actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Boeken, Artikels, Muziek & Films > Artikels & Boeken
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 18th May 2007, 18:14
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Exclamation 'Niet huilen, u bent sterk'

'Niet huilen, u bent sterk'

Anna Politkofskaja, Russisch dagboek (Vert. Arie van der Ernt), De Geus, 447 blz., 19,90.


Politkovskaja zag te veel, begreep te veel en had te veel moed. In Poetins Rusland bekoop je dat haast onontkoombaar met de dood.


Anna Politkovskaja was 48 toen ze op 7 oktober 2006 met vier kogels werd doodgeschoten in de lift naar haar appartement. Ze was bekend geworden door haar reportages over de oorlog in Tsjetsjenië. Door de Kremlingetrouwe media - intussen zowat de hele Russische media - werd ze doodgezwegen of gediscrediteerd. Onbekend was ze nochtans niet in Rusland, zoals zal blijken.

Russisch dagboek verschijnt een half jaar na haar dood. In die omstandigheden klinkt het wat stom, maar het is veruit haar beste boek. In Poetins Rusland en A Small Corner from Hell: Dispatches from Chechnya was ze Anna-de-reporter, die haar verontwaardiging de vrije loop liet en daarbij soms geplaagd werd door haar instinctieve schrijfstijl.

Pas nu weten we dat het formaat van een dagboek haar uitstekend lag: nog meer dan in haar vorige boeken blijkt hoe nauwgezet ze de politieke situatie analyseerde en hoe diep ze het land in ging om bij gewone mensen het ware verhaal achter de officiële feiten te achterhalen. Anders dan in haar vorige boeken hanteert ze in Russisch dagboek ook een fijne droge humor, waarvoor in haar aangrijpende reportages zelden plaats was. Wanneer de voormalige atheïstische KGB-agent Vladimir Poetin zich tijdens het kerstfeest in 2004 door televisiecamera's laat filmen in een kerk, schrijft ze: 'Hij slaat een kruisteken. God zij dank, er is vooruitgang in de wereld: hij slaat tegenwoordig een heel behoorlijk kruis.'

Naast zulke fijnbesnaarde opmerkingen valt er in Russisch dagboek weinig te lachen. Politkovskaja beschrijft de evolutie van Rusland van 7 december 2003, de dag van de vorige parlementsverkiezingen, tot 31 augustus 2005. Het boek eindigt ruim een jaar voor haar dood en Politkovskaja was er de vrouw niet naar om veel persoonlijke ontboezemingen neer te schrijven. Geen keukenverhalen, niets over haar twee kinderen, zelfs geen enkele klacht over het harde leven als reporter voor een weekkrant met een kleine oplage, in een land waar persvrijheid een vloek is. Wat ze in die tweeëneenhalf jaar wel akelig precies beschrijft, is hoe Rusland onder Vladimir Poetin steeds dieper in een zwart autoritair gat valt, waar cynisme regeert, bloed vloeit en de publieke opinie zich steeds verder laat afstompen. Zelden is er een scherpzinniger kroniek geschreven van de geboorte van een nietsontziend regime.

Bij de parlementsverkiezingen van december 2003 slaagt de partij Verenigd Rusland in haar grote coup, met als enige programmapunt dat de partij 'de president steunt'. De liberale democratische partijen halen door onderlinge verdeeldheid en stembusfraude de kiesdrempel niet. Politkovskaja beschrijft hoe daarna de laatste kritische talkshows van de Russische televisie worden gehaald. 'Wie heeft een talkshow nodig voor politieke losers?', luidt de reactie van president Poetin.

In de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 14 maart 2004 - Poetins herverkiezing - beschrijft ze hoe het cynisme en de politieke manipulatie nog toenemen. Een van de weinige kandidaten die Poetin een half strobreed in de weg hadden kunnen leggen, Ivan Rybkin, verdwijnt kort voor de verkiezingen spoorloos en kan nadien alleen een onsamenhangend bang verhaal vertellen. 'Een heel bizarre episode', schrijft ze. Op de dag dat Rybkin gedesoriënteerd boven water komt, vermoorden ultranationalisten in Sint-Petersburg de negenjarige Choersjeda Soeltanova, dochter van Tadzjiekse ouders en dus een 'vreemde' in een land waar 'Rusland voor de Russen' een steeds populairdere slogan wordt. De kleine Choersjeda wordt op straat afgemaakt met elf messteken. Verderop komt Politkovskaja terug op die nationalistische 'skinhead'-bendes die intussen op internetsites hele dodenlijsten publiceren. Ze vermeldt wie allemaal op de lijst staat en sluit zedig af met: 'Net als de schrijver van deze regels.'

Nog verderop toont ze met namen en toenamen aan hoe de Russische Militisia - de gendarmerie - schaamteloos gebruik maakt van het tuig om tegenstanders van het regime te intimideren.

Pas op 6 april 2004 neemt Politkovskaja de lezer een eerste keer in haar dagboek mee naar de Kaukasus, naar de deelrepubliek Ingoesjetië (naast Tsjetsjenië), waar de corruptie en het autoritarisme nog vele malen groter zijn dan in de rest van het land, en waar ook na het 'einde van de oorlog' mensen worden vermoord of spoorloos verdwijnen. 'Er wordt op mijn deur geklopt. Ik zit in een hotel in Nazran. Buiten staat een rij oude mensen. Het zijn de moeders en de vaders van de vermisten van Ingoesjetië. Ze vertellen me dat mensen worden afgeslacht als pluimvee.' Politkovskaja demonstreert waarom dit haar terrein is. Ze vlooit elk persoonlijk verhaal uit en luistert ook naar de lokale journalisten en onderzoekers die de barbarij wel willen aanklagen maar niet durven - wat ze nooit begrijpt. 'Het is een vicieuze cirkel. Mensen reageren pas als iets hen persoonlijk heeft getroffen.'

