|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Hou toch op met het ’islamdebat’
Hou toch op met het ’islamdebat’
A. H. den Boef, God als hype, onder het christelijke Balkenende IV (verschijnt dit najaar). Nederland heeft geen islamdebat nodig. Debat over concrete problemen is zinvoller dan religiekritiek. Het Amerikaanse weekblad Newsweek wijdde in juli zijn themadeel aan een rapport van het Pew Research Center, ’Islam in America: A Success Story’. De gemiddelde Amerikaanse moslim blijkt wat opleiding en inkomsten betreft niet veel af te wijken van de gemiddelde Amerikaan. Oké, in de States is slechts 0,5 procent van de bevolking moslim. Nederland heeft een veel grotere moslimgemeenschap. Toch illustreert het Amerikaanse artikel dat het problematische van moslimmigranten niet in de religie schuilt, maar in iets anders. In Nederland komen veel moslims oorspronkelijk van het Marokkaanse of Turkse platteland en zijn, arm en ongeletterd, afhankelijk van familiale netwerken, onder een verstikkende sociale controle. Zij staan buiten de stedelijke cultuur van hun land van herkomst, zijn mede daardoor onbekend met de debatten over politiek en religie, onervaren met democratische regels en tradities, met politici die niet uitgaan van cliëntelisme, maar van beginsel- en partijprogramma’s. Ze zijn geheel onervaren met een samenleving waarin hun religie niet hyperdominant is. De achterstand van Nederlandse moslimmigranten heeft hun integratie sterk belemmerd. Het is bemoedigend hoeveel moslims desondanks hun plek weten te vinden. Dat Turken en Marokkanen relatief vaak in de probleemstatistieken voorkomen, heeft echter met de islam niets te maken. In die statistieken staan ook andere achterstandsgroepen, zoals Antillianen, die Mark Rutte terug naar Curaçao wil sturen. Toch voeren we in Nederland momenteel een ’islamdebat’. Er wordt eindeloos gedebatteerd over ’de Koran’, ’de islam’, ’moslims’, dan wel ’religie’. Waarom? Laat de Nederlandse moslims toch eens met rust. Het zou veel beter zijn als het debat ging over concrete zaken. Over de Nederlandse grondwet en andere wetten, over mensenrechten, en over mensen in achterstandssituaties en hoe je hun problemen kunt oplossen (en daarmee de problemen die ze inderdaad anderen bezorgen). Beperk dus de religiekritiek tot die onderwerpen. Meng je niet in islamitische godsdiensttwisten. Laat een islamdebat aan (ex-) moslims zelf over. Spreek moslims niet meer aan als gelovigen, maar als burgers. Religie is voor het merendeel van de Nederlandse bevolking niet belangrijk meer. Van een (protestants-) christelijk land zijn we in een eeuw veranderd in een merendeels ongelovig land. Laten we het daarom voortaan gewoon weer over Marokkanen en Turken hebben, of nog liever over achterstandgroepen in arme wijken. Misschien hebben sommigen er belang bij om Nederlandse moslims als een homogene groep te presenteren. Wilders en anderen ontlenen er hun samenzweringstheorieën over een toekomstig ’Neêrlandistan’ aan. Ook de conservatieve of fundamentalistische moslims spreken graag over moslims als een homogene groep. Zo eisen ze erkenning voor hun leer dat religie bepalend is voor identiteit en voor politieke macht. ’De’ moslims bestaan niet. Nederlandse moslims zijn hopeloos verdeeld in denominaties, regionaal, nationaal, en dogmatisch. Wel is het soms handig voor subsidies wanneer je je als homogene groep kan presenteren. Mensen hebben hun wortels niet in religie, maar in de plaatsen waar ze wonen, en ze worden gevormd door de mensen die om hen heen wonen. Het propageren van bijvoorbeeld de boerka – een eenpersoonstent die net zo min uit de islamitische tradities van Marokko en Turkije voortkomt als de mijter, het habijt of de string – staat haaks op de wortels van Turken en Marokkanen. Veel politici tonen een soort paternalisme jegens moslims, met name sociaal-democraten van de generatie van integratieminister Vogelaar lijden daaraan. Laat die paternalistische attitude vallen. Behandel moslims niet als gelovigen, maar als burgers. Voer de wet uit bij crimineel gedrag, naar letter en geest. Verbied dus in de publieke ruimte zowel het dragen van de boerka, de bivakmuts, de integraalhelm als ook getinte autoruiten. Werk hard aan de oplossing van taalachterstanden en bevorder daarbij niet het arabiseringsproces van Turkse en Berberse moslims. Pas Artikel 23 van de Grondwet aan, zodat gelovigen voortaan zelf het onderwijs van hun kinderen betalen. Richt als overheid geen islamitische (of christelijke, dan wel joodse) instituten op. Stimuleer als overheid ook geen ’tolerante en liberale islam’, zoals PvdA-leider Wouter Bos wil, anders dan door goed onderwijs en verbetering van de leefomstandigheden. Die tolerante en liberale islam ontstaat niet door dwang van buiten. Als sociaal-democratische partij moet je uiteraard slechts tolerante en liberale moslims werven, al is Wouter Bos’ criterium van erkenning van het recht op geloofsafval wel heel mager. Mag een sociaal-democratisch politicus alstublieft iets meer zijn dan iemand die zich aan de wet houdt? Trouw, 31-08-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |