#1
|
||||
|
||||
Yang met de pet
Yang met de pet
Toen ik in 1989 als conjunctuuranalist aan de slag ging, was Japan het allereerste land dat ik moest opvolgen. Waarschijnlijk dacht mijn directie dat dit een klusje was voor een beginner, want je kon het gestaag hoge groeiritme met een metronoom voorspellen. Er waren wel wat problemen met de Amerikanen die Japan ervan beschuldigden de wisselkoers van de yen te manipuleren. Daarnaast vond de Japanse regering dat het tijd was om het groeimodel wat meer af te stemmen op consumptie, om minder van export en investeringen af te hangen. Ze kon echter niet vermoeden dat de beurs- en vastgoedcrash waarmee de jaren 90 werden ingeluid, het begin van een lange periode van ondermaatse groei zou betekenen. Vandaag bekruipt me een déjà-vugevoel, als ik de recente ontwikkelingen in China bekijk. Ook de Chinese autoriteiten willen het groeimodel aanpassen, waarbij ‘Yang met de pet’ meer zou moeten profiteren van de spectaculaire ontwikkeling die het land de jongste decennia heeft gekend. Maar die heroriëntatie blijkt dansen op de slappe koord. De buitensporige, en niet altijd even productieve, investeringen hebben de schuldgraad fors opgedreven, waarbij Chinese bedrijven nu al een schuld van 125% van het bbp torsen. Dat zet een rem op de investeringen. Tegelijk is er een groot overaanbod aan woningen, dat volgens het IMF pas tegen 2020 weggewerkt zal zijn. De bouwsector zal dus evenmin een groeimotor zijn. Ten slotte heeft het jarenlange éénkindbeleid ertoe geleid dat de Chinese bevolking snel veroudert, waardoor de actieve bevolking in de komende jaren zal krimpen. Ook hier zijn de parallellen met Japan niet ver te zoeken. Het verschil is natuurlijk dat Japan bij de start van de crisis al een van de rijkste landen ter wereld was, terwijl China in termen van bbp per capita momenteel maar rond de 80ste plaats bengelt. Heel wat research rond de ‘middeninkomensval’ stelt dat groeilanden op een bepaald ogenblik, na een eerste sterke ontwikkelingsfase met een transitie van landbouw naar industrie, er moeilijk in slagen een volgende stap te zetten. Met een krimpende beroepsbevolking en tragere productiviteitswinsten zijn de 7% groeiritmes die we gewoon waren in China, duidelijk te hoog gegrepen voor de komende decennia. De vraag is of het land een Japan*achtige malaise tegemoet gaat of eerder een gecontroleerde vertraging. De financiële markten zijn er niet gerust in. En dit is niet de ver-van-ons-bedshow: China is, puur vanwege zijn gigantisch grote bevolking, al de op een na grootste economie ter wereld. Zo’n 30% van de wereldwijde smartphoneverkoop vindt er plaats. Ook voor de autoproducenten is het een sleutelmarkt. De communistische partij*leiding leek tot voor kort economisch de zaakjes goed onder controle te hebben, maar recent lijkt ze toch wat het noorden kwijt. Het aankopen van aandelen om de beurs te ondersteunen, de stuntelige devaluatie van de yuan: het leek allemaal wat geïmproviseerd. Naarmate de economie verder wordt geliberaliseerd, is het bovendien moeilijker om die te sturen. Het is nog niet helemaal duidelijk wat we van de Chinese economie in de komende jaren mogen verwachten, maar dat de groei volatieler en gemiddeld lager zal uitvallen, lijkt wel vast te staan. DS, 05-09-2015 (Peter Vanden Vanden Houte)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |