Niras opent debat over kernafval


BRUSSEL - Niras zal de komende maanden externe deskundigen, maatschappelijke organisaties en de bevolking polsen over het onderzoek naar de opslag van hoogradioactief afval. De instelling wil uitzoeken of er een maatschappelijk draagvlak is voor haar oplossing.


Hoogradioactief afval wordt in België best diep onder de grond in weinig verharde kleilagen opgeslagen. Dat vindt Niras, de overheidsinstelling die instaat voor het beheer van het radioactief afval en van verrijkte splijtstoffen in België, na 25 jaar onderzoek. De ambitie van Niras is om midden 2010 een definitief afvalplan en een milieurapport over te maken aan de federale regering.

'Wij zijn van mening dat alle elementen aanwezig zijn om een principiële beslissing te nemen over de berging van het hoogradioactief afval op lange termijn', stelt de top van Niras. Het is wel aan de federale regering om die knoop door te hakken. Niras liet vorig najaar al verstaan dat het tijd is voor een beslissing over de definitieve berging van hoogradioactief afval (DS 29 november 2008).

Door nu een maatschappelijke consultatie op gang te brengen en midden dit jaar een door de wet verplichte raadpleging te organiseren, probeert Niras zicht te krijgen op de opinies die leven over de berging van radioactief afval. En in stilte hoopt de beheersmaatschappij dat ze vanuit de samenleving steun zal krijgen voor haar oplossing.

De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen verbergt trouwens niet wat haar goedkeuring wegdraagt. Niras bestempelt ondergrondse berging in weinig verharde lagen als de aangewezen oplossing op lange termijn.

De eerste keuze is de kleilaag. Dat standpunt steunt op meer dan 25jaar onderzoek naar ondergrondse berging voor lange termijnopslag van kernafval, de internationale consensus en de resultaten van het ondergrondse laboratorium in Mol.

Niras en het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) hebben de voorbije tien jaar geïnvesteerd in het uitgraven van een tunnel 225meter onder de begane grond. Daarin werden de afgelopen jaren verschillende experimenten uitgevoerd. De jongste jaren werd er nog een zijtunnel aan toegevoegd om uit te testen hoe de kleilaag reageert wanneer ze wordt opgewarmd.

De resultaten van de proeven in het ondergrondse lab in Mol zijn veelbelovend, zowel op het vlak van veiligheid als wat de industriële uitvoerbaarheid betreft, vindt Niras. Het wijst er voorts op dat zowel in Finland, Zweden als Frankrijk geopteerd is voor ondergrondse berging.

Jean-Paul Minon, de topman van Niras, erkent dat het onderzoek in ons land nog niet volledig is afgerond. Maar tegelijk is hij wel van mening dat het studiewerk ver genoeg staat om een principiële beslissing te nemen over de opslag van het hoogradioactieve afval van de Belgische kerncentrales.

Minon voegde er gisteren wel meteen aan toe dat in het afvalplan en het milieurapport dat zijn organisatie aan het opstellen is, niet alleen de ondergrondse berging aan bod zal komen, maar ook alternatieven zoals bovengrondse berging. Niras bekijkt zelfs het nulscenario waarbij de overheid voorlopig geen beslissing neemt.

De komende maanden biedt Niras via een speciale website, een conferentie en afspraken met belangengroepen de kans om kennis te maken met al die bergingsmogelijkheden.

www.niras-afvalplan.be


DS, 28-01-2009 (Pascal Sertyn)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB