![]() |
|
![]() |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
![]() Een beduimeld visitekaartje
Kredietbeoordelaars zijn superboekhouders. Ze vlooien de financiële situatie van bedrijven en landen uit, maken marktanalyses, doen economische en politieke voorspellingen. Ze proberen zo een beeld te krijgen van de kredietwaardigheid, van de mate waarin zij hun schulden tijdig kunnen terugbetalen. Er is dus veel ruimte voor interpretatie, wat van het beoordelen van kredietwaardigheid alles behalve een exacte wetenschap maakt. Eigenlijk heeft het meer van een orakel. Maar dan wel een waar erg veel belang aan wordt gehecht. Te veel. Het gezondheidsbulletin dat de kredietbeoordelaars afleveren, is het visitekaartje van de bankier, de bedrijfsleider, een land. Wie voor vol wil worden aangezien op de financiële markten, heeft zo'n kredietbulletin nodig. Een hoge kredietwaardigheid rolt de rode loper uit voor een wereldwijd netwerk van investeerders en vermogensbeheerders die je met de duizenden miljarden euro die ze onder hun hoede hebben goedkope kredieten willen bezorgen, zodat je bedrijf of land financieel nog gezonder wordt. Zonder rating ben je een paria, iemand die uitgestoten wordt door de financiële gemeenschap. Met een zwakke rating wordt de gezondheidszorg duurder, als je niet oppast zelfs onbetaalbaar, waardoor bedrijven de geest kunnen geven en landen gedwongen worden tot draconische maatregelen. Hoe is het zover kunnen komen? Zolang de grote industrielanden met de hoogste kredietwaardigheid konden pronken en de kleinere meteen in de slipstream volgden, was een rating iets om trots op te zijn en was een lage kredietwaardigheid het probleem van de anderen. Van landen in Afrika, in Latijns-Amerika, in Azië. Maar sinds we zelf overspoeld worden door een stortvloed van ratingverlagingen, heet het dat de kredietbeoordelaars de financiële markten destabiliseren, het economisch herstel in Europa bemoeilijken en zelfs het voortbestaan van de eurozone in gevaar brengen. Natuurlijk hebben de kredietbeoordelaars boter op het hoofd. Eerst waren er de schandalen met de vervalste boekhouding bij Enron en Parmalat, waarbij bleek dat de ratingbureaus compleet achter de feiten aanholden. En ook bij de beurscrash van 2000 bleek dat tal van bedrijven er veel slechter voorstonden dan hun rating suggereerde. Maar eigenlijk kwamen de ratingbureaus pas echt onder vuur sinds de financiële crisis van 2008. Toen bleek dat de IJslandse banken minder dan een jaar voor ze collectief over de kop gingen nog allemaal een toprating kregen. En dat financiële producten vanwege hun hoge rating jarenlang massaal werden gekocht, terwijl ze eigenlijk niet meer waren dan herverpakte rommelkredieten. Redenen genoeg voor zware kritiek dus, vooral voor het ophouden van een schijnsolvabiliteit. Maar waren we wel verplicht om zo blind op het oordeel van de ratingbureaus te vertrouwen? Gewoon omdat het makkelijker was dan zelf analyses te maken? En dus als bank producten kopen waarvan je de finesses niet doorgrondt, uitsluitend op basis van externe analyses. Als land blind zijn voor de zich opstapelende begrotingstekorten en de oplopende schuld, zolang Standard & Poor's, Moody's en Fitch er geen probleem van maakten. Nu blijkt dat de kredietbeoordelaars destijds hun huiswerk niet goed hebben gemaakt, maar zich nu herpakken, heeft het weinig zin om ze opnieuw verwijten te maken, deze keer omdat ze te kort op de bal zouden spelen. Overigens blijkt uit de reacties van de financiële markt duidelijk dat ze nog steeds achter de feiten aanhollen. Ondanks de golf van ratingverlagingen daalde de langetermijnrente gisteren zelfs in alle eurolanden, met uitzondering van Portugal. Waarom dan al die heisa rond een ratingverlaging? Omdat we die ratingbureaus ondanks alles nog te veel macht geven. De markt houdt weliswaar veel minder rekening met de ratings, maar als bij een verlaging formeel een kritische drempel overschreden wordt - kijk maar naar Portugal en binnenkort misschien ook Italië - dan zijn veel pensioen- en spaarfondsen nog steeds statutair verplicht om al hun Portugees papier te dumpen. En het onderpand dat banken mogen aanvaarden van bedrijven of andere kredietnemers, is wettelijk gekoppeld aan de kredietwaardigheid ervan. Zolang de wetgever en de toezichthouder spelers op de financiële markt verplichten om rekening te houden met de ratings, zullen kredietbeoordelingen meer gewicht hebben dan beleggers er spontaan nog aan zouden geven als die automatische band er niet was. Een recent voorstel van de Europese Commissie, dat de koppeling aan ratings losser wil maken en grote beleggers en banken wil verplichten om ook hun eigen analyse te maken en in rekening te brengen, lijkt daarom een stap in de goede richting. DS, 17-01-2012 (Luc Coppens)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |