De implantatie van de percutane hartklep is vermoedelijk minder veilig dan de klassieke chirurgische methode. Dat meldt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) vandaag. Percutane hartkleppen zijn prothesen die worden ingeplant bij bepaalde aandoeningen zonder dat daar een openhartoperatie voor nodig is. De prothesen worden meestal ingebracht via de lies.

Fragiele patiënten
Het KCE bekeek de werkzaamheid en veiligheid van de implantatie zonder operatie van hartkleppen. Het centrum vergeleek ze vervolgens met de klassieke behandeling door chirurgische hartklepvervanging. Volgens KCE is het nut van de niet invasieve methode nog niet voldoende wetenschappelijk bewezen. De percutane hartklep wordt vooral gebruikt bij aortastenose, de meest voorkomende hartklepaandoening bij volwassenen. Die ziekte ontstaat door de geleidelijke opbouw van kalk in de aortaklep en komt vooral voor bij bejaarden. De klassieke chirurgische behandeling bevat soms te veel risico's voor fragiele, bejaarde patiënten. Van de percutane aortaklep wordt verwacht dat ze veiliger is, omdat ze minder ingrijpend is voor de patiënt.

Nieuw onderzoek
Recente waarnemingen in de Verenigde Staten doen echter het omgekeerde vermoeden. De risico's van de nieuwe techniek zullen pas volledig gekend zijn als alle resultaten van het onderzoek in de VS bekend zijn. Het KCE stelt voor om die resulaten af te wachten alvorens nog verder patiënten met de techniek te behandelen.

Niet verbieden
De Belgische wetgeving kan artsen niet verbieden om bepaalde ingrepen uit te voeren. Indien de behandeling toch aan de patiënten voorgesteld wordt, moet hen meegedeeld worden dat het nog niet duidelijk is dat de percutane behandeling veiliger is dan de klassieke behandeling.