|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De piëdestal van het morele narcisme
De piëdestal van het morele narcisme
De manier waarop Maarten Boudry geloof bekritiseert, getuigt maar van weinig (zelf)reflectie, schrijft Ignaas Devisch. Boudry zou er goed aan doen om behalve religie ook het eigen waardekader beter te begrijpen. Het is me wat, dat dreigende gevaar van gelovigen die zichzelf gelukkig en gezond prijzen omdat hun geloof hen die kracht schenkt. Als voldragen atheïst kan ik mij bij geloof bitter weinig voorstellen, maar het ironische en morele misprijzen van Maarten Boudry ertegenover, is mij al te makkelijk en doet me haast sympathie krijgen voor religie (‘Sinterklaas maakt ook gelukkig’, DS 26 november). Boudry weet de lezer zowaar te vertellen dat er in de Bijbel ‘met geen woord gerept wordt over democratie, dat slavernij er expliciet wordt goedgekeurd’. Hear hear, dat wisten we nog niet: in de Bijbel wordt niet gesproken over democratie! Quite shocking indeed, maar moeten we het dan niet ook hebben over de verlichtingsdenker Voltaire en zijn niet-afkeuring van slavernij? Of dat hij mensen hoger inschatte dan ‘negers’? Of over Aristoteles die in zijn Ethica Nicomachea spreekt over een slaaf als een ‘bezielde os’? Zijn die grote denkers ook voorbeelden van de ‘middeleeuwse moraal’ die hij gelovigen aanwrijft? Wat zou dat trouwens betekenen, middeleeuwse moraal? De goedkeuring van foltering en slavernij? In China loopt het zwart van de slaven en ze zijn er verdomd niet om religieus-illusoire redenen aan het werk. Wie met hedendaagse normen oude religies immoreel noemt omdat ze bepaalde zaken toen niet hebben veroordeeld, maakt het zichzelf wel erg makkelijk. Je hebt altijd gelijk omdat het ‘nu’ blijkbaar sowieso beter is dan het ‘toen’. Dat heet moraliseren: ‘kijk eens hoe slecht ze waren en hoe dwaas sommigen zijn dat ze er nog steeds in geloven’. Wat is daar dan mee opgehelderd? En moet je dan bovendien niet consequent zijn en alle wetenschappers veroordelen omdat die het heel lang niet zo nauw namen (of nemen) met mensenrechten of dierenrechten? Of dreigt daar dan geen gevaar voor een middeleeuwse moraal? Illusie versus verbeelding Maar daar houdt het niet op. Ik lees een volgende waarschuwing: ‘Illusies hebben de neiging om zich in het weefsel van onze overtuigingen te vertakken, en zijn zelden onschuldig’. Illusie is een breed begrip, en alle geloof er zonder meer mee gelijk stellen is wel heel kort door de bocht. Natuurlijk is geloof in iets wat je niet kan controleren illusoir, maar wat met de verbeelding? Was het niet Kant die de Einbildungskraft vooropstelde als grond van onze ratio en dus als motor van ethiek en kennis? En hadden de Schotse verlichters niet door dat de mens een passioneel wezen is? Religie is gedreven door verbeelding, zeer zeker, maar dat geldt voor de hele postkantiaanse wetenschap: juist omdat ze vanuit de vrijheid van het denken moet vertrekken, heeft ze verbeeldingskracht nodig. Vandaar de nood aan kritiek, vandaar de nood aan verbeelding. Waarom spenderen we onze tijd niet aan een kernvraag van hedendaagse religiekritiek: als het hier om zoveel verzamelde gevaarlijke domheid gaat, hoe zou het dan toch komen dat zoveel intelligente mensen, ook vandaag nog, een door die verbeeldingskracht opgebouwd wereldbeeld aanhangen? Moeten we dat niet minstens proberen te begrijpen? Zoals Boudry het ‘analyseert’ is er maar één conclusie mogelijk: deze mensen zijn simpelweg dom en bij uitbreiding ook gevaarlijk. Nou, dat zijn er dan nogal wat, de leden van de klasse der gevaarlijke dommeriken. Behalve het feit dat religie of illusies op zich geen voldoende voorwaarde voor gevaar zijn, is het ontbreken ervan ook geen noodzakelijke voorwaarde om gevaar te voorkomen. Dat hebben onder meer de Verlichting en het communisme afdoende aangetoond. Religiekritiek (of wetenschapskritiek) kan bijgevolg alleen een zinvolle aangelegenheid worden als ze zichzelf als kritische plaats weet te begrijpen, inclusief het paradigma van waaruit ze zelf opereert. Doen alsof de kous af is door illusies individueel door te prikken, is vergelijkbaar met rokers vertellen dat roken ongezond is. Alsof ze dat niet weten. Religieus tintje De rationalist heeft in principe het voordeel van de heldere argumentatie. Geloofsvrij als hij is, kan hij zich op het weten en niets dan het weten beroepen om de wereld te begrijpen. Maar dan moet hij zijn object van kritiek ook willen begrijpen. Vanop een piëdestal de illusies der verdwaasde mensheid gadeslaan, getuigt niet alleen van moreel narcisme – kijk eens hoezeer ik jullie achterlijkheid doorheb en er zelf geen last van heb – de vraag is bovenal of dit ons ook maar 1 milligram aan extra kennis heeft opgeleverd, laat staan politiek inzicht. Hoog tijd voor een religiekritiek die evenveel van zichzelf als van religie probeert te begrijpen, zo niet dreigt ze zelf een merkwaardig religieus tintje te krijgen. DS, 28-11-2013 (Ignaas Devisch)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |