![]() |
#1
|
||||
|
||||
![]() Ryanair op rails
Treintickets kopen, vliegtickets kopen, geld overschrijven, het kan tegenwoordig allemaal via internet. Voor het gemak van de klant, maar eigenlijk om personeel uit te sparen. LUCKAS VANDER TAELEN voelt zich daar ongemakkelijk bij. Niet alles wat verandert, wordt beter. Deze milde aanval van nostalgie overviel me toen ik van de NMBS-plannen hoorde om internationale tickets duurder te gaan verkopen in de stations. Je moet ze maar gaan halen op internet, dan betaal je het normale bedrag. Bij Ryanair doen ze dit al langer: daar moet je thuis zelf je boardingpass afprinten, anders moet je een vreselijke toeslag betalen. En ook De Lijn vraagt zijn reizigers te betalen per gsm. Dat wordt dan voorgesteld als een gemak voor de klant, maar net zoals de NMBS-toeslag is dit soort acties een punt van een nauwelijks verborgen agenda: hoe meer de klant zelf doet, hoe minder personeel er nodig is en hoe meer bemande verkooppunten er dicht kunnen. Service aan de klant is zelfs voor een openbaar bedrijf als de NMBS allang geen prioriteit meer: het zal binnenkort gemakkelijker zijn om in Brussel-Zuid te winkelen dan om een treinticket te kopen. Het begint altijd op dezelfde manier: men stelt veranderingen voor als een vooruitgang. Het lijkt inderdaad sneller en gemakkelijker om van achter je computer tickets te bestellen, in plaats van aan te schuiven in een eindeloze rij. Maar voor je het weet, heb je de keuze niet meer en wordt de gewone dienstverlening afgeschaft. Weg loketten, weg menselijk contact. Dat is overigens geen nieuw fenomeen: al van in de jaren zeventig moeten reizigers in het openbaar stadsvervoer hun ticket zelf valideren. Ooit waren bussen en trams bemand met een controleur, die vervoersbewijzen verkocht en controleerde. Die moest weg, toen ook al onder het mom van de moderne rationalisering. Net zoals de meeste verkooppunten in de Brusselse metrostations nog maar zelden bemand zijn. Die 'vooruitgang' heeft ervoor gezorgd dat de reiziger enkel door machines bediend wordt, met als nefast collateraal effect dat er minder sociale controle is en het onveiligheidgevoel bij de reiziger groter wordt. Nergens zie je de vreemde gevolgen van die vermeende vooruitgang beter dan in de bankwereld. Ik herinner me nog levendig het bankfiliaal uit mijn jonge jaren, waar ik altijd terecht kon bij een van de vele loketten. Soms moest ik aanschuiven, maar echt lang duurde dat nooit. En zoals elke klant werd ik op mijn wenken bediend. Toen was de klant nog koning. Dat is wel enigszins anders nu: een tijd geleden stapte ik een bank binnen om een bankbiljet te wisselen in kleinere coupures. In het volledig vernieuwde, zeer modern ogende filiaal waren geen loketten meer te bespeuren. Twee terminals en één streng kijkende onthaaldame, die me tot mijn verbazing vertelde dat ze onmogelijk mijn biljet kon omwisselen omdat er geen baar geld in de bank was. 'Een bank zonder geld, dat is pas modern', had ik haar bijna gezegd. Het enige wat ik kon doen, zei de dame, was het geld via de terminal op mijn rekening storten en dan via dezelfde terminal kleinere biljetten afhalen. Er stonden twintig wachtenden vóór mij. Met de kritiekloze verheerlijking van de zelfverklaarde vooruitgang zijn we ook een aantal financiële zekerheden kwijt. De liberalisering mag er dan wel voor gezorgd hebben dat het monopolie van de RTT verdwenen is en dat je geen maanden meer moet wachten op een telefoonaansluiting. Maar wie heeft er vandaag nog zicht op hoeveel het kost om te telefoneren en te surfen op het internet? Elke operator bestookt ons met zogenaamd op onze maat gemaakte formules, maar bij elke factuur denk ik dat ik te veel betaal en maar beter zou overschakelen op een ander soort abonnement. Datzelfde gevoel heb ik ook telkens als ik de Thalys naar Parijs neem, toevallig het ticket van mijn buurman zie en ik overvallen word door het vermoeden dat iedereen blijkbaar een ander bedrag betaalt voor dezelfde reis. Zou die onzekerheid dan de prijs voor de vooruitgang zijn? Vroeger deed de trein naar Parijs er misschien langer over, maar je kon rustig een ticket kopen in het station, daar kwam geen toeslag bovenop en iedereen betaalde evenveel. Wat een rustgevend gevoel! Bovendien waren de drie uren trein een perfect alibi om een tafel te reserveren in de restauratiewagon. Een exquise maaltijd met een heerlijke wijn kostte wat geld, maar het waren onvergetelijke momenten. Noem het maar de nostalgie van een jonge oude man, maar ik denk nog vaak aan die heerlijke premoderne tijden, telkens de controleur in de Thalys het e-ticket checkt op mijn gsm terwijl ik rechtstaand een voorverpakt plastic broodje eet. Luckas Vander Taelen, Vlaams parlementslid (Groen!) DS, 31-08-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |