‘Er is een potentieel risico voor de voedselveiligheid’

De vergunning van slachthuisgroep Verbist uit Bastenaken werd ingetrokken, nadat bij een huiszoeking vorige week bleek dat meer dan de helft van de producten niet in orde was. ‘Er is een potentieel risico voor de voedselveiligheid’, zegt woordvoerster van minister voor Landbouw Denis Ducarme (MR), Christine Romeyns. Zolang de twijfel blijft, kan het bedrijf zijn vergunning niet terugkrijgen.


Na een huiszoeking vorige week bleek dat meer dan de helft van de gecontroleerde producten niet in orde was met de regels op het vlak van voedselveiligheid. Zo zou de vermelde invriesdatum van het vlees vervalst zijn.

Ducarme hield al heel de dag spoedoverleg met verschillende betrokken partijen. De groep Verbist is verantwoordelijk voor 30 procent van de Belgische vleesmarkt. De grootste klanten zijn Delhaize en Colruyt. Delhaize besliste de samenwerking met groep Verbist op te schorten, Colruyt haalt alle producten uit de rekken.

Momenteel proberen de autoriteiten in kaart te brengen welke winkels het vlees nog in de rekken heeft liggen. ‘We zijn bezig het vlees te traceren en afnemers te verwittigen’, aldus woordvoerder van de FAVV, Philippe Houdart. ‘Als we nog onverwerkt vlees vinden, wordt dat vernietigd.’

Wat is het probleem?

‘Specifiek zijn er op de site van slachthuisgroep Verbist in Bastenaken drie entiteiten’, legt Houdart, uit. ‘Bij het slachthuis zijn er geen problemen ontdekt. Bij de uitsnijderij en het diepvrieskoelhuis is er fraude vastgesteld.’ (In een uitsnijderij wordt geslacht vlees verder verwerkt, nvdr.)

In het diepvrieskoelhuis kreeg het bevroren vlees een nieuw, verkeerd etiket. ‘Dat is in principe geen gezondheidsprobleem, maar men probeerde vermoedelijk ouder vlees als nieuwer te verkopen.’

In de uitsnijderij zijn bepaalde stukken vlees van het karkas die niet bestemd waren voor menselijke consumptie, toch in gehakt terechtgekomen. ‘Bij het kelen van een dier kunnen microben naar binnen komen. De stukken vlees rond de wonde worden normaal weggesneden, en worden bestempeld als categorie drie: niet meer geschikt voor menselijke consumptie. In deze uitsnijderij kwam het vlees toch in gehakt terecht. Er bestaat dus een risico dat er te veel microben in het vlees zitten’, aldus Houdart.

Daarnaast stipt Houdart ook een probleem met de ossenstaarten aan. ‘Maar het risico voor de gezondheid is hier erg klein.’

De activiteiten in de uitsnijderij en het diepvrieskoelhuis werden stilgelegd. ‘We hebben uit voorzorg ook andere diepvrieskoelhuizen van het bedrijf geblokkeerd. Bij andere uitsnijderijen was er geen probleem’, zegt Houdart. Indien het bedrijf wil heropenen, moeten ze de hele opstartprocedure opnieuw doorlopen.

Nultolerantie

De Federatie van het Belgische vlees reageert dat er een nultolerantie geldt op het vlak van internationale fraude. De federatie, die met 130 leden meer dan 90 procent van de Belgische omzet in de vleesindustrie vertegenwoordigt, benadrukt donderdag in een reactie dat transparantie zowel bij hen als hun leden centraal staat. De sector distantieert zich dan ook volledig van de feiten die zijn vastgesteld. De organisatie voegt er aan toe dat het de volledige medewerking verleent aan de betrokken overheidsinstanties en toezichthouders.

Eigen mening: Ik vind het goed dat nultolerantie geldt op het vlak van internationale fraude. De vergunning van Verbist is afgenomen en dat vind ik niet meer dan correct. Verbist weet zelf aan wie men levert en dus vind ik het niet verkeerd dat Delhaize besliste om de samenwerking met groep Verbist op te schorten en dat Colruyt alle producten uit de rekken heeft genomen. De helft van de gecontroleerde producten waren niet in orde, er zouden de vermelde invriesdatum van het vlees vervalst hebben, en dit doe je niet. Voedselveiligheid is heel belangrijk, mensen worden er bijna dagelijks aan blootgesteld. Daarom moet wat men eet/koopt, en vooral vlees, in orde zijn. Als alles weer in orde is zou Verbist terug een samenwerking kunnen starten met Colruyt, maar uiteindelijk verdienen ze dit niet meer.

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20180308_03397729

Geraadpleegd: 9/03/2018