|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Abstract taalgebruik is eigen aan hoger onderwijs
Goed onderwijs helpt kloof te overbruggen
Bepaalde nuances en concepten zijn alleen maar abstract uit te drukken. Dit raakt aan de essentie van de universiteit, schrijft Pedro De Bruyckere, en mag dus niet verloren gaan om gelijke kansen te creëren voor sociaal kwetsbare groepen. We zouden beter investeren in goede lesgevers. De voorbije dagen ontspon zich in deze krant een discussie over gelijke kansen en de toegang tot hoger onderwijs voor jongeren uit sociaal kwetsbare milieus (DS 6 oktober) . Daarbij opperde socioloog Jelle Mampaey hoe eventueel het minder abstract aanbieden van informatie en het vermijden van jargon die drempels zouden kunnen verlagen (DS 5 oktober). Maar het is zo dat een zeker abstractie*niveau nu eenmaal eigen is aan het hoogste onderwijsniveau. Abstract taalgebruik kan drie redenen hebben. Je kan heel abstract praten om jezelf heel slim te doen lijken. Dat is fout, onnodig en moet eruit. Dergelijk gedrag beperkt zich trouwens niet tot de universiteit – iemand nog iets gehoord over de kloof tussen de politiek en de burger? Een tweede reden kan zijn dat je bepaalde nuances en concepten wil weergeven die anders niet uit te drukken zijn. Dit raakt aan de essentie van de universiteit en mag niet verloren gaan. Maar zelfs in dat geval kan concreet starten, belangrijk zijn. De derde reden kan je omschrijven als ‘de vloek van kennis’: zoveel weten dat je je niet meer kan inleven in het beginnersniveau van de lerende. Daar schuilt een grote uitdaging voor de knappe koppen die je in het hoger onderwijs kan terugvinden. Laat me eerst ingaan op het belang van het concrete en van voorkennis. Drie jaar geleden hoorde ik professor Etienne Vermeersch in een debat met de Leuvense rector Rik Torfs op de Boekenbeurs provocerend stellen dat hij zichzelf een grote dommerik vindt, omdat hij dingen die hij niet kent, zich altijd eerst concreet moet voorstellen. Maar de filosoof is helemaal geen dommerik, hij is vooral normaal. Een aloud didactisch principe stelt dat je nieuwe inhoud best eerst concreet, vervolgens schematisch en ten slotte abstract aangereikt krijgt. John Geake, onderwijsspecialist van het Westminster Institute of Education, bevestigde dit principe in 2009 op basis van neurologisch inzichten en stelde zelfs uitdagend dat ons brein niet gemaakt is om abstract te denken. Het is dus belangrijk dat de lesgever, op gelijk welk onderwijsniveau, kan inschatten welke voorkennis zijn studenten of leerlingen al dan niet hebben voor een lesonderwerp. En vervolgens op basis daarvan het abstractieniveau van de les bepaalt. Als het een onderwerp is aan de universiteit waar de lesgever ervan mag uitgaan dat zijn studenten de concrete stappen al verwerkt hebben in de vooropleiding, dan is het niet de taak van de professor om die stap nog aan te bieden. Vandaag bestaan er trouwens al vaak ondersteuningstrajecten om hiaten in de vooropleiding van de studenten op te vullen. Als de inhoud echter helemaal nieuw is, dan is het wel de taak van de docent om zo concreet mogelijk te zijn, om zo de studenten in de nieuwe inzichten in te leiden. De lat moet hoog, maar niet onnodig of onmogelijk hoog. De kwaliteit van lesgevers aan de universiteit kan heel erg verschillen. Zelf herinner ik me onder andere de legendarische lessen van *Walter Prevenier. Die toonde aan dat lesgeven concreet kan, zonder abstractie te verliezen. Hoe hij het deed? Hij was gewoon een verdomd goed lesgever. We hebben het geluk dat er nog veel dergelijke professoren rondlopen, maar we moeten beseffen dat er ook een pak anderen zijn. Het probleem is dat de beste onderzoekers niet noodzakelijk de beste lesgevers zijn, of vice versa. Enkel lesgevers die de ‘vloek van kennis’ kunnen omzeilen, slagen erin om goed en begrijpelijk les te geven. Ongelijkheid Dergelijk kwaliteitsvol (hoger) onderwijs kost veel tijd en moeite en vergt vaak ook de nodige vorming. Maar die inzet blijkt nog te vaak ondergeschikt aan het belang dat gehecht wordt aan onderzoek, want voor de carrière van onderzoekers aan onze universiteiten weegt dat nu eenmaal zwaarder door. Ondanks de nodige ondersteuning die lesgevers aan de universiteiten vandaag al krijgen, is het begrijpelijk dat hun inspanningen vooral gaan naar waar ze het meest op afgerekend worden. Ik ben ervan overtuigd dat universiteiten wel degelijk hun deel van de taak om ongelijkheid tegen te werken, kunnen opnemen. Dat kan als de onderwijstaak ten volle gewaardeerd wordt en op niveau wordt aangeboden, eventueel met ‘onderwijsprofessoren’ die vooral in het lesgeven hun sterktes kunnen uitbouwen. Degelijk onderwijs, ook van abstracte materie, kost tijd en energie van professoren én studenten, maar kan zeker. DS, 07-10-2015 (Pedro De Bruyckere, docent pedagogiek Arteveldehogeschool Gent)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |