|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Een jaar na de aanslag op Charlie Hebdo
De dag dat onze vrijheid stierf
Na de aanslagen op het satirische weekblad ‘Charlie Hebdo’ viel het niet meer te ontkennen: het Westen kampt met een probleem van fundamentalisme en haat voor ‘onze’ democratie. En het is vooral links dat de ideeënstrijd verliest, schrijft Tinneke Beeckman. Het is precies een jaar geleden dat de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo plaatsvond. Ik herinner me de enorme droefheid die me die dag overviel. Voorbij de laffe moorden op journalisten en politieagenten, kondigde dat brute geweld een bijzonder onheil aan: het einde van een radicale visie op vrijheid. Vorige zondag zond de VRT een documentaire uit over de redactievergadering bij Charlie Hebdo in 2006, toen de redactie een bijzonder nummer voorbereidde over de Mohammed-cartoons in de Deense krant Jyllands-Posten. De documentaire toont hoe die redactie voortdurend op zoek was naar een evenwicht tussen tact, principes en humor, hoe ze bewust elke aanzet tot haat wilde vermijden en een antigif wilde bieden voor religieus fundamentalisme en intolerantie. De toenmalige hoofdredacteur Philippe Val schrijft in zijn recente boek Malaise dans l’inculture ontroerend over zijn vroegere collega’s: al wat ze wilden, is mensen doen lachen en ieder in vrijheid laten leven. De documentaire onderstreept dat Charlie Hebdo zich links op het spectrum bevond: het blad combineerde een streven naar vrijheid met een idee over gelijkheid, en nam positie tegen rechtse partijen. Spinoza In het Charlie Hebdo-nummer van 2006 verscheen een artikel van Philippe Lançon: ‘Spinoza, reviens’, waarin hij aangaf hoezeer we de 17de-eeuwse filosoof die pleitte voor vrijheid van denken en democratie nodig hebben. Volgens Lançon, die de aanslag in 2015 ternauwernood overleefde, beleven we geen botsing van beschavingen, maar een botsing van visies op vrijheid: tussen wie openheid en vrij denken belangrijk vindt en wie die vrijheden wil afschaffen. Die lijn van Lançon is een interessante breuklijn geworden. Zo hebben de neoconservatieven aardig meegewerkt om de vrijheid te beperken. Sinds het beleid van George W. Bush mag folteren of opsluiten zonder proces, lijkt privacy overbodig en is onschuldige burgers bombarderen een aanvaardbare militaire strategie. De les uit de Vietnam-oorlog is volledig vergeten: je kan alleen een lokale oorlog winnen als je de bevolking aan je zijde hebt. Het doel van een interventie zou zelfbestuur van een volk moeten zijn, niet solidariteit met dictaturen. In haar buitenlandse beleid vertoont de Franse PS evengoed neoconservatieve trekjes. Vandaag de dag is onduidelijk wie nog de ideeën voor radicale vrijheid verdedigt, zowel in de binnenlandse als de buitenlandse politiek. Aan tegenstanders van de vrijheid is er geen gebrek. Sommigen hadden heel wat kritiek op het satirische blad Charlie Hebdo zelf. Het zou racistisch en islamofoob zijn. Dat is onzin. Een zeer klein aantal cartoons ging over godsdienst: tussen 2005 en 2015 slechts 7 procent, waarvan 1,3 procent over de islam. Vaak verschenen die cartoons na uitbarstingen van islamitisch geweld, zoals na de rel met Jyllands-Posten in 2006. Het bewijst dat Charlie Hebdo niet de ‘godsdienst van de zwakkeren’ viseerde, zoals de islam soms wordt genoemd. Integendeel, de redactie vond dat een satirisch blad juist relevant werd omdat het met fanatiek religieus geweld durfde te spotten. Humor helpt om de angst te overwinnen. De lach is de kortste weg tussen twee mensen, zei tekenaar Wolinksi. Het schuldverwijt tegen Charlie Hebdo weerklinkt nochtans vaak: een jonge journaliste vroeg me onlangs of ‘ik ook niet vond dat die journalisten het zelf hadden gezocht.’ Neen, natuurlijk niet. Al wat Charlie Hebdo deed, was correct voorspellen dat je uiteindelijk elke politieke vrijheid dreigt te verliezen als je de vrijheid om te spotten opgeeft. In die zin is persvrijheid een barometer voor onweer en ontij. Censuur, zelfcensuur en intimidatie betekenen het einde van een vrije samenleving. En wie het niet eens is met een publicatie, wie vindt dat Charlie Hebdo beledigende of lasterlijke dingen publiceert, kan naar een rechtbank stappen. Of beter: zelf een blad oprichten en het debat aangaan. De liefde voor de vrijheid ligt bij de tekenaars van cartoons, en niet bij wie geweld gebruikt, of het tracht te excuseren vanuit een vermeend onrecht. De aanslagen hebben aangegeven dat het alarm op rood staat: er is onmiskenbaar een probleem van criminaliteit, fundamentalisme en haat voor de democratie. De politiek kan dat niet langer ontkennen. Een samenleving die niet eensgezind de waarden van de democratie ondersteunt, belandt in een permanente conflictsituatie. 13 november Het misverstand over de vermeende verantwoordelijkheid van Charlie Hebdo werd op gruwelijke manier opgeklaard met de aanslag op 13 november: ook wie niets met die cartoons te maken heeft, moest het ontgelden. President François Hollande riep diezelfde nacht nog de noodtoestand uit. De rechtsstaat wankelt omdat politici het publiek willen overtuigen dat ze het kunnen beschermen. Maar de staat moet niet alleen de wet doen gelden, maar ook een gemeenschap verenigen in een steun voor rechtvaardigheid, vrijheid en gelijkheid. De concrete uitwerking van zo’n positieve visie op burgerschap ontbreekt. Een goed voorbeeld van de voorkeur voor negatieve maatregelen is het voorstel om de nationaliteit af te nemen van wie een dubbele nationaliteit heeft en definitief veroordeeld is voor terreurdaden. In 2010 was het ondenkbaar dat Hollande en premier Manuel Valls zo’n idee zouden goedkeuren. Het merkwaardige is dat de maatregel tegelijkertijd fundamenteel en symbolisch is. Fundamenteel omdat de nieuwe wet le droit du sol ondermijnt: wie geboren was in Frankrijk, bleef Fransman. Toch lijkt hij alleen symbolisch: zelfmoordenaars zullen zich er niet door laten tegenhouden. Maar volgens recente peilingen steunt 80 procent van de PS-kiezers de maatregel. Dit is de grootste omslag sinds begin 2015: rechtse partijen leveren de ideeën over wat de republiek inhoudt. Wie de volgende presidentsverkiezingen ook wint, rechts regeert in de hoofden van de Fransen. Sarkozy vormde de UMP om tot Les Républicains en Marine Le Pen won de regionale verkiezingen. Linkse partijen hebben de ideeënstrijd voorlopig verloren. Ook daartoe heeft de aanslag op Charlie Hebdo bijgedragen. DS, 07-01-2016 (Tinneke Beeckman)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |