|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
'Wat een theater!': een toekomst voor onze dem
'Wat een theater!': politiek filosoof Stefan Rummens zoekt een toekomst voor onze democratie
Stefan Rummens, ‘Wat een theater! Politiek in tijden van populisme en technocratie’, Pelckmans Pro, 256 p. Stap een willekeurige kroeg binnen en het duurt niet lang of je hoort dat de politiek ‘één grote klucht is’. Toogpraat waar iets van aan is, vindt politiek filosoof Stefan Rummens. Politiek ís toneel en wat hem betreft mogen er gerust wat meer opvoeringen komen. Zeker in Europa, waar de beslissingen genomen worden achter het theatergordijn. “Als de EU niet democratischer wordt, is de brexit maar het begin en krijgen we misschien onze eigen Donald Trump.” In zijn boek Wat een theater! beschrijft professor Stefan Rummens, politiek filosoof aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, hoe onze parlementaire democratie op verschillende fronten wordt bedreigd. Door Europese technocraten die de macht naar zich toe trekken en geen oren hebben naar de wil van het volk. Maar ook door schreeuwerige populisten die verklaren de stem van datzelfde volk te vertolken. Op de ochtend van onze afspraak is zo’n populist hét gespreksonderwerp van de dag: Donald Trump is net verkozen tot president van de VS. “Erg zorgwekkend”, zegt Stefan Rummens. “En tegelijk een belangrijk signaal. De keuze voor een uitgesproken populist als Donald Trump wijst erop dat een groot deel van de Amerikaanse bevolking ontevreden is over de traditionele politiek. Ze keren zich tegen het systeem en Trump is hun uitlaatklep, een duidelijke middelvinger naar Washington. Die onvrede met de klassieke politiek zie je ook in Europa. Het Britse volk stemde voor de brexit en trok de kaart van nationalisten die hun land terugclaimen. Op zich is er niks mis met alternatieven voor het bestaande systeem, maar het is zorgwekkend om te zien dat nationalisten en populisten steeds meer terrein winnen.” “Ongenoegen neemt natuurlijk slechts de vorm aan die het kán aannemen”, zegt Rummens. “Ik vraag me af of de Amerikanen ook vatbaar geweest zouden zijn voor een democratisch alternatief. Of de verkiezingen anders verlopen waren als Trump het had moeten opnemen tegen Bernie Sanders, die zich ook afzette tegen het systeem, maar met een linkser programma. Ook Sanders deed populistische uitspraken, maar dat maakt van hem nog geen échte populist zoals Trump. Het verschil zit hem in het al dan niet aanvaarden van de regels van de democratische rechtsstaat. Trump is ondemocratisch en heeft geen respect voor zijn tegenstander. Zo zei hij bijvoorbeeld dat hij de verkiezingsuitslag niet zou aanvaarden als Hillary Clinton zou winnen.” Het succes van Trump bewijst ook dat straffe uitspraken en oneliners het goed doen in de politiek van vandaag. Dreigt zijn publiek in te dommelen tijdens een speech, dan zegt Trump dat hij ‘een muur zal bouwen’. Applaus gegarandeerd. Bij ons lijkt het niet anders te zijn. Rechts schreeuwt dat er ‘geen alternatief’ is voor de doorgevoerde besparingen terwijl links vindt dat we ‘het geld moeten halen waar het zit’. Zorgen die simplificaties niet voor een uitholling van de politiek? En drijven ze de kiezer niet in de armen van de populist? “Ik vind van niet”, zegt Rummens. “Oneliners horen er nu eenmaal bij. In het gemediatiseerde tijdperk waarin we leven zijn ze onvermijdelijk. In het tv-journaal moet je kort en krachtig je standpunt kunnen vertegenwoordigen. Maar ook in korte zinnen kan je veel zeggen, op voorwaarde dat je uitspraken onderbouwd zijn door een duidelijke beleidsvisie. Daarnaast is het de taak van de media om in alle omstandigheden kritisch te zijn en ervoor te zorgen dat het debat blijft draaien om inhoud. Het mag niet vervallen in gratuite scheldpartijen, zoals je zag bij Trump en Clinton.” Maar geeft het met oneliners doorspekte tv-debat de kiezer niet het gevoel dat er een voorbereid toneeltje wordt opgevoerd? “Misschien, maar ook daar is niks mis mee. In mijn boek pleit ik voor politiek theater, maar ik zeg er meteen ook bij dat het kwaliteitsvol theater moet zijn. Degelijk ‘toneel’ maakt het politieke landschap zichtbaar voor de kiezer. De regeringspartijen krijgen de kans om hun beleid te verantwoorden en duiding te geven, terwijl de oppositie haar ongenoegen kan uiten over genomen beslissingen. Op die manier voelt de kiezer zich betrokken en begrijpt hij wat er speelt.” “Dat veel kiezers tegenwoordig de neiging hebben zich af te keren van de traditionele partijen, ligt volgens mij niet aan de media of aan oneliners. