BRUSSEL - Nu meer minderjarigen behoren tot een criminele bendes, wil de politie hen inzetten als informant.

De politie kan vandaag geen gebruik maken van minderjarigen als informant. De wet op de jeugdbescherming verbiedt dat. Daarin staat dat men er alles moet aan doen om minderjarigen uit de criminaliteit te halen, terwijl informanten vaak in 'het milieu' blijven - anders heeft de politie er niet veel aan.

Informanten moeten ook soms (kleinere) misdrijven plegen, om het vertrouwen van de bendeleden te winnen.

Toch zou het volgens de federale politie handig zijn om minderjarigen als informant in te zