’?
‘Fake news’ is overal, zelfs waar het niet is. De term wordt te pas en vooral te onpas gebruikt, om anderen het zwijgen op te leggen. ‘Pano’ wou gisteren klaarheid scheppen, maar spuide alleen meer mist. ‘Fake news’, zo u wil. ‘Jij mag geen vraag stellen, jij bent nepnieuws.’ Dat zei Donald Trump op zijn eerste presidentiële persconferentie, tegen een reporter van CNN. Sindsdien wordt de betekenis van de term ‘fake news’ steeds verder uitgehold. Wie het niet eens is met iets wat iemand anders beweert in de media, zegt niet langer dat hij het er niet mee eens is, want dan wordt hij geacht daar argumenten voor te geven. Hij zegt gewoon dat het nepnieuws is, daarmee is de kous af. Op de website van de Volkskrant staat daarover sinds gisteren een aanbevelenswaardige video. Voor de goede orde: een nieuwsbericht waarin een fout is geslopen, is nog geen nepnieuws. Zelfs lezers van De Standaard hebben het in e-mails naar de redactie tegenwoordig meteen over ‘fake news’ als ze ons op het geringste foutje betrappen. Ze moeten dat vooral blijven doen, ons op de geringste foutjes blijven betrappen, maar die foutjes nepnieuws noemen, is beledigend. Het houdt in dat we met opzet onjuiste dingen verkondigen. Nepnieuwswalhalla Het fenomeen ‘fake news’, dat sinds vorig najaar opduikt, laat zich als volgt omschrijven: met opzet totaal uit de lucht gegrepen nieuwsberichten verspreiden, soms met als doel mensen te beïnvloeden (propaganda), maar meestal met als doel zo veel mogelijk clicks te verzamelen (geldgewin). ‘Fake news’ is een industrie: mensen bouwen nepnieuwssites waarop ze hun nepnieuwsberichten posten, en proberen dat nieuws dan via sociale media over de hele wereld te verspreiden. Hoe meer mensen het bericht aanklikken of delen, hoe meer advertentie-inkomsten. De recente Amerikaanse verkiezingsstrijd was een goudmijn: vooral ‘fake news’ over Hillary Clinton leverde handenvol geld op. Pano op Eén bracht gisteravond een reportage over ‘fake news’. Tim Verheyden vond dat broodnodig. Waarom? Wel, zo vertelde de commentaarstem van een andere Pano-journalist, terwijl Verheyden met ernstige blik voorbij de camera tuurde, omdat Tim intussen al twintig jaar journalist is, en ongerust is over het wantrouwen tegenover de media en over de leugens die verteld worden. Desondanks had dit een interessante reportage kunnen worden, want Verheyden trok naar het walhalla van het nepnieuws: het arme, grijze stadje Veles in Macedonië. Daar zitten kereltjes van 18 jaar oud de hele dag nepnieuws te verzinnen achter hun laptop. Ze verdienen er tienduizenden euro’s per maand mee. Hoe Tim hen op het spoor was gekomen? ‘Door wat te zoeken op het internet’, wist de commentaarstem van de andere Pano-journalist. Op de website van Wired, wellicht, dat twee maanden geleden al een reportage bracht met dezelfde jonge kerels uit Veles. Tim gaf zijn anonieme gesprekspartner zelfs dezelfde schuilnaam als die in Wired: Boris. Een andere anonieme gesprekspartner, ene Ristan, gaf hij géén schuilnaam, want die werd gefilmd met een verborgen camera. Waarom? ‘Omdat we wisten dat hij niet graag wordt geïnterviewd.’ Als dat geen reden is. De factcheck checken Desondanks: niet oninteressant. Vreemd genoeg ging de reportage niet alleen over nepnieuws, maar ook over de betrouwbaarheid van de berichtgeving in de Vlaamse media. Dat houdt dus geen enkel verband met ‘fake news’, en dat werd ook even aangestipt, maar vervolgens liepen beide onderwerpen voortdurend door elkaar, waardoor je ze als kijker toch weer ging verwarren. Verheyden had op maandag 20 maart enkele experts en een roedel studenten journalistiek opgetrommeld om in het Fort Napoleon in Oostende een dag lang de nieuwsberichten te factchecken, en ze vonden wel degelijk lacunes. De meest in het oog springende ging over een stuk in Het Nieuwsblad, waarin stond dat het katholiek onderwijs vraagt om het nieuwe schooljaar pas op maandag 4 september te laten beginnen, in plaats van op vrijdag 1 september, omdat die dag het Offerfeest wordt gehouden en de moslimleerlingen dan toch thuis blijven. De factcheck, onder leiding van Michael Van Peel en een wat overenthousiaste Luc Pauwels, wees uit dat niet de katholieke onderwijskoepel, maar ‘enkele scholen’ dat vroegen (dat zei de baas van de koepel, Lieven Boeve, desgevraagd aan de telefoon); dat de Moslimexecutieve helemaal geen vragende partij was om het schooljaar later te laten beginnen; en dat het helemaal nog niet zeker is dat het Offerfeest dit jaar wel op 1 september valt. Een telefoontje naar de journalist in kwestie had opgeleverd dat hij documenten had kunnen inkijken waaruit bleek dat de koepel wel degelijk de vraag heeft gesteld aan minister Hilde Crevits. Wellicht krabbelde Boeve aan de telefoon terug uit vrees voor de reacties. Dat de Moslimexecutieve geen vragende partij was, stond in het stuk. En op de website van diezelfde Moslimexecutieve staat het Offerfeest wel degelijk op 1 september ingepland. De kans dat het op een andere dag valt, is bijzonder klein. Enkele factchecks later zei Verheyden dat veel berichten misschien geen ‘fake news’ waren, maar wel erg kort door de bocht, omdat ze gelezen en vooral aangeklikt moeten worden. Waarom? ‘Dit zijn commerciële bedrijven. Wie niet voor de openbare omroep werkt, werkt voor een privébedrijf en die moeten natuurlijk ook geld verdienen.’ Conclusie: alleen de VRT is een betrouwbaar nieuwsmedium. Zo kwam er dan toch nog ‘fake news’ van. DS, 13-04-2018 (Tom Heremans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door bijlinda : 21st May 2018 om 03:01. |