#1
|
||||
|
||||
Het Tsjetsjeense wespennest...
Tsjetsjenië is niet te temmen - Russen hadden in 19de eeuw voor verovering veertig jaar nodig
ROTTERDAM - Van alle gebiedsdelen die Rusland de afgelopen twee eeuwen heeft ingelijfd, was de verovering van Tsjetsjenië het moeilijkst. DE periodieke uitlatingen van het Kremlin over Tsjetsjenië klinken langzamerhand als een mantra: de situatie is zo goed als normaal, de vluchtelingen kunnen terugkeren, de ,,bandieten'' zijn vrijwel uitgeschakeld. Maar de gijzelingsactie door Tsjetsjeense terroristen in Beslan toont aan dat het verzet nog lang niet gebroken is. In de tweede Tsjetsjeense oorlog, die in 1999 begon, zijn volgens het Comité Soldatenmoeders al bijna 13.000 doden gevallen aan Russische kant, zijn er volgens de Russische regering 15.000 rebellen gedood, zijn er volgens de mensenrechtenorganisatie Memorial ook nog 10.000 tot 20.000 burgerdoden gevallen door Russische bombardementen, ontvoeringen en banditisme en zijn er volgens de Tsjetsjeense regering 2.000 en volgens Memorial 4.000 mensen spoorloos verdwenen. Tsjetsjenië blijft, de mantra van het Kremlin ten spijt, het toneel van een ongemeen bloedige strijd. Het bergachtige en ruige Tsjetsjenië is altijd een voor de Russen uitzonderlijk problematische regio geweest. Tsaar Peter de Grote werd teruggeslagen toen hij het wilde inlijven. Catharina de Grote ging systematischer te werk, met de aanleg van vestingsteden. In 1783 vroeg de Georgische koning om Russische bescherming tegen de Turken en de Perzen. In Transkaukasië lukte het de Russen zich te vestigen: delen van Armenië en Georgië werden 'bevrijd' (dat wil zeggen: ingelijfd). Maar de vele volken en volkjes in het hooggebergte, met hun vijftig talen, hun tradities, hun clans en dorpsgemeenschappen, hun egalitaire opvattingen en hun vechtlust, lieten zich niet onderwerpen. De Russen hadden in de negentiende eeuw uiteindelijk 300.000 man en veertig jaar nodig om Tsjetsjenië te onderwerpen. En zelfs toen lukte het alleen met het onbarmhartige beleid van de verschroeide aarde. Hele volken werden verdreven, en er wonen sindsdien meer Tsjerkessen, Abchaziërs en Kabardijnen in Turkije en andere delen van het vroegere Ottomaanse rijk dan in eigen land. De Tsjerkessen verzetten zich het langst. Van de 300.000 Tsjerkessen woonden er na vijf jaar van onbarmhartige oorlogvoering in 1864 nog maar 40.000 in eigen land. Lev Tolstoj schreef met bewondering over de Tsjetsjenen, Michail Lermontov constateerde ter plaatse - hij was bij wijze van straf naar Tsjetsjenië overgeplaatst - dat ,,het land van de vrijheid teloorgaat'' als gevolg van de Russische veroveringsdrang. Stalin deed het nog eens over. Bij deportaties van acht van collaboratie met de Duitsers beschuldigde volken in 1944 stierf 22 procent van de 362.000 naar Kazachstan weggevoerde Tsjetsjenen, 27 procent van de Balkariërs en 30 procent van de Karatsjajers. Aleksandr Solzjenitsyn kwam in ballingschap in Kazachstan de verbannen Tsjetsjeense overlevenden tegen. ,,Tsjetsjenen'', schreef hij, ,,zijn de enige natie die de psychologie van de onderwerping hebben weerstaan. Nooit en nergens probeert een Tsjetsjeen bij zijn chef in het gevlij te komen; altijd treden ze de overheid trots en zelfs openlijk vijandig tegemoet. En zie het wonder: iedereen is bang voor hen.'' De Tsjetsjenen zien zichzelf als een trots en onafhankelijk bergvolk. Er zijn honderd zestig clans, die traditioneel met elkaar overhoop liggen, maar verenigd zijn in hun verzet tegen de Russen. Het zijn moslims, maar gematigde moslims: fundamentalisme is hun vreemd. Als er vormen van fundamentalisme bestaan, dan zijn die niet religieus van aard, maar hebben ze te maken met de trots op de eigen tradities, het eigen gewoonterecht. 04/09/2004 Peter Michielsen, ©Copyright ©NRC Handelsblad
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
||||
|
||||
De schande van Beslan
David heeft gijzeling niet overleefd
door Wendelmoet Boersema ,,David wordt morgen begraven''. Oma Daoerova vertelt het met broze, bibberige stem over de telefoon. De familie Daoerov heeft een dag gezocht naar hun tienjarige zoon en kleinzoon David, in de ziekenhuizen van Beslan en Vladikavkaz. ,,Zijn vader was zaterdag al in het mortuarium, maar herkende hem niet'', zegt oma. ,,Toen zijn ze er nog een keer heengegaan, en er was een jongetje met een stukje onderbroek op zijn verbrande benen. David had net zo'n onderbroekje, met ruitjes. Ze hebben het vergeleken met eentje uit de kast van thuis.'' Davids lichaam zat onder de brandwonden. Hij is een van naar schatting meer dan vierhonderd doden die geborgen zijn uit de totaal verwoeste sportzaal van school nr.1 in Beslan. Oma klinkt verbijsterd als ze doorgaat met vertellen: ,,De buurvrouw is ook dood, zij was lerares op de school. Ze werd gisteravond gebracht en is vandaag begraven. Er is in ons portiek nog een meisje dood. En boven ons, de buurvrouw, zij is ook nog niet gevonden.'' Volgens haar zoeken de mensen in Beslan nu naar schuldigen. ,,Ze hebben allemaal gelogen.'' De mensen zijn woedend over berichten dat de gijzeling zou zijn voorbereid met hulp van de bouwvakkers, die de school van de zomer verbouwden. Een deel van de explosieven zou al in de school hebben gelegen. ,,De directrice van de school is ook schuldig'', verwoordt oma Daoerova een van de vele geruchten in Beslan. ,,Zij heeft bouwvakkers uit Ingoesjetië gehaald, en iedereen weet hoe die over ons Osseten denken.'' Trouw, 06-09-2004
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#3
|
||||
|
||||
Engelbewaarder van Beslan
Engelbewaarder van Beslan
Beslan: schooltje, dodelijke gijzelingsactie, wereldnieuws. Maar wat doet dat met een dorp? De Noorse Erika Fatland brengt een ontluisterende kroniek. Veel meer dan de tienduizenden doden van de Tsjetsjeense Oorlog staan de gebeurtenissen in School Nummer Eén in Beslan in de buurrepubliek Ossetië in ons collectieve geheugen gegrift. De beelden van de uitgebrande gymzaal in de eerste dagen van september 2004, Russische commando's die een chaotische bevrijdingsactie proberen en terugkomen met kinderen in hun onderbroekje, dorstig na drie dagen zonder water. Ook al werd de gijzeling vooral uitgevoerd door Ingoesjetiërs, het drama gaf waarschijnlijk de genadeklap aan de wereldwijde sympathie voor de Tsjetsjeense opstand die al sinds 1994 door de televisiejournaals rolde. Uiteindelijk kwamen bij de gijzeling – en vooral bij de chaotische bevrijdingsactie – 333 mensen om, onder wie 186 kinderen. De Noorse Erika Fatland vroeg zich enkele jaren later vooral af hoe zo'n gemeente van 35.000 inwoners, in een afgelegen Russische deelrepubliek als Noord-Ossetië, naderhand omging met zo'n drama. Om getuigenissen te verzamelen voor haar eindwerk over sociale antropologie meldde ze zich als vrijwilliger bij het Russische Rode Kruis. Alleen zo kreeg ze toegang tot Beslan, want pottenkijkers worden door de Russische autoriteiten nog altijd niet met open armen verwelkomd. Fatlands Engelbewaarder van Beslan valt met de deur in huis: de lezer krijgt een pijnlijk relaas over de gebeurtenissen van 2004 aan de hand van ooggetuigen, die allemaal wel iemand hebben verloren – sommigen hun hele familie. Ouders beschrijven die laatste heerlijke momenten vlak voor de eerste schooldag van 2004: hun kinderen in nieuwe kleren, een vrolijke opwinding. Dan de schoten, de verwarring en drie dagen horror. Boekhoudster Rita zette haar enige dochtertje Ala