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid heeft verloren. Veel mensen vragen zich terecht af waar het politieke debat nog over gaat. Politici slagen er niet meer in iets te veranderen. Kijk maar naar deze regering. Ze begon met grote uitspraken over begrotingsdiscipline, maar je ziet dat de begroting enkel maar verder ontspoort en dat onze ministers er niet in slagen hun belangrijkste verkiezingsbelofte waar te maken. Ze hebben maar weinig greep op de samenleving en het beleid. Dat komt onder meer omdat ze een groot deel van hun bevoegdheden zijn kwijtgeraakt aan Europa.” Euroscepticus? Dat Europa wordt volgens Rummens gerund door technocraten die een uitgesproken neoliberale koers varen en maar weinig rekening houden met de wensen van het volk. “Zie je in België dat de macht ontbreekt om woorden om te zetten in daden, dan geldt in Europa het omgekeerde. De Europese leiders bepalen in grote mate hoe ons leven eruitziet. Denk maar aan het harde besparingsbeleid dat wordt gevoerd en dat op ieder van ons invloed heeft. Maar ze voelen geen enkele nood om hun beleid aan ons te verantwoorden. Waarom zouden ze ook? Of iemand zijn positie als eurocommissaris kan behouden, hangt immers niet af van de Europese kiezer.” “Het probleem is dat de Europese Commissie geen echte Europese regering is. Er is geen officiële oppositie, geen strijd tussen partijen in het Europese parlement en daardoor dus ook geen politiek theater. Er wordt gedaan alsof elke maatregel die de EU neemt technisch van aard is, dat het politiek neutrale beslissingen zijn die het functioneren van de markt bevorderen. Maar in werkelijkheid gaat het om fundamentele sociaaleconomische zaken waar wel degelijk verschillende visies over bestaan en die een grote invloed uitoefenen op het beleid dat de lidstaten voeren. Een goed voorbeeld is het CETA-handelsverdrag, dat ons wordt opgedrongen zonder dat er een breed publiek debat over geweest is. PS-politicus Paul Magnette sprak zich ertegen uit, vertegenwoordigde in zijn eentje de oppositie en werd daarop afgerekend door de elite. Dat soort dogmatisch denken vind ik beangstigend.” Volgens Rummens wordt het dan ook dringend tijd dat de Europese parlementaire democratie zichzelf opnieuw uitvindt. “In haar huidige vorm is de EU mislukt”, zegt hij. “Wat we nu hebben kan niet duurzaam blijven voortbestaan. De Europese Unie is begonnen als een economisch project en is daarin blijven steken. Bij zowat alles wat de EU beslist, prevaleert de logica van de vrije markt. We komen stilletjes aan op het punt dat we dat normaal zijn gaan vinden, maar is het werkelijk wat we willen? Als ik zulke dingen zeg, denkt men meteen dat ik een euroscepticus ben. Dat op zich is al problematisch. Als je je negatief uitlaat over de EU ben je er meteen tégen. Onzin natuurlijk, ik ben gewoon kritisch.” De Britten achterna De EU hervormen dus, maar hoe pak je dat dan concreet aan? “Iedereen schijnt te denken dat er maar twee wegen zijn: ofwel de grote, allesomvattende Europese staat, ofwel terug naar het systeem van aparte naties. Maar er zijn veel manieren waarop je de EU kan herinrichten. Bijvoorbeeld door Europa meer sociaaleconomische en fiscale bevoegdheden te geven. Op die manier ga je ook de sociale en fiscale concurrentie tussen lidstaten tegen. Want dat is wat er nu speelt: als Duitsland flexijobs invoert of treuzelt met het invoeren van een minimumloon, kunnen de andere lidstaten niet anders dan Duitsland volgen, uit schrik dat de bedrijven andere oorden zullen opzoeken. Beter zou zijn een Europees minimumloon vast te leggen, dat voor alle lidstaten geldt. Maar voor we dat kunnen doen, moeten we de Europese Unie uitbouwen als een volwaardige democratie met een grondwet en een parlement. Met een duidelijke meerderheid en oppositie.” En wat als dat niet gebeurt? “Dan vrees ik het ergste”, zegt Rummens. “De kiezer moet weten dat er met hem of haar rekening gehouden wordt. De Europese Unie moet zich plooien naar de regels van de democratie en er moeten democratische alternatieven komen voor het huidige Europese beleid. Gebeurt dat niet, dan geef je populisten nog meer wind in de zeilen. Dan zou het weleens kunnen dat we een Europese Donald Trump op ons bord krijgen of dat meer landen het voorbeeld van de Britten volgen.” Campuskrant KULeuven, 23-11-2016 (Pieter-Jan Borgelioen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |