actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Human Interest > Justitie
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 4th April 2009, 15:35
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post 'Je hoort niet thuis in Mol, maar er is nergens anders plaats'

'Je hoort niet thuis in Mol, maar er is nergens anders plaats'


De jongerencriminaliteit blijft stijgen in Antwerpen. Verontrustend, maar een bezoek aan de Antwerpse jeugdrechtbank leert nog iets veel onrustbarenders: de criminaliteit tegen jongeren is tien keer erger dan die door jongeren. En het ergste van al: in beide gevallen zijn er veel te weinig middelen om de minderjarigen te helpen.



'Het is de schuld van die brommer', zegt Mario. Hij zit tussen zijn ouders in voor de jeugdrechter, die hem net bijzonder streng heeft toegesproken, maar hij lijkt nauwelijks onder de indruk. Mario is pas enkele weken terug thuis uit 'De Grubbe', de gesloten instelling van Everberg waar hij een maand en vijf dagen heeft doorgebracht, en hij zit alweer in de problemen. Hij heeft een ongeluk gehad met de brommer 'van een vriend', die opgevoerd bleek te zijn en daardoor volstrekt illegale snelheden haalt, 'maar daar wist ik niets van'. Hij heeft zijn knie bezeerd, en daardoor kan hij niet gaan werken of sporten. Hij gaat nog deeltijds naar school, maar hij zit nu vaker thuis dan hem lief is, en dan loopt het mis.

'Een brommer is een voorwerp, dat kan nergens schuld aan hebben', zegt de rechter droog.

'Dat weet ik wel, maar ik wil maar zeggen: het is mijn schuld niet', zegt Mario. 'Ik heb regelmaat en structuur nodig, anders weet ik met mezelf geen blijf. Als ik kan gaan werken, is er geen probleem, maar nu wel. Maar dat is mijn schuld niet.'

De ouders van Mario vertellen dat met de jongen geen land valt te bezeilen. Hij terroriseert hen, kan geen 'neen' aanvaarden en ontploft bij de minste tegenkanting, vooral van zijn vader. 'Ik voel me heel schuldig', zegt de vader. Zijn stem breekt. 'Ik kan dit mijn andere kinderen niet aandoen. Het is onhoudbaar.' Het lijkt wel alsof hij de rechter smeekt zijn zoon weer op te sluiten. Zijn vrouw zit er wezenloos bij, alsof ze nog altijd niet kan vatten wat haar overkomt. Mario heeft duidelijk problemen met woedebeheersing, al houdt hij zich in de rechtszaal van de Antwerpse jeugdrechtbank redelijk gedeisd. Hij volgt al enkele maanden therapie voor zijn opvliegende karakter, maar dat heeft nog niet veel resultaat opgeleverd. Het is overigens zijn temperament dat hem in de problemen en in Everberg heeft gebracht. Toen zijn ouders eerder bij de jeugdrechtbank om hulp kwamen smeken, werd beslist thuishulp in te schakelen. Dat liep vanaf de eerste sessie fout: Mario ontstak in razernij en bedreigde de consulente met een keukenmes. Zijn advocaat probeert de zaak wat te minimaliseren: hij zou niet echt met dat mes gedreigd hebben, hij hield het alleen maar in de hand.

'Toch acht ik de feiten bewezen, en die feiten zijn zeer ernstig', zegt de rechter. 'En ik geef je nog een week om voor beterschap te zorgen thuis, ik laat je van heel nabij opvolgen door een consulent. Als het over een week niet beter gaat, ga je weer naar een gesloten instelling. Mijn geduld is op. Je mag gaan.'

Mario staat met opgeheven hoofd op en loopt voor zijn vermoeide ouders de rechtbank uit. Als hij zich van de rechter heeft weggedraaid, rolt hij verveeld met zijn ogen.

'Dreigen met opsluiting in Everberg heeft eigenlijk weinig zin', zegt de jeugdrechter na de zitting, waarin ze in één ochtend 21 zaken heeft behandeld. 'Het probleem is dat er meestal toch geen plaats is, en dat weten die jongens drommels goed. Ze vertellen het zelfs onder elkaar door. Maar bij sommigen moet je die stok achter de deur toch gebruiken, niets anders schijnt bij hen te werken.'

'Die brutaliteit en normvervaging', die heb ik door de jaren toch danig zien toenemen', zegt eerste jeugdrechter Brigitte Hänsch, die al bijna 35 jaar ervaring heeft. 'Ik ben zelf van de generatie mei '68, ik ben geen voorstander van absoluut gezag en ik kan wel wat hebben, maar het gebrek aan respect dat ik de laatste jaren zie opduiken, dat is toch ongezien.'

Het is niet de enige frustratie op de Antwerpse jeugdrechtbank, de drukst bezochte van het land. De criminaliteit onder minderjarigen stijgt nergens in België, behalve in Antwerpen. De Antwerpse jeugdrechters sturen verhoudingsgewijs twee keer zoveel minderjarige 'feitenplegers' naar gesloten instellingen als de andere jeugdrechtbanken, zo blijkt uit een studie van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC), en bijna vijf keer zoveel naar de federale gesloten instelling van Everberg (De Stubbe, die dient als buffer als er nergens anders plaats is). En de boefjes worden steeds jonger. Uit cijfers van de Antwerpse politie blijkt dat meer dan de helft van alle gevatte handtassendieven minderjarig is, een vijfde was amper dertien jaar. Bij diefstallen met wapens is bijna de helft van de daders minderjarig, bij diefstallen met geweld een derde. Waarom de situatie in Antwerpen uit de hand loopt, is voer voor een andere discussie, feit is dat het op de Antwerpse jeugdrechtbank een komen en gaan is van je welste. 'Ik kreeg onlangs telefoon van een jeugdrechter uit Limburg, met de vraag of wij hier enige ervaring hebben met groepsverkrachtingen. Hij had net zo'n zaak te behandelen en het was zijn eerste. Bij ons zijn groepsverkrachtingen als het ware dagelijkse kost.'

Er zijn negen Antwerpse jeugdrechters, van wie er zes continu zeshonderd dossiers van probleemjongeren behandelen. 'Let wel, dat zijn lang niet allemaal dossiers van criminaliteit door jongeren', zegt jeugdrechter Fabienne Nackaerts. 'Er zijn minstens evenveel dossiers die handelen over criminaliteit tegen jongeren, en dan vooral door de ouders: verwaarlozing, mishandeling, incest, noem maar op. In die zaken zijn de minderjarigen het slachtoffer, en het is zaak voor hen een oplossing te vinden voor ze zelf daders worden.'


Dorien & Ben

Dorien is zestien en zegt niets. Ook niet als de jeugdrechter haar op bijzonder moederlijke wijze vraagt hoe het met haar gaat. Het meisje communiceert door haar schouders op te halen en met haar hoofd te schudden. Haar begeleidster, van de instelling waar Dorien verblijft, voert het woord in haar plaats.

Doriens moeder zit ook in de rechtszaal, de vader is niet komen opdagen. Dorien is duidelijk het product van een tienerzwangerschap en van een gebroken gezin: alcohol (de moeder draagt er duidelijk de sporen van in het gezicht) en agressie (de vader heeft niet voor niets zijn kat gestuurd). Het gaat stilaan beter met de moeder, die volgens alle betrokkenen hard haar best doet, af en toe mag Dorien zelfs al thuis gaan eten, maar voor een hereniging is het duidelijk nog veel te vroeg. Volgens de begeleidster stelt Dorien het relatief goed in de instelling, maar toch wil ze er weg. Ze staat al maanden op de wachtlijst van een ander centrum, maar daar komt maar geen plaats vrij. 'Ze voelt zich intussen redelijk goed thuis bij ons, al blijven er veel discussies, zegt de begeleidster. 'Er zijn natuurlijk overal regels en afspraken, Dorien', zegt de rechter en ze besluit de situatie onveranderd te laten. Dorien haalt de schouders op. Als ze naar buiten loopt, zie ik dat ze huilt.

Na Dorien komt Ben de zaal binnen. Een zwaarlijvige, verlegen jongen met een zwaarlijvige, niet zo verlegen moeder. 'Ben is altijd een voorbeeldkind geweest', zegt ze opmerkelijk welbespraakt. 'Het is pas beginnen fout te lopen toen hij naar het BSO ging. Hij ging zich agressief gedragen en daar heeft hij ook de verkeerde vrienden ontmoet.'

