Leuvense student ontwikkelt 'ambulance-drone', DataNews (Knack.be) 27/10/2014

Een 23-jarige Leuvenaar heeft voor zijn afstudeerproject als ingenieur een 'ambulance-drone' ontwikkeld, bedoeld om de levens van hartpatiënten, drenkelingen en diabetespatiënten sneller dan de huidige hulpdiensten te kunnen redden.

Het gaat om een fluogeel onbemand vliegtuigje dat onmiddellijk en zelfstandig kan uitrukken van zodra iemand naar het noodnummer 112 belt, vertelt bedenker Alec Momont (23) aan Het Laatste Nieuws.

Gps, video- en geluidsverbinding en defibrillator aan boord

De drone - die 4 kilogram weegt en een snelheid van zo'n 100 kilometer per uur kan halen - beschikt over een gps (om met behulp van het gsm-signaal van de beller de locatie van het slachtoffer te achterhalen), een video- en geluidsverbinding (waarmee een hulpverlener vanuit een centrale instructies kan geven aan iemand in de buurt van de patiënt) en een defibrillator (waarmee de drone het hart van een patiënt middels een elektrische schok aan de praat kan krijgen).

Het is ook denkbaar om het vaartuigje in de toekomst nog uit te rusten met een opblaasbare boei, een ademhalingsmasker of een insulinespuit, om drenkelingen, slachtoffers van branden en diabetespatiënten te kunnen redden, vertelt Momont nog aan Het Laatste Nieuws.

15.000 euro per drone

Het vliegtuigje heeft nu een bereik van 12 vierkante kilometer, maar door een netwerk van laadpalen - waar de drones in ruststand op kunnen waken - uit te bouwen in heel België, zouden de overlevingskansen van al onze landgenoten kunnen verhoogd worden, meent Momont nog.

Waar de hulpdiensten zo'n 10 minuten nodig hebben om bij een patiënt te komen, is de 'ambulance-drone' volgens Momont binnen de minuut op zijn bestemming. De Leuvenaar ziet deze drone als een bijkomend instrument voor de hulpdiensten. Hij raamt de kosten per drone op zo'n 15.000 euro.

Binnen dit en 5 jaar werkelijkheid?

Momont kreeg voor zijn afstudeerproject steun van de organisatie Living Tomorrow en het UZ Gent. Die laatste is geïnteresseerd om de 'ambulance-drone' te gaan inzetten.

Probleem is wel dat vluchten met drones op dit moment nog verboden zijn in ons land. Al heeft het Directoraat-generaal Luchtvaart al laten weten 'de wetgeving te gaan aanpassen om levensreddende drones binnen één à twee jaar toe te laten in België', aldus nog Alec Momont, die er gerust in is dat er weldra tests uitgevoerd kunnen worden met echte patiënten, met het oog op de invoering van de drones 'binnen dit en vijf jaar'.

Bron: http://datanews.knack.be/ict/nieuws...mal-492003.html

Mening: Drones zijn de toekomst. De mogelijkheden en voordelen van het toestel zijn groot en vele bedrijven zijn bezig met verschillende modellen te ontwikkelen voor commercieel gebruik. Ik vind het wel typerend dat een van de meest vanzelfsprekende humanitaire toepassingen (een vliegende MUG-eenheid) niet door bedrijven, maar door universiteiten ontworpen moet worden. Als de overheid het budget voor onderwijsinstellingen doet krimpen, moet rekening gehouden worden met de impact op de tweede laatste van de drie academische pijlers (onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening).
Ik herinner me nog dat ik een paar jaar geleden beelden zag van een drone op een technologiebeurs: het leek op het eerste zicht een veredeld speelgoedhelicoptertje met vier rotoren en een camera. Al snel werd duidelijk dat het grote mogelijkheden had, maar ook grote problemen, vooral op het gebied van privacy. Daarom verbiedt de Belgische staat voorlopig nog drones: als om het even wie met een camera vanuit de lucht anderen kan gaan bespioneren, wordt het niet meer leefbaar. Ook zouden daar al snel ongelukken mee gebeuren of nieuwe 'verkeersregels' voor moeten worden opgesteld. De vraag is dus welke organisaties wel een uitzondering mogen krijgen op die regel.
Kunnen politie en ziekenhuizen het alleenrecht krijgen? Moeten pizzeria's de mogelijkheid krijgen om vanuit de lucht aan huis te leveren? En wat met apothekers (ook commerciële organisaties)? In welke omgeving mogen drones wel of niet vliegen? Het is een complex vraagstuk dat nog veel tijd zal vragen om beantwoord te worden, bij ons en wereldwijd.