|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Jeugdpsychiatrie moet voorzichtiger omspringen met vrijheidsberoving
In 2015 werden 692 kinderen en jongeren in de psychiatrie, of 14,6 procent van alle jonge patiënten, onderworpen aan een vrijheidsberovende maatregel. Er zijn grote verschillen op dit vlak tussen de 36 psychiatrische jeugdafdelingen.
‘In sommige afdelingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie weet je als patiënt haast zeker dat je aan een vrijheidsberovende maatregel zal worden onderworpen. Daar overkomt het alle jongeren. In andere voorzieningen gebeurt het nauwelijks’. De Vlaamse Zorginspectie hield voor het eerst een thematische inspectieronde in de jeugdpsychiatrie, die natrok hoe er wordt omgegaan met vrijheidsberoving en andere vrijheidsbeperkende maatregelen. Het cijfer van 14,6 procent is bovendien niet helemaal betrouwbaar, zegt de Zorginspectie zelf, omdat er niet op een uniforme manier geregistreerd wordt en er veel begripsverwarring bestaat. Een jongere naar een prikkelarme kamer sturen, om er tot rust te komen, terwijl de deur open blijft, geldt voor de inspectie niet als ‘afzondering’ of ‘separatie’. Naar je kamer gestuurd worden, terwijl de deur op slot gaat, wél. Overlast Opvallend is dat driekwart van de jeugdpsychiatrie procedures heeft waarin staat dat kinderen of jongeren tijdelijk een vrijheidsbeperkende maatregel kunnen ondergaan om ándere redenen dan acuut gevaar voor de betrokkene zelf, of voor de omgeving. Zo kan het voor heel wat voorzieningen ook omdat een jongere overlast veroorzaakt, of wanneer een jongere er zélf om vraagt. Bijna de helft van de voorzieningen gebruikt afzondering ook als ‘preventieve maatregel’, bijvoorbeeld ‘bij gevoel van spanning’, ‘bij dreiging van wegloopgedrag’ of ‘bij suïcidedreiging’. De Zorginspectie vindt dat niet aanvaardbaar. ‘Dit moeten uitzonderingsmaatregelen blijven.’ Ook hanteert een meerderheid van de jeugdpsychiatrische voorzieningen de regel dat patiënten gedurende een bepaalde periode van de dag verplicht op hun kamer moeten blijven - weliswaar met de deur open. ‘Jongeren spreken met enorm veel respect over hun begeleiders in de jeugdpsychiatrie. Maar ze begrijpen niet altijd waarom er zoveel regels zijn, en waarom de regels voor iedereen gelijk zijn.’ De Zorginspectie waarschuwt dat te strikte leefregels meer agressie kunnen oproepen, waardoor dan weer meer vrijheidsbeperkende maatregelen nodig zijn. Geen verbod Vlaams minister van Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V), zei bij de voorstelling van deze resultaten dat hij geen totaalverbod wil op vrijheidsberoving in de jeugdpsychiatrie, ook niet voor jonge kinderen. Dat laatste was nochtans wel het uitgangspunt van de inspectie zelf: geen afzondering voor -12-jarigen. Hij zegt: ‘Voor de jongste kinderen in de psychiatrie moet dit uiteraard nog meer een uitzonderingsmaatregel blijven. Maar we moeten er ook voor waken dat sommige jongeren met ernstige gedragsproblemen niet meer in de kinderpsychiatrie terecht zouden kunnen.’ Vandeurzen wil op korte termijn en in overleg met de sector tot een verduidelijking komen van de gehanteerde begrippen. Op iets langere termijn moet dat overleg tot een nieuwe richtlijn leiden. Hij wil ook investeren in meer vorming over agressiehantering voor wie in de kinderpsychiatrie werkt. Tot slot wil hij de sector financieel ondersteunen om alternatieven uit te bouwen en ‘good practices’ te ondersteunen, met middelen uit het Vlaams infrastructuurfonds. Bron: De Standaard, op 26/10/2017 om 16:00 Link: http://www.standaard.be/cnt/dmf20171026_03154308 Mening: Ik sluit me volledig aan bij de mening van de inspectie wanneer het gaat over de procedures die worden uitgevoerd door driekwart van de jeugdpsychiatrieën. Het is echt onaanvaardbaar dat jongeren die overlast veroorzaken gewoonweg worden afgezonderd. Ze noemen het in het artkel een "preventieve maatregel". Ik vind er juist niets preventief aan. Het gaat enkel een nog agressievere reactie uitlokken. Je moet het probleem aanpakken bij de wortel en bijvoorbeeld rustig een gesprek proberen te voeren met de patiënt. Wanneer dit niet gaat zijn deze vrijheidswegnemende maatregelen zeker geen oplossing. Bij kinderen onder de 12 jaar mogen ze vrijheidsberovende maatregelen nemen maar dit moet enkel een uitzondering zijn. Iedereen heeft recht op vrijheid, ook de patiënten in de psychiatrie. |