af bij de school. Drie dagen later was ze kinderloos. Andere ouders bleven voor het openingsfeest en werden ook gegijzeld. De kracht van het boek schuilt erin dat Fatland niet ophoudt bij die tragische getuigenissen; ze is tenslotte een antropologe in spe. Ze neemt haar tijd en gaat na haar eerste bezoek in 2007 nog eens terug naar Beslan in 2010. ‘Wat gebeurt er als alle journalisten naar huis zijn?' vraagt ze in de inleiding van het boek. Afgunst en achterdocht Het drama en het verdriet hebben de families niet dichter bij elkaar gebracht. Integendeel: Beslan wordt geregeerd door posttraumatische stress en schuldbewustzijn, maar ook door afgunst en achterdocht. Ouders die verscheidene kinderen hebben verloren, hebben het moeilijk om andere ouders die ‘slechts' één kind verloren als ‘echte' slachtoffers te zien. Sommige nabestaanden kregen relatief veel geld van de Russische overheid na het drama; anderen kregen weinig of niets, om onverklaarbare Russische redenen. Volwassen mannen hebben het moeilijk. Om dat te verklaren neemt Fatland de lezer mee op een tocht door de complexe Kaukasische geschiedenis en cultuur. Van de mannen wordt namelijk verwacht dat ze hun vrouwen en kinderen beschermen, en daarin hebben ze massaal gefaald. ‘Aangezien de vrouwen de kinderen die dag naar school hadden gebracht, is Beslan vol weduwnaars', schrijft Fatland. ‘Sommigen dragen nu in hun eentje de verantwoordelijkheid voor kleine kinderen. Anderen zijn hun hele gezin kwijt. Als deze mannen een kamer binnenkomen, verstommen de gesprekken. Ze zijn zonder uitzondering grijs geworden.' Complottheorieën waaien door de straten in Beslan. Misschien was de schooldirectrice, Lidia Tsalijeva, wel een handlangster van de terroristen? ‘Lidia kurva', Lidia is een hoer, schilderden onbekenden op de muren van het uitgebrande schooltje. We ontmoeten Kaspolat Ramonov, de ‘directeur' van de ‘Stad der Engelen', de nieuwe begraafplaats in Beslan. Zijn vrouw en twee van zijn kinderen hebben het drama overleefd, maar Ramonov wil niet weg van het graf van de vijftienjarige Mariana, zijn andere dochter die omkwam. Hij verlaat het kerkhof nog zelden, de rest van zijn gezin is naar Moskou verhuisd. Maar gevraagd naar de inspanningen van Ella Kesajeva, die een vereniging van nabestaanden leidt om de waarheid achter het drama te achterhalen, noemt Ramonov haar ‘die hoer'. ‘Vlak na de terreuractie sloot ze haar dochter op in haar kamer en ontving ze mannen. Zo veel verdriet had ze! [...] Bij die zogenaamde inzet om de waarheid boven tafel te krijgen, gaat het alleen om geld en roem, geloof me. Ze zegt dat ze arm is, maar ze heeft een groot appartement in Vladikavkaz.' Zo maken we in Engelbewaarder van Beslan eerst kennis met de tragische microkosmos van Beslan, voor Fatland zich onvermijdelijk moet buigen over de vraag hoe het drama is kunnen gebeuren, waarom er zo veel doden zijn gevallen, en wie de eerste ontploffing op het dak van de gymzaal heeft veroorzaakt. Het antwoord daarop maakt, in het Rusland van Vladimir Poetin, de tragedie van de nabestaanden alleen nog gruwelijker. Fatland schreef een integere en noodzakelijke studie, waarvoor ze een grootste onderscheiding verdient. DS, 21-09-2012 (Jorn De Cock)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp |
Weergave Modus | Stem op dit onderwerp: |
|
|
Soortgelijke onderwerpen | ||||
Onderwerp | Auteur | Forum | Reacties | Laatste Post |
Suggesties voor een andere wereld | Barst | P.A.V. | 0 | 21st November 2004 19:46 |
Tekstevaluatie voor cursus RZL in ILSO 2004-2005... | Barst | Artikels & Boeken | 2 | 9th November 2004 18:35 |
'Zure Zondag': een minder oppervlakkige analyse... | Barst | Cultureel-maatschappelijk | 7 | 30th June 2004 12:50 |