De eindeloze stoet van individuele horrorverhalen wordt in de loop van het boek haast onverdraaglijk. Politkovskaja schrijft niet alleen over Tsjetsjenen, maar ook over Russen die dezelfde onmenselijkheid ondergaan. Haar zoektocht naar de situatie van Tsjetsjenië-veteranen van het Russische leger wordt een pijnlijke sociale kroniek van drugs, misdaad en aanhoudende moorddadigheid. Ze heeft ook een zwak voor het lot van jonge Russische miliciens, die als vanouds het slachtoffer zijn van de willekeur van oudere miliciens en onderofficieren - met nog jaarlijks tientallen doden. Jevgeni Fomovski (18) was een milicien met schoenmaat 47 die bij gebrek aan grote maten door zijn oversten met veel plezier op kilometerslange tochten in schoenmaat 44 werd gestuurd. Zijn ouders vonden hem uiteindelijk in een mortuarium waar zijn hele lichaam sporen van zware mishandelingen vertoonde. De officiële doodsoorzaak was 'zelfmoord', zijn medesoldaten bevestigden later dat hij was gestorven terwijl zijn oversten 'hadden overdreven tijdens de folteringen'. Het is maar een van vele gelijkaardige verhalen.

In het dagboek staat ook Politkovskaja's eerder gepubliceerd relaas van haar bezoek aan Ramzan Kadirov, de dertigjarige sterke man van Moskougetrouw Tsjetsjenië, die ze consequent 'Ramzan de idioot' of 'de babydraak' noemt. Ramzan heeft veel bloed aan zijn handen - als beloning is hij onlangs door Poetin gepromoveerd tot president van Tsjetsjenië - maar ze gaat hem onvervaard opzoeken in zijn eigen burcht in het dorp Tsenteroj, waar de prijskaartjes aan de meubels blijven hangen om te tonen hoe duur ze zijn.

Na veel grootspraak en intimidatie zegt de idioot haar: 'Het is geen goed idee om een van mijn rivalen te zijn. Dat is niet goed voor je gezondheid' en 'U bent zelf de vijand'. De sfeer wordt grimmig, uiteindelijk moet ze met een voertuig van Kadirov terug naar de hoofdstad Grozny. 'En ik denk dat ik ergens onderweg, in het donker, absoluut zal worden gedood.' Maar de chauffeur, een ex-rebel, begint zijn eigen levensverhaal te vertellen. 'En dan weet ik dat hij me niet gaat doden. Hij wil dat de wereld zijn verhaal hoort. Ik begreep dat wel, maar zat daar te huilen van angst en walging. 'Niet huilen', zei de strijder uit Zakan-joert eindelijk. 'U bent sterk'.'

Het dagboek bevat enkele lacunes. Op weg naar de bloedige gijzeling in het schooltje in Beslan liep Politkovskaja op het vliegtuig een mysterieuze voedselvergiftiging op - na het drinken van een kopje thee - maar daarover spreekt ze niet. De nasleep van de gijzeling, waarbij uiteindelijk 331 mensen stierven van wie de helft kinderen, doet ze wel op pakkende wijze uit de doeken, via gesprekken met ouders van omgekomen kinderen. Op de eerste verjaardag van het bloedbad zegt een moeder haar: 'Wij, de moeders van Beslan, zijn schuldig aan het baren van kinderen die gedoemd zijn te leven in een land dat heeft besloten dat het hen niet nodig heeft. We zijn schuldig aan het stemmen op een president die besloten heeft dat kinderen vervangbaar zijn.'

Ook de Oranje revolutie in Oekraïne, waarover ze in interviews vaak zei dat die haar moed gaf, komt alleen zijdelings ter sprake. Maar door die revolte in Oekraïne gaat ze er wel harder over nadenken waarom Rusland zelf zijn autoritaire regime tolereert. Ze wordt steeds meer ontgoocheld in de oppositie (haar respect gaat uiteindelijk haast alleen nog uit naar de schaakkampioen Garri Kasparov), en in de lijdzaamheid van de Russen zelf. 'Het is niet onze raadselachtige Russische ziel, het is de lange traditie van het leven in een leugen waar Solzjenitsin lang geleden over schreef, gemengd met een lamlendige weigering je achterste van je stoel in je warme keuken te halen tot ze die warme keuken van je afpakken. Op dat punt zou je aan een revolutie kunnen meedoen, eerder niet.'

Wat blijft, is de ontgoocheling en de onvermoeibare strijd van een vrouw die haar democratische idealen niet wil loslaten. Van het buitenland had ze beter verwacht. 'De wereldleiders van nu stoppen de staart tussen de benen en kussen Poetin in plaats van dat ze hem eens flink tot de orde schoppen.' En: 'Europa is het moe te horen hoe boosaardig Poetin wel is. Het zou verkiezen voor de gek te worden gehouden en te horen hoe goed hij wel is.'

Het afsluitende hoofdstuk heet: 'Ben ik bang?' Ze rept met geen woord over de bedreigingen die ze zelf krijgt of de angst die ze soms voelt. Ze is bang voor de toekomst van Rusland. 'Mensen zeggen mij vaak dat ik een pessimist ben, dat ik niet in de kracht van het Russische volk geloof, dat ik helemaal bezeten ben van mijn oppositie tegen Poetin en verder nergens oog voor heb. Ik zie alles, dat is het probleem.'

Politkovskaja zag te veel, begreep te veel en had te veel moed. In Poetins Rusland leidt dat haast onontkoombaar tot een vuige moord. De dader is spoorloos.


DSL, 18-05-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:56.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.