Op aansturen van die verkeerde vrienden heeft Ben een bromfiets gestolen. Hij heeft ook een brandstichting op zijn actief, en hij heeft in een woedende bui thuis zijn zus verwond. Dat alles samen is hem op een verblijf in een instelling komen te staan. Hij zit in de gesloten instelling van Mol, maar daar zit hij duidelijk niet op zijn plaats.

'Ben doet het alles in acht genomen zeer goed', zegt zijn begeleider, 'maar hij zou veel beter af zijn een ander centrum, waar minder zware jongens zitten. Ben heeft veel complexen, en daar kunnen wij hem minder goed mee helpen dan sommige andere instellingen.'

'Ik weet het', zegt de jeugdrechter met een diepe zucht. 'Hij heeft psychiatrische bijstand nodig en hij staat op de wachtlijst voor een observatie- en behandelingscentrum, maar er is voorlopig geen plaats. Aangezien het nog te vroeg is om Ben weer naar huis te laten gaan (Bens moeder knikt bevestigend), heb ik geen andere keuze dan hem in Mol te houden.'

Ben zit al sinds januari in Mol, wellicht zal hij het er nog zes maanden moeten uitzingen. Hij hoort het allemaal aan zonder te verpinken.

'Dat is onze allergrootste frustratie', zegt jeugdrechter Fabienne Nackaerts, 'het schrijnende gebrek aan opvangplaatsen en aan personeel voor thuisbegeleiding. Daardoor moeten we inderdaad soms jongeren die “feiten plegen, weer op straat zetten, al gebeurt dat uiterst zelden, maar wat ik veel erger vind: soms moeten we daardoor ook dagenlang “leuren, met kinderen die thuis mishandeld worden. Een paar dagen hier, een paar dagen daar, en dan worden ze weer bij ons gedropt. Ik kan u verzekeren: er is niets treurigers dan zo'n kind dat hier met zijn koffertje in een wachtkamertje zit, te wachten op niets. Dat is vragen om problemen: die kinderen lopen weg, en gekwetste kinderen raken nog meer gekwetst.'

Het opvangtekort is een oud zeer. Het is een kwestie van budgetten, van de Vlaamse overheid, die geen oren heeft naar de grieven van het federale justitiebeleid en nog veel minder naar het gezeur van enkele magistraten uit Antwerpen. 'Elke dag hebben we hier hetzelfde ritueel', zegt Hänsch. 'Vanaf negen uur beginnen de mensen van de sociale dienst als gekken alle centra af te bellen. Voor negen uur nemen die de telefoon niet op, en wie om klokslag negen uur het eerste binnenbelt, die krijgt een plaats - als er al een plaats is. Eerst komt, eerst maalt: als de sociale dienst van Gent toevallig een seconde eerder belt, gaat de plaats naar hen. Het is gekkenwerk. Daarna zitten onze mensen de hele dag rond te bellen, te smeken, te zeuren, te pleiten. Soms werkt het, en blijkt er nog ergens een crisisplaats vrij, die normaal vrijgehouden wordt voor dringende opnames.'

Leuke baan. De consulenten verbonden aan de Antwerpse jeugdrechtbank hebben er dan ook schoon genoeg van. Ze voeren volgende week actie. 'We schorten de permanentie in het Antwerpse gerechtsgebouw op', zegt een woordvoerder van de sociale dienst. 'Alleen voor de noodgevallen treden we nog op. De werkdruk is echt niet langer houdbaar: onze dienst is berekend op een werklast van 55 “cases, , maar het zijn er gemiddeld 90. Vandaag hebben we van de tien jongeren die zijn binnengebracht, negen meisjes weer naar huis moeten sturen. Daar zitten meisjes tussen die met huiselijk geweld te maken krijgen, zulke dingen kunnen echt niet meer.'

'Ik wil er toch op hameren dat de kwaliteit van de hulpverlening er de laatste tien jaar sterk op is vooruitgegaan', zegt Nackaerts. 'Alle betrokkenen leveren uitstekend werk, alleen ontbreekt het aan de nodige middelen. Waar en wanneer jongeren hulp krijgen, hangt te veel af van toevalligheden: de juiste telefoon op het juiste moment. Ik vind dat absoluut niet kunnen.'


Julio

Het gigantische Antwerpse justitiepaleis heeft een centrale hal ter grootte van een voetbalveld, in stemmig merbau-parket. Maar voor de deur van de zittingzaal 3 van de jeugdrechtbank staan tientallen mensen op elkaar gepakt te wachten in een veel te smalle gang met afzichtelijke blauwe linoleumtegels op de vloer en met veel te weinig zitbanken. Naarmate de ochtend vordert, wordt de sfeer ongeduriger en krijgt de bode het moeilijker om boven het geroezemoes de betrokkenen voor de volgende zaak binnen te roepen. Het duurt daardoor even voor Julio en zijn vader binnenkomen. Julio's ouders zijn gescheiden, de jongen woont bij zijn vader, die zich naar eigen zeggen 'wat heeft laten gaan' na de scheiding.

'Ik was mijn fierheid over mijn zoon kwijt, en daardoor is hij op het slechte pad geraakt.' Julio heeft samen met enkele vrienden een bromfiets gestolen - duidelijk een geliefkoosde prooi bij het jonge grut - en kreeg daarvoor huisarrest en een verplichte 'vorming' van twintig uur. Dat heeft hem duidelijk wakker geschud. 'Het gaat uitstekend met de jongen', zegt zijn pro-Deoadvocaat. 'Hij doet het goed op school en kan het weer uitstekend vinden met zijn vader.'

De procureur vraagt desondanks Julio's dossier open te houden tot hij meerderjarig is. De jeugdrechter gaat daar niet op in. 'Hier krijg je altijd nieuwe kansen', zegt ze bemoedigend tegen Julio, en ze sluit het dossier af. 'Ik hoop dat ik je hier nooit meer terug hoef te zien.'

'Je ziet dat het niet altijd slecht afloopt', zegt de jeugdrechter na de zitting. 'Dit zijn de zaken waar we ons aan optrekken, en er zijn er gelukkig genoeg om het vol te houden. Dat is trouwens het mooie aan jeugdrechter zijn: het is niet in eerste instantie onze taak jongeren te straffen, maar ze te helpen. Wij zijn de enige rechters die op een genomen beslissing kunnen terugkomen: het belang van het kind gaat altijd voor. We blijven onze dossiers ook opvolgen, tot het probleem is opgelost, of tot de jongere meerderjarig is. Daarom ook is de uithandengeving (minderjarigen die zeer ernstige feiten hebben gepleegd doorsturen naar de correctionele rechtbank, red.) haast nooit een goede zaak: dan geef je het als jeugdrechter gewoon op.'

De opvolging van de dossiers gebeurt niet alleen in de openbare zittingen in de rechtszaal. De bulk van het werk gebeurt achter gesloten deuren, in de kabinetsbesprekingen. Daar wordt op een informelere manier met de jongeren gepraat, in bijzijn van een consulent van de sociale dienst, de ouders en een van de ongeveer tachtig pro-Deoadvocaten op wie de jeugdrechtbank een beroep kan doen.

Brigitte Hänsch heeft net zo'n kabinetsbespreking moeten afgelasten omdat de minderjarige in kwestie niet is komen opdagen. 'Een beetje een hopeloos geval', geeft ze toe. 'Ik volg hem al meer dan drie jaar op. Hij heeft een achtergrond van agressie en verwaarlozing - de kinderen in dat gezin werden bij het slapengaan letterlijk in tapijten gerold. Hij heeft sinds enkele jaren een goede stiefvader, maar het kwaad is geschied, vrees ik. Hij is in die drie jaar al voor 22 feiten aangehouden en heeft al alle watertjes van de jeugdbescherming doorzwommen: thuisbegeleiding, open en gesloten instellingen. Hij wordt binnenkort achttien, en dan wordt zijn dossier normaal afgesloten, maar ik denk er sterk over het toezicht te verlengen na zijn achttiende verjaardag. Anders is hij zeker een vogel voor de kat.'


Ahmed

Ook tijdens de zitting komt niet iedereen opdagen die is opgeroepen. Zo is er het geval Ahmed, die, als we op de feiten mogen afgaan, zowat de allochtone versie van de Witte van Zichem moet zijn. Hij slaagt erin enige kleur te geven aan zijn jonge delinquentenbestaan. Voor hem geen ordinaire bromfietsdiefstallen of plat vandalisme. Ahmed verkiest om met enkele vrienden en gewapend met ijzeren staven kippenhokken binnen te dringen en wild om zich heen te slaan tot alle gekakel is verstomd. Nog een geliefd tijdverdrijf van het groepje is bij willekeurige huizen aanbellen, geld vragen voor het goede doel en dat dan voor zich te houden. Als intussen al eens een handtas van een oude dame leeggejat kan worden, dan is dat een mooie bonus.

De jeugdrechter bevestigt in Ahmeds afwezigheid haar eerder in een kabinetsbespreking genomen beslissing: Ahmed moet herstelbemiddeling krijgen, krijgt huisarrest en een verplichte vorming van twintig uur. Zoals ze het zegt, klinkt het niet alsof ze veel fiducie heeft in de goede afloop.

'Het probleem met dit soort kerels is de groepsgeest', zegt Brigitte Hänsch. 'Ik maak tijdens mijn kabinetsbesprekingen al eens de vergelijking met chimpansees. Dat bedoel ik dan niet beledigend, en ze pikken het ook, want de vergelijking gaat wel degelijk op. Als in een groep chimpansees één exemplaar zich misdraagt, dan wordt die uit de groep gezet. Die bannelingen vinden elkaar, vormen een nieuwe groep en schoppen nog veel meer keet dan voordien. Dat is exact wat in dit soort zaken gebeurt. Als we erin slagen om die jongens weer in hun oorspronkelijke groep - hun familie - te laten opnemen, dan komen we vaak al een heel eind.'


Lyndsey

'Ik denk niet dat ik mij aan dat verbod zou houden', zegt Lyndsey (14) als de jeugdrechter vraagt of het geen goed idee zou zijn een contactverbod tussen haar en haar moeder op te leggen. Lyndsey verblijft in een open instelling: haar ouders zijn uit elkaar en zijn niet in staat om voor haar te zorgen. Drugs, hoe raadt u het. Haar vader, die in de rechtszaal zit, doet zijn best, en af en toe mag ze bij hem logeren. Lyndsey blijft ook contact zoeken met haar moeder, ze hunkert naar moederliefde, tegen beter weten in: mama terroriseert haar dochter, scheldt haar de huid vol en valt haar zelfs fysiek aan. 'De laatste keer heeft ze hele plukken haar uit haar hoofd getrokken', getuigt de vader.

Lyndsey heeft het best naar haar zin in de instelling, zegt haar begeleidster, 'maar ze kampt met een groot schuldgevoel tegenover haar moeder. Ze denkt dat het haar schuld is dat mama zo vijandig doet, en daar kan ze niet mee overweg. Na elk contact is ze compleet overstuur. Het is bewonderenswaardig hoe ze blijft proberen, hoe ze begrip blijft opbrengen voor haar ouders, maar ze gaat er zelf aan ten onder.'

De jeugdrechter overweegt nog even het contactverbod, maar laat het dan varen. 'Je mama heeft het moeilijk, maar dat is helemaal jouw schuld niet. Misschien moet je eens proberen zes weken geen contact te hebben, en daarna alleen in het bijzijn van je begeleiders.'

'Dat wordt moeilijk', zegt de begeleidster, 'want de moeder heeft alle vertrouwen in ons opgezegd.'

Jeugdrechters besteden naar verhouding veel meer tijd aan het opvoeden van de ouders dan van kinderen. 'Het gevaar is altijd dat de slachtoffers op termijn daders worden', zegt Brigitte Hänsch. 'We moeten ingrijpen voor dat gebeurt. Je kunt je niet voorstellen hoeveel mensen absoluut niet in staat zijn tot enige affectie. Je mag nooit je eigen opvoeding als ijkpunt hanteren in onze job, anders ben je op voorhand verloren.'

'Het gevaar op criminaliteit door verwaarlozing, op welke manier ook, is in ieder geval veel groter bij jongens dan bij meisjes. Meisjes zijn weglopers, en doen dan alles om te overleven, tot prostitutie toe. Maar geweld, dat hebben ze niet in zich. Soms zie ik in kabinetsbesprekingen meisjes een zucht van opluchting slaken als ik beslis om ze in een instelling te plaatsen. Zeg nu eerlijk: als je het leven in een instelling verkiest boven thuis, hoe erg met het daar dan niet gesteld zijn?'

Om privacyredenen zijn de namen van alle minderjarigen veranderd.


DS, 04-04-2009 (Tom Heremans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 03:38.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.