Rare jongens, die Europeanen


Ongeveer elke Belg met een gemiddeld aantal hersencellen ter beschikking krijgt kop noch staart aan de populariteit van een figuur als Donald Trump aan de andere kant van de grote plas. Toch geldt voor de Amerikanen voor ongeveer duizend dingen hetzelfde. Of toch zeker voor de volgende veertien Europese gewoontes waar Amerikanen niet bij kunnen.


1. We ontbijten slaapverwekkend saai.

Niks eggs benedict met hollandaisesaus en zalm, niet eens pannenkoeken met tien toppings of een big ass wafel met bacon en cheddar. Wat bij de gemiddelde Amerikaan alleen al qua calorieën overeenkomt met een volwaardige maaltijd of twee bestaat bij ons doorgaans uit een bescheiden boterham met confituur. En in het weekend een koffiekoek om écht wild te gaan. Vinden wij onze ontbijtbuffetten op hotel behoorlijk exuberant, dan kwam ik tijdens een ontbijtfestijn in Las Vegas tot de vaststelling dat Amerikanen ook die vast behoorlijk basic vinden, met maar drie soorten ontbijtgranen in plaats van dertig en zelfs niet eens per definitie eitjes met spek.


2. Onze koffies zijn belachelijk klein.

Alsof het drama van een erbarmelijk ontbijt niet erg genoeg is, helpt het ook niet dat onze kopjes smeerolie om de dag door te komen in vergelijking met de gigantische koppen uit de States gemaakt lijken voor peuters. Bijvullen aan tafel is er ook niet bij, terwijl onze minikoffies wel een rib uit onze lijven kosten. Je zou voor minder met een lang gezicht aan de dag beginnen. Of je dag eindigen, want ik las hoe een Amerikaanse blogger zijn beklag deed over onze bierflesjes die amper 250 ml bevatten, ‘alsof ze bier hebben gemaakt voor baby’s.’


3. Onze belegde broodjes zijn zo goed als onbelegd.

Een sneetje ham of kaas met een blad sla en tomaat vormt een wel erg schril contrast met het beleg op de broodjes van een onderarm groot die Amerikanen het liefst naar binnen werken. Daar vinden ze een sandwich geen sandwich als er niet minstens een centimeter of vijf beleg aan te pas komt, en broodjes met twaalf plakken pastrami of kipfilet zijn er niet strafbaar. Na een zoveelste teleurstelling raadt een Amerikaanse reisblogger het volgende aan: ‘Ga gewoon naar de supermarkt en beleg je broodje met een pakje charcuterie voor de minste miserie en het meeste waar voor je geld.’


4. Onze winkels zijn zo goed als nooit open.

Niet over de middag. Niet op zondag. Ook al niet op maandag. En zelfs niet na half zeven. Wanneer wij dan nog onze inkopen doen, de Europatripper die het vaak gewend is om 24/7 alles te kunnen krijgen waar hij behoefte aan heeft, heeft compleet geen idee.


5. Soms moeten we betalen om naar het toilet te mogen.

Canadezen en Amerikanen hebben nog maar zelden zo iets ridicuuls gehoord. Erger nog: je betaalt ervoor, en toch zijn er in tegenstelling tot in hun toiletten zelden covers aanwezig om op je zitje te leggen tegen de bacteriën. Hetzelfde met betalen voor brood of mayonaise op restaurant: waanzin.


6. Er zijn geen bag boys en je groenten weeg je zelf.

In Amerika valt het zelden of nooit voor dat iemand in de supermarkt zelf iets moet wegen. Er staan ook mensen aan de kassa die betaald worden om je boodschappen voor jou in te pakken. Dat wij hier alles zelf moeten regelen, voelt voor veel Amerikanen als een gebrek aan service.


7. Onze obers verwachten geen fooi, maar zijn wel onvriendelijk.

Een Amerikaan die het gewend is om begroet te worden door een enthousiaste ober die zich vriendelijk voorstelt en informeert naar het verloop van zijn dag verbaast zich mateloos over het koele gedrag van onze obers. ‘Het heeft vast te maken met het feit dat het in Europa niet uitmaakt of je tien tafels bedient of drie, want voor de fooi hoef je het niet te doen’, analyseert een Amerikaanse reiziger op zijn blog. En dat we meer geïnteresseerd lijken in onze vragen dan in hun antwoorden.


8. Wij moeten wachten op onze rekening. Soms moeten we zelfs rechtstaan om hem te gaan vragen.

‘Ooit kreeg ik in Parijs een preek van een ober omdat ik mijn rekening al vroeg tijdens het hoofdgerecht’, aldus een verbolgen Texaan, die met stijgende verbazing had zitten kijken naar de locals die ‘meer dan een uur nadat ze hun dessert hadden gekregen nog steeds geen aanstalten maakten om te vertrekken.’ En dat de obers dat zelfs niet eens erg leken te vinden ook.


9. Onze eieren en melk staan uit de koelkast en toch worden we niet ziek.

Heel wat niet-Europeanen kijken vreemd op als ze zien dat wij onze eieren en melk niet koelen. Dat ze dat daar wel doen heeft bij eieren te maken met een proces waarbij ze gewassen worden met een chemisch ontsmettingsmiddel tegen salmonella, iets dat de schaal doordringbaar maakt en koeling vereist.

Dat wij onze melk uit de koelkast bewaren heeft dan weer te maken met het feit dat die bij ons bijna altijd op erg hoge temperatuur gepasteuriseerd is, wat de houdbaarheid aanzienlijk langer maakt dan in Amerika.


10. We mogen vloeken op de radio.

Het is pas als je in een land komt waar elk woord dat reactie kan uitlokken wordt gebliept dat je beseft hoe vaak wij ons laten gaan op radio en televisie. En niet alleen wat vloeken betreft: Europeanen hebben geen moeite met grafische omschrijvingen van seksuele betrekkingen, iets dat bezoekers soms rode oortjes bezorgt. Net als droppen van het f-woord, dat zo strafbaar is dat je het dus het f-woord moet noemen op tv als je geen boete aan je broek wilt hebben.


11. We hebben ongelooflijk veel betaald verlof.

Gemiddeld dertig dagen per jaar, terwijl 1 op 4 werkende Amerikanen geen recht heeft op een dag betaald verlof en mensen in de privésector gemiddeld zestien dagen mogen opnemen. De gemiddelde Amerikaan doet het met twaalf.


12. Een hotdog met een cola is geen schoolmaaltijd, en ketchup geen groente.

Klinkt cliché en bevooroordeeld? Misschien, maar ondanks de inspanningen die de laatste jaren geleverd worden om de school lunches te reguleren en gezonder te maken krijgen heel wat kinderen hotdogs en fried nuggets op hun bord. En proberen scholen hun budgetten te verkleinen door ketchup onder te brengen als groente en zo binnen de regels te werken. Gevolg: een derde van de Amerikaanse kinderen kampt met overgewicht en er ligt meer fastfood op de paplepel dan groenten.


13. Bijna iedereen weet hoe zijn oven werkt.

En niet enkel om een pizza op te warmen. Amerikanen hebben zoveel keuze uit take-away en kant-en-klaar dat zelf een maaltijd bereiden van nul niet iets is dat iedereen in de vingers heeft. Zeker nu moeders de kunst vaak niet meer voldoende beheersen om er iets van door te geven aan hun kinderen, omdat de helft van de maaltijden in Amerika tegenwoordig buitenhuis wordt verorberd. Twintig procent zelfs in de wagen. In vergelijking met de gemiddelde Amerikaan kunnen wij indrukwekkend goed overweg met het gereedschap in onze keukens, en staan we er ook veel meer in.


14. Sommige mensen hebben geen auto.

Lang niet altijd omdat ze die niet kunnen betalen, maar vaak omdat ze liever fietsen of de trein nemen. Onze auto’s zijn ook veel kleiner en een gemiddeld gezin heeft er doorgaans maximum twee. Vaak ook omdat we veel kleiner wonen, en minder plaats hebben om onze auto’s te parkeren. Op veel plekken in Amerika wordt een fiets eerder aanzien als kinderspeelgoed dan een manier om je te verplaatsen. Ergens heen reizen met de trein is een onderneming die lang niet overal kan.


DS, 21-05-2016 (Kelly Deriemaeker)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB