Haat groeit in Verenigde Staten


BRUSSEL - Blanke haatgroepen floreren door de economische crisis, maar ook door de verkiezing van de eerste zwarte president. Een meerderheid van de Amerikanen geeft de media de schuld.


De helft van de Amerikanen maakt zich zorgen over de groeiende haat in hun land, zo blijkt uit een nieuwe peiling van het bureau Rasmussen. Zo'n resultaat is niet verwonderlijk na de aanslag in het Holocaust Museum en de moord op een abortusarts in Kansas in de afgelopen maand.

Onderzoekers stellen al enige tijd een groei in lidmaatschap van blanke, rechtse haatgroepen vast. En die leden zijn ook weer een stuk actiever dan een tijd geleden. De voorbije acht jaar is het aantal groeperingen met vijftig procent toegenomen, zo stelde het gespecialiseerde Southern Poverty Law Center vast.

De economische crisis is zeker niet vreemd aan die groei. 'Als de economie taant, zoeken mensen naar antwoorden. Wij zijn het antwoord voor de blanken', citeert het Center een neonazileider.

Daarmee hangt de vrees voor de toevloed van niet-blanke immigranten samen. Sommige haatgroepen poetsen hun imago op en schuwen nazi- en Ku Klux Klansymbolen in een poging om de modale burger aan te trekken. Een van hen omschreef haar doelgroep in Newsweek als 'Jan Modaal die zijn baan verloor en er geen andere vindt omdat een of andere illegaal ze heeft ingepikt'.

De milities die in de jaren negentig furore maakten en een diepe afkeer koesterden van de federale overheid, voedden zich aan dezelfde frustraties. Ze creëerden een moordenaar als Timothy McVeigh die in 1995 een overheidsgebouw in Oklahoma City opblies en 168 mensen doodde.

In die zin zijn mensen als James Von Brunn, die amok maakte in het Holocaust Museum, geen eenzame zonderlingen. Ze maken deel uit van een beweging.

Onderzoekers leggen ook een verband met de verkiezing van Amerika's eerste zwarte president. Blanke racisten voelden zich daardoor enorm bedreigd, 'mede omdat ze er een bewijs in zien van een demografische omslag waardoor de blanke meerderheid almaar kleiner wordt', zegt directeur Brian Levin van het Center for Study of Hate and Extremism in Californië. Er brandden weer kruisen in de voortuinen, net als toen de Ku Klux Klan tegen gelijkheid voor zwarten streed. Deze keer brandden ze in voortuinen met een Obama-poster.

Om het allemaal nog erger te maken, verkozen ook de Republikeinen begin dit jaar een zwarte voorzitter, Michael Steele. David Duke, een gewezen leider van de Ku Klux Klan, schold de Republikeinen uit voor 'verraders', de anti-immigratiewebsite vdare.com noemde blanke christenen 'het nieuwe slavenras' en de League of the South zag er een reden in voor een nieuwe afscheiding van de zuidelijke staten.

Onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid bevestigde in april de vaststellingen van het Southern Poverty Law Center en andere wetenschappers, en voegde eraan toe dat 'rechtse extremisten pogen te rekruteren onder oud-strijders'. Het rapport werd door rechtse commentatoren neergesabeld. Glenn Beck van Fox News, om er maar een te noemen, noemde Obama een fascist, een nazi en een marxist.

Toen we in de maanden voor de presidentsverkiezingen door het Zuiden reisden konden we vaststellen welke enorme invloed die predikers van haat op de publieke opinie hadden met hun eindeloze herhalingen van halve waarheden en hele leugens.

En in de anonimiteit van cyberspace gaat het er nog rauwer aan toe dan op talkradio of kabel-tv, waar er misschien geen fatsoensnormen meer heersen, maar dan toch nog enige wettelijke beperkingen. Het verkeer op racistische websites nam exponentieel toe. Duke verheugde zich op een verdubbeling van het aantal bezoekers. Stormfront.org groeide naar eigen zeggen van enkele duizenden tot veertigduizend bezoekers per dag.

In de Rasmussen-peiling die dinsdag verscheen, stelde een meerderheid van 44 procent het extremistische discours in de media verantwoordelijk voor de opflakkering van haat. Maar voor enige vorm van censuur was er geen meerderheid.

'Het is niet dat de samenleving in haar geheel erop achteruitgaat', zegt Mark Potok van het Southern Poverty Law Center. In feite voeren de haatgroepen een achterhoedegevecht, in een poging maatschappelijke evoluties om te keren die hen angst en onzekerheid inboezemen, zoals niet-blanken of holebi's in machtsposities. Maar die achterhoedegevechten maken wel slachtoffers.


DS, 25-06-2009 (Evita Neefs)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB