EU-landen zijn het vrijwel eens over klimaatakkoord

23-10-14, 07.55u

De EU-landen zijn het nagenoeg eens over een nieuw klimaatpakket dat de opwarming van de aarde tot 2 graden moet beperken. De Europese regeringsleiders leggen zich naar verwachting vanavond vast op een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent in 2030. Ook moet er meer energie duurzaam worden opgewekt en beloven de landen extra energiebesparing
Betrokken diplomaten zijn vol vertrouwen dat de leiders een akkoord bereiken over de nieuwe klimaatdoelen. De druk is groot omdat de EU het voorbeeld wil zijn voor de andere economische grootmachten (VS, China) tijdens de VN-klimaatconferentie volgend jaar in Parijs. Daarnaast is het de laatste EU-top onder leiding van EU-president Van Rompuy die vastbesloten is succes te boeken.

"De laatste meningsverschillen tussen de lidstaten zullen worden overbrugd", aldus een EU-diplomaat. Het grootste twistpunt is de eis van de Oost-Europese lidstaten, met Polen voorop, dat de noodzakelijke hervorming van hun industrie mede wordt gefinancierd door de rijkere landen. Het Europees Parlement vindt het beoogde klimaatpakket veel te mager.

Tijdens de onderhandelingen afgelopen maanden over het aanscherpen van de klimaatdoelen stonden de tien armere Oost-Europese en Baltische lidstaten tegenover de rijkere in het westen. "Uiteindelijk komt het neer op de vraag: wie betaalt? En het gaat om een hoop geld", stelt een onderhandelaar.
Vermindering uitstoot
Het ontwerpakkoord voorziet in een vermindering van de uitstoot met broeikasgassen als CO2 met 40 procent (ten opzichte van 1990) in 2030. Deze doelstelling is bindend en de bijdrage van elke lidstaat wordt vastgelegd.

De armere landen zijn bereid deze inspanning te leveren maar eisen financiële compensatie omdat aanpassing van hun verouderde industrieën een kostbare zaak is. Zij wijzen ook op hun achterstand in welvaart en vinden dat het inlopen daarvan niet mag worden gehinderd door de nieuwe uitstootnormen. Een compromis tekent zich af door de armere lidstaten extra uitstootrechten toe te kennen, waardoor de rest minder mag vervuilen.

Tweede pijler van het klimaatakkoord is dat 27 procent van de energie in 2030 duurzaam wordt opgewekt. Een derde doelstelling betreft energiebesparing: tussen de 25 en 30 procent. Hoewel dit doel niet bindend is, hebben Nederland en Groot-Brittannië er moeite mee. Den Haag omdat de nationale afspraken hierover niet worden gehaald, Londen omdat het geen Brusselse bemoeienis duldt op dit terrein.

Milieuorganisaties en het Europees Parlement verwerpen het nakende akkoord. Zij wijzen op de oude klimaatbelofte van de EU om 20 procent minder broeikasgas uit te stoten in 2020. Die doelstelling is nu al bijna gehaald (18 procent), reden om in 2030 ambitieuzer te zijn. Dat klemt des te meer omdat de EU in 2050 de broeikasuitstoot met 80 tot 95 procent wil terugdringen.

Bron: De Morgen

Eigen mening: Naar mijn mening is het goed dat men toch ook nog bezig is met de klimaatopwarming. De laatste tijd werd de nadruk steeds meer gelegd op de economische crisis en andere wereldproblematiek. De klimaatopwarming werd even aan de kant geschoven en afgeschreven als ‘niet meer het grootste probleem’. Dit vind ik niet correct, want ons klimaat is nog steeds onze belangrijkste bron tot leven. Daarom vind ik het goed dat de EU terug rond te tafel zit en dat er vrijwel een eensgezindheid als resultaat komt. Enkel zal er, naar mijn mening, toch nog veel discussie rond komen omwille van het niet-bindende aspect en ook de nadruk die wordt gelegd op armere landen.