|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De splitsing, veertig jaar na Hertoginnendal
De splitsing, veertig jaar na Hertoginnendal
BRUSSEL - De vraag is niet of Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst wordt, de vraag is wanneer. Deze zin stond de voorbije decennia meermaals letterlijk in deze krant. De roep naar de splitsing is dan ook niet nieuw. In 1959 al richtten de schrijvers Stijn Streuvels en Herman Teirlinck hiervoor een oproep aan de wetgever. Cruciaal in het verhaal zijn de onderhandelingen op Hertoginnedal, in 1963. Ministers en partijkopstukken van de toenmalige CVP en SP staken de hoofden bijeen over het statuut van Brussel en de rand. Kort ervoor had eerste minister Theo Lefèvre zijn ontslag aangeboden, omdat de CVP-fractie in de Kamer een wetsontwerp hierover had verworpen. Dat voorzag de aanhechting van zes randgemeentes bij Brussel en de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. De koning weigerde het ontslag, topberaad volgde. Het compromis dat op Hertoginnedal uit de bus kwam splitste het vroegere grote, tweetalige arrondissement Brussel in drie delen: het tweetalige Brussel-Hoofdstad, het eentalige Halle-Vilvoorde en het arrondissement Randgemeenten (de faciliteitengemeenten die in 1970 bij Halle-Vilvoorde gevoegd werden). Deze bestuurlijke splitsing werd echter niet doorgetrokken voor verkiezingen, die nog altijd in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde georganiseerd werden, en ook niet voor het gerecht. Sindsdien is de splitsing van zowel de kieskring als het gerechtelijk arrondissement een bijna rituele eis van de Vlaamse beweging. De roep om splitsing was alom op de inmiddels legendarische Vlaamse betoging in Halle, in 1974. Daarvoor verzamelden zowat 40.000 betogers, inclusief een zestigtal parlementsleden. Kort erop diende de toenmalige Volksunie een voorstel voor de splitsing in. Het werd, ondanks de steun van de socialisten weggestemd. De verklaring die de toenmalige CVP gaf voor haar stemgedrag, klinkt vertrouwd: de splitsing maakte volgens de partij deel uit van het hele communautaire dossier en mocht daarom niet afzonderlijk behandeld worden. De strijd voor de splitsing nam daarna vooral de vorm aan van talloze opiniestukken, betogingen, affichecampagnes en af en toe een wetsvoorstel, dat het evenwel nooit haalde. Als motivatie werd vaak het lot van de Vlamingen in Brussel aangehaald: zonder het electorale hinterland van Halle-Vilvoorde zouden zij gemarginaliseerd worden en nauwelijks nog een gekozene halen in het parlement. De SP.A'er Louis Tobback herinnerde daar onlangs nog aan toen hij in De Morgen de huidige situatie ,,de politieke levensverzekering van de Chaberts en de Neytsen'' noemde. De Volksunie toonde in 1985 nog de absurditeit van het systeem aan. De partij diende lijsten in in het - Franstalige - Nijvel. Door het grillige spel van de apparentering - tussen Brussel-Halle-Vilvoorde, Leuven en Nijvel - raakte in Nijvel de VU'er Toon Van Overstraete verkozen. Van Overstraeten kon echter nooit zitting nemen in de Waalse Raad en die van de Franstalige Gemeenschap. Omdat hij hij een PSC/PRL-meerderheid onmogelijk maakte, werd hij gewoonweg buitengekegeld. Letterlijk, toen hij zich bleef aandienen in Namen. Sindsdien is apparentering over de taalgrens heen onmogelijk. Een nieuwe kans voor de splitsing diende zich aan in 1993, bij de onderhandelingen voor het Sint-Michielsakkoord, dat voorzag in de rechtstreekse verkiezing van de raden van de gemeenschappen en gewesten. In uitvoering hiervan werd in 1995 de vroegere unitaire provincie Brabant opgesplitst in Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel-Hoofdstad. De splitsing kwam er niet, ook al omdat alle aandacht ging naar José Happart, die tegelijkertijd burgemeester van Voeren en minister in het Waals Gewest wou zijn. In 1995 schrokken de Franstaligen zich nog een hoedje omdat premier Jean-Luc Dehaene zich liet ontvallen dat de splitsing ,,in de sterren geschreven staat''. De nieuwe, paars-groene Vlaamse regering die in 1999 aantrad, schreef in haar regeerakkoord dat de splitsing voor 2001 een feit moest zijn. De kieshervorming van de regering-Verhofstadt I voerde de provinciale kieskringen in. Opnieuw verzetten de Franstaligen zich tegen een splitsing. De regering dokterde een regeling uit waarbij de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de Vlamingen samensmolt met Leuven. De Franstaligen in Brussel-Halle-Vilvoorde moesten zich beperken tot hun eigen kieskring. Het Arbitragehof vond dat deze regeling de rechten van de Leuvenaars schond. Het schorste het Brabantse gedeelte van de hervorming, zodat bij de verkiezingen van 18 mei alles bij het oude bleef: Leuven, Nijvel en Brussel-Halle-Vilvoorde bleven aparte kieskringen, zonder overlappingen. Ondertussen begonnen de burgemeesters van Halle-Vilvoorde zich te roeren. Ze riepen de Vlaamse partijen op niet toe te treden tot een regering die niet onmiddellijk overging tot een splitsing. Enkele dagen na de verkiezing sprak het Arbitragehof zich uit over de splitsing: als de provinciale kieskringen behouden worden, dan moet er ook een komen in Vlaams-Brabant. Meteen moet Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst worden. Het Arbitragehof legt ook een deadline op: de federale overheid krijgt nog vier jaar, tot 2007. DS, 20-04-2004 (Anja Otte)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 8th November 2007 om 04:01. |