actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Boeken, Artikels, Muziek & Films > Artikels & Boeken
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 12th July 2007, 17:18
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De herontdekking van een filosoof

De herontdekking van een filosoof

Bernard Mandeville: Mensen spreken niet om begrepen te worden; uitg. Lemniscaat; vert. en toegelicht door Arne C. Jansen; 465 blz. isbn 978 90 5637 908 7.


Twee jaar geleden genoot de achttiende-eeuwse arts Bernard Mandeville wereldfaam maar was hij in zijn vaderland Nederland een vergeten burger. Inmiddels is dat veranderd. Nadat Mandeville-kenner Arne C. Jansen in Trouw verslag had gedaan over onbekende, Nederlandstalige gedichten die van deze erflater waren opgedoken, ging het snel. Uitgeverij Lemniscaat meldde zich om het gehele werk in het Nederlands te gaan uitgeven, Het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds schaarde zich achter de onderneming, en tijdens de afgelopen Nacht van de Filosofie vond Mandeville in Midas Dekkers een hartstochtelijk pleitbezorger: ’Ik denk niet dat oom Bernard met zijn ideeën een graag geziene gast op verjaarspartijtjes was.’


Nu Mandevilles ster langzaam begint te rijzen, neemt ook de interesse in zijn levensloop toe. Bekend was dat Bernard Mandeville (1670-1733) op 20 november 1670 in Rotterdam werd gedoopt, maar zijn geboortedatum kenden we niet. Nu wel. Arne Jansen kreeg vorige week de familiebijbel van de Mandevilles onder ogen. ,,In deze Statenbijbel van 1637 maakte vader Mandeville aantekeningen over zijn gezin,’’ zegt Jansen, ,,en dus ook over zijn zoon Bernard, die op 15 november 1670, ’s morgens omtrent 3 uur geboren is. Deze familiebijbel bevindt zich in Nederlands particulier bezit.’’

Mandeville kwam uit Rotterdam maar leefde en werkte in Londen, waar hij in 1705 een lang, filosofisch gedicht publiceerde met de titel: ’The Grumbling Hive, or Knaves Turn ’d Honest’, oftewel ’De Morrende Korf óf Eerlijk geworden Schurken’. Dit gedicht is opgenomen in het eerste deel van het verzameld werk, ’De wereld gaat aan deugd ten onder’. De morrende korf is geen ooggetuige verslag van het dagelijkse leven van de achttiende eeuw, het is een satire, een fabel over een ,,ruime korf die goed bevolkt was met bijen die in luxe en welbehagen leefden.’’

Die korf bijen staat voor onze samenleving, wij zijn zelf de zoemende en klagende bijen. In deze satire beschrijft Mandeville hoe weinig vanzelfsprekend het is dat wij menslievend met elkaar omgaan. Samenleven gaat niet vanzelf, de mens is van nature ongeschikt om in vrede en welvaart met elkaar om te gaan. Zoals Arne C. Jansen het in de inleiding van deel I zegt: ,,De mens is van nature niet sociaal maar sociabel, dat wil zeggen: er met moeite min of meer geschikt voor te maken om in een samenleving te leven en die samenleving in stand te houden.’’

Wil je zo’n samenleving enigszins kunnen begrijpen, dan zul je rekening moeten houden met de menselijke ondeugden. Het is een illusie te denken dat wij deugdzaam zijn. Gelukkig niet. Mandeville: ’Louter deugd zorgt er niet voor dat naties / In pracht leven. Zij die een Gouden Tijdperk / Willen laten herleven, moeten net zo openstaan / Voor eikels als voor eerlijkheid.’

In deel I van het verzameld werk, dat vorig jaar verscheen, draaide het vooral over ondeugden als afgunst, ijdelheid, bedrog, hebzucht en onkuisheid die voor de samenleving als geheel een zegen kunnen zijn, mits ze door bekwame politici op een verstandige manier worden aangepakt. In het nu verschenen deel II, ’Mensen spreken niet om begrepen te worden’, werkt Mandeville deze gedachtes in dialogen verder uit. Mensen zijn net wilde paarden, misschien wat sluwer en met iets meer hersenen. En ze hebben de taal, waarmee ze de ander kunnen begrijpen. Begrijpen? Nee, om ze op de gewenste afstand te kunnen houden. ,,Wat!’’ roept een van de personages van het boek uit, ,,Spreken mensen niet om begrepen te worden?’’

In de voortreffelijke inleiding van het boek maakt Arne Jansen duidelijk dat sprekers wel verstaan willen worden, ,,maar tegelijkertijd willen we niet zodanig begrepen worden dat anderen doorzien wat onze échte gedachten en gevoelens zijn’’. Cleomenes, een van de hoofdpersonen van het boek, zegt in de zesde dialoog dan ook: ’Het eerste signaal of geluid dat de mens, geboren uit een vrouw ooit maakte, werd gemaakt ten behoeve van en bedoeld voor het gebruik door degene die het maakte. En ik ben van mening dat de eerste opzet van het spreken was om anderen ertoe over te halen dat ze hetzij geloof hechten aan datgene wat de persoon die spreekt hen wilde laten geloven, hetzij die dingen doen of dulden die hij hen wou dwingen te doen of te dulden als zij helemaal in zijn macht waren geweest.’

De dialogen in ’Mensen spreken niet om begrepen te worden’ zijn Mandevilles sluwe antwoord op alle kritiek die hij te verduren had gekregen na publicatie van ’De fabel van de bijen’, die in Engeland een schandaal veroorzaakte. Dat schandaal zette volgens Mandeville ook de vriendschap tussen een zekere Cleomenes en Horatio danig onder druk. Horatio ontloopt zijn vriend zelfs op een gegeven moment, alleen omdat Cleomenes de ideeën van die Mandevil aanhangt. Horatio: ,,Ik noem dat het stelsel van deformatie, waarvan de aanhangers vooral hun best doen om alles in onze natuur zo lelijk en verachtelijk mogelijk te maken en bijzonder veel moeite doen om de mensen ervan te overtuigen dat ze duivels zijn.’’

Horatio acht de mens hoger. In navolging van de schrijver graaf van Shaftesbury gaat hij ervan uit dat de mens van nature prima in staat is met anderen samen te leven. Hij zou een aangeboren moral sense hebben, een zintuig voor goed en kwaad. Dat zou hem in staat stellen beschaafd en ordentelijk met anderen samen te leven.

Om zijn vriend van het tegendeel te overtuigen hanteert Cleomenes, het alter ego van Mendeville, de methode van de omweg. Aanvankelijk zegt hij dat hij ook niets meer moet hebben van ’De fabel van de bijen’. ’Die dwaling ligt achter me.’ Zijn vriend is opgelucht, ze beginnen een gesprek over doodgaan, goede manieren, castraten, de tien geboden, kinderen, opvoeding, eer, duelleren, kunst, wetenschap, vrouwen, bestuur.

Gaandeweg de dialogen weet Cleomenes zijn vriend te overtuigen. Pièce de résistence in de gesprekken is het begrip zelfvoorkeur – of zoals Mandeville het noemde: ’self-linking’. Wat is dat, zelfvoorkeur? Is het egoïsme, is het trots? Omdat wij deze hartstocht verfoeien, zien we haar vooral in vermomming en zelden in haar eigen gedaante. Maar zeker is dat de zelfvoorkeur ons geluk verdubbelt en ons opmontert tegen de dreigende blikken van het noodlot. Cleomenes: ,,Zij is de moeder van de hoop en het einddoel en ook het fundament van onze beste wensen. Zij is het sterkste wapen tegen wanhoop en zolang we onze situatie in alle opzichten prettig kunnen vinden, met betrekking tot de huidige omstandigheden of de verwachting die voor ons ligt, geven we om onszelf.’’

Langzamerhand begint zijn vriend Horatio in te zien dat zelfvoorkeur aan schepselen gegeven is voor zelfbehoud. Want daarop is het leven gericht. Zoals Cleomenes in de vijfde dialoog zegt: ,,Bij alle inspanningen voor zelfbehoud zint de mens op het vermijden van wat schadelijk voor hem is. Maar bij het genieten van wat aangenaam is, zijn zijn gedachten ontspannen en is hij zonder zorg. Hij kan zich duizenden verrukkingen, de ene na de andere laten welgevallen zonder vragen te stellen. Maar van het minste of geringste kwaad wil hij weten waar het vandaan kwam, teneinde het te mijden.’’

Om onszelf te kunnen handhaven hebben wij in de loop der tijd een aantal trucs ontwikkeld om onze zelfvoorkeur een beetje in bedwang te houden. Die trucs bestaan uit goede zeden, de juiste omgangsvormen, kortom, beleefdheid.

Conclusie: Zoals Mandeville ons in ’De wereld gaat aan deugd ten onder’ liet zien dat ondeugden als afgunst, ijdelheid, bedrog, hebzucht en onkuisheid weldaden kunnen zijn voor een samenleving als geheel, zo toont hij in ’Mensen spreken niet om begrepen te worden’ dat al die nuttige ondeugden voortkomen uit zelfvoorkeur en zelfbehoud. Mandeville: ’Ieder mens mag zichzelf liever dan hij een ander kan mogen’ – dat is de les uit dit deel.

Een te sombere conclusie? Welnee, een bevestiging van wat we afgelopen eeuw hebben gezien: het idee dat de collectieve maakbaarheid van geluk een illusie is. Sneu is wel dat de Nederlandse schrijver Bernard Mandeville dit al enkele eeuwen geleden wist. We hadden ons veel ellende kunnen besparen als we oom Bernard wel met open armen op onze verjaarspartijtjes hadden verwelkomd.

www.bernard-mandeville.nl

Trouw, 12-07-2007 (Peter Henk Steenhuis)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Laatst aangepast door Barst : 12th July 2007 om 18:03.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 23:33.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.