De grootste vrees van Obama: terrorisme van eigen bodem

De Amerikaanse president Barack Obama waarschuwde er al voor: IS-strijders die aanslagen beramen in Amerikaanse en Europese steden. Hij heeft het dan vooral over strijders die meevechten met de radicale terreurgroep en die daarna wel eens kunnen terugkomen. Maar zijn de Verenigde Staten ook voorbereid op de 'lone wolves' die hun inspiratie uit de IS-retoriek halen, maar in de VS blijven en op de achtergrond wachten op het juiste moment om toe te slaan?

Na de aanslagen van 9/11 zijn de Amerikanen op hun hoede voor externe bedreigingen. Om niet te zeggen dat ze bijna paranoïde. Obama rechtvaardigt zijn oorlog tegen IS dan ook met het argument dat hij de Amerikanen wil beschermen voor als er Amerikaanse jihadisten terugkomen, die mogelijk een aanslag beramen op het grondgebied van de VS. Dat lijkt zeer waarschijnlijk aangezien er in ons land en Australië al enkele aanslagen verijdeld zijn. De Amerikanen maken zich dus gerust zorgen over de terugkeerders.

Maar de voorbije tien jaar zijn de grootste aanslagen in de VS vooral gepleegd door terroristen vanuit de VS zelf. De schietpartij in Fort Hood in 2009 en de aanslagen in Bosten in 2013 zijn twee recente voorbeelden van terrorisme van 'eigen bodem'. De daders waren niet getraind in een of ander kamp van al-Qaeda om vervolgens met een missie naar de VS te trekken. Het waren Amerikanen die geïnspireerd raakten door de jihadistische propaganda. Hun wapentraining kregen ze op het internet. Dat is het soort terrorisme dat op de achtergrond sluipt.

De daders van de aanslagen op de Boston marathon en Fort Hood waren er steevast van overtuigd dat Amerika in oorlog is met de islam. Dat idee werd ondersteund door de oorlog in Irak en Afghanistan. De zogenaamde 'war on terror' wordt dus soms gepercipieerd als de VS versus islam. Maar naast IS in Irak en Syrië aanpakken ligt er dus geen plan op tafel om mogelijke Amerikaanse terroristen op te sporen. De veiligheidsdiensten zijn vooral afhankelijk van tips.

De overkoepelende veiligheidsdienst Homeland Security zoekt daarom toenadering tot verschillende moslimgemeenschappen om radicalisering tegen te gaan. Die geloofsgemeenschappen moeten volgens Homeland Security jonge Amerikanen weerhouden om naar Irak of Syrië te trekken. Jeh Johnson maakt zich zorgen om de jongeren die geïnspireerd raken door een ideologie of propaganda. "We zijn constant op onze hoede voor de 'lone wolf'", zegt Johnson. "Dat zijn de gevaarlijkste terroristen." Ze zijn niet gemakkelijk te traceren en bezorgen Homeland Security heel wat kopzorgen.

Directeur Matthew Olsen van het National Counterterrorism Center denkt dat gemeenschappen, vriendenkringen en buren in de beste positie staan om potentiële terroristen te spotten. Maar ook de lokale politie bezit een schat aan informatie van de lokale gemeenschap volgens FBI-directeur James Comey.

Bron: De Morgen (Defense One), 21/09/14, http://www.demorgen.be/dm/nl/30340/...gen-bodem.dhtml

Eigen mening:
Het aanpakken van terrorisme dat mogelijk afkomstig is van eigen bodem is zeer belangrijk en ik denk dat er snel plannen moeten gemaakt worden om dit te bestrijden. Nu de eerste acties ondernomen worden tegen IS is de kans groter dat terugkerende strijders mogelijke wraakneigingen hebben. Een grondige screening van mogelijke Amerikaanse jihadisten is dan belangrijk. Het is belangrijk om terugkomers op te volgen.

De dreiging komt niet altijd uit het buitenland. Zoals men aanhaalt in het artikel zijn vele mensen geïnspireerd door propaganda. Ik denk dat de media hier een te grote, negatieve rol in speelt. Het internet is een te gemakkelijke en openbare bron. Krantensites laten bijvoorbeeld niet de 'gruwelijkste' beelden zien van bijvoorbeeld de onthoofdingen, maar een gemiddelde internetgebruiker is gemakkelijk in staat om wel aan deze beelden te komen. Zo'n beelden kunnen voor mogelijke daders zeer inspirerend werken, maar hoe pak je deze problematiek aan?

Ik denk niet dat toenadering tot moslimgemeenschappen, vrienden en familie voldoende is, het is een eerste stap, maar wanneer jongeren geen steun vinden bij deze gemeenschappen en sociale kringen, hebben ze nog altijd het internet. Misschien zijn wetten over afluisterpraktijken wel accepteerbaar. Het misbruik van geheime diensten en organisaties zoals NSA is niet goed te spreken, maar ik denk dat het misschien vele aanslagen kan voorkomen. Persoonlijk ben ik van mening dat het verantwoord is om mogelijke daders te volgen, maar slechts wanneer er aanwijzingen zijn, zoals bijvoorbeeld internetgeschiedenis.