#1
|
||||
|
||||
De troost van humor
De troost van humor
Lorrie Moore, The collected stories. Faber and Faber, 656 blz. Bitterzoete verhalen van Lorrie Moore — In de VS geniet Lorrie Moore een stevige reputatie, maar bij ons is haar werk weinig bekend. Dat is doodzonde, want Moore is een van die zeldzame schrijvers die de kunst verstaan tegelijk wrang, grappig en troostend te zijn. Haar verzamelde kortverhalen zijn om duimen en vingers bij af te likken. Probeer het je maar eens voor te stellen: tijdens het verschonen ontdek je bloed in de luier van je baby. De gedachte is zo gruwelijk, onbevattelijk bijna, dat de meeste ouders haar meteen wegduwen. Het overkomt de naamloze moeder in 'People like that are the only people here'. De bikkelharde diagnose - een niertumor die misschien te genezen valt met operatie en chemo - drijft ons naar oncologie-afdelingen, waar ouders bijna vergroeid zijn met het hospitaalmeubilair. Ze praten over kinderziekenhuizen alsof het vakantieoorden zijn. 'Daar zijn we nog niet geweest. Valt het er mee?' De vader van de baby moedigt zijn vrouw, een romanschrijfster, aan om notities te nemen. Eindelijk eens iets belangrijks om over te schrijven, vindt hij. De moeder twijfelt, huivert. Ze weet niet wat ze hiermee aan moet. Ze is woedend om de hoopvolle kalmte van de andere moeders, om de nietszeggende opgewektheid van boeken voor jonge ouders (Hoofdstuk drie: 'Hoe laat ik mijn baby een lepel vasthouden?') en om haar eigen verraad. Had ze maar nooit stilletjes gewenst dat haar zoontje langer zou dutten 's middags. In dit vermoedelijk autobiografische verhaal zitten alle elementen die van Lorrie Moore zo'n uitzonderlijk talent maken. Ze kruipt onder het vel van haar wispelturige, vaak radeloze personages. Ze doet dat aan de hand van situaties die zowel tergend als donkerkomisch zijn. Moore is een van de weinige auteurs die in één lijn humor, begrip en gêne weten te leggen. Bij deze gebundelde kortverhalen schreef Moore een korte introductie, waarin de ironie weerklinkt die het handelsmerk is van haar personages. Het stelt allemaal niet zoveel voor, vindt Moore. Tien jaar sinds haar laatste boek? Dat moet wel luiheid zijn. Moore plaatste de recentste verhalen vooraan en eindigt een dikke 600 bladzijden verder met vertellingen geschreven door 'een ongeletterde holbewoonster'. Zo erg is het natuurlijk niet gesteld met die vroege verhalen uit 1985, al komen sommige experimenten geforceerd over. Toch bevat Self-help slimme verhalen als 'How to become a writer' en 'The kid's guide to divorce'. Ze zijn, net als zelfhulpboeken, geschreven in imperatiefvorm, een trucje dat wonderwel werkt. Slaappil Voor de beste Moore-verhalen bladeren we terug naar haar werk uit Birds of America en Like life, kortverhalenbundels uit de jaren 1990. In de vroegste verhalen wonen Moores mislukte artiesten en would-be-poëten in de ranzige delen van New York. Later ging Moore schrijven over de Midwest, een regio waar wel fitnesscentra zijn, maar geen hippe koffiehuizen. Moore kent de regio goed. Sinds 1985 woont ze in Madison, Wisconsin, waar ze ook les geeft aan de universiteit. Veel van haar verhalen gaan over inwoners van de Midwest die er zijn teruggekeerd na een intermezzo in een grootstad als Chicago. Ze improviseren zich een weg van het ene baantje naar het andere. Ze volgen langeafstandsonderwijs in de hoop op iets wat vermoedelijk nooit komt. Hun gelaatstrekken verraden gefnuikte ambitie. Hoewel ze zich ontworteld voelen, zijn velen van hen rad van tong. Een vrouw die rouwt om haar kat krijgt van haar vriend het advies naar een psychiater te gaan. 'Hoeveel tijd zal het je kosten om me weer op te lappen en hoeveel reken je?' zegt ze tegen de dokter. Of nog: een niet bepaald fijnbesnaarde kerel uit Wisconsin vraagt aan een New Yorkse of ze wil dansen, waarop de vrouw antwoordt: 'Dat doen we niet in New York. Wij schuiven aan bij bankautomaten.' In de beste komische traditie verdiepen die momenten van humor de ellende én zalven ze tegelijkertijd. Net als hun professionele ambities zijn ook de liefdesdromen van veel van Moores personages hen ontglipt. In het gloednieuwe verhaal 'Paper losses' stellen Kit en Rafe vast dat hun 'oude, lustvolle liefde gemuteerd is in razernij'. Moores metaforen voor het huwelijk liegen er niet om. Het is als 'vastzitten in een sneeuwstorm met iemands dementerende oom', schrijft ze in datzelfde verhaal. Of nog: 'Elke conversatie tussen gehuwden klinkt - wanneer je er een flard van opvangt - alsof iemand zit te grappen, terwijl dat gewoonlijk niet het geval is.' In 'Debarking', een verhaal dat Moore voor The New Yorker schreef, begeeft een gescheiden man zich weer op het liefdespad. Hij is blij om het milde kaarslicht op zijn naakte lijf van middelbare leeftijd. Eenmaal hij zijn bril afdoet, wordt zijn minnares een wazige vlek. 'Ze kon net zo goed Dick Cheney zijn', schrijft Moore. Na de functionele seks geeft de vrouw hem een slaappilletje. Het is het tederste gebaar in een superieur verhaal over gescheiden ouders. Speldenprikken 'People like that are not the only people here' is niet Moores enige kankerverhaal. Het is een thematiek die al aanwezig is in het vroege 'Go like this' en die je ook vindt in het kersverse 'The juniper tree'. Over de gezonden schrijft Moore dat ze er niet in slagen om sympathie op te brengen voor de zieken. Meer nog, ze kunnen zich zelfs niet inbeelden hoe het is om ziek te zijn. Moore tracht iets te doen aan die blinde vlek in ons voorstellingsvermogen. Ze laat een terminale vrouw zien die zich op een laatste groot project werpt en een andere die geen zin heeft om de aftakeling af te wachten. In 'Like life' gebruikt ze elementen uit sciencefiction voor een verhaal over ziekte. Het is een techniek die ze wel vaker gebruikt, net als haar collega's Haruki Murakami en A.M. Homes. Binnen het alledaagse - een keukentafel vol aardappelschillen - steekt het onverwachte, het bevreemdende de kop op. Of dat nu een donkere zwerm vogels is of de geest van een overledene, Moore verweeft het naadloos met de realistische setting. De drie nieuwe verhalen in The collected stories beloven niets dan goeds. Ze tonen een schrijfster op de top van haar kunnen en doen hopen dat de 51-jarige Moore ons wat vaker zal speldenprikken met haar scherpe verhalen. DS, 28-09-2009 (Kathy Mathys)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 28th August 2009 om 18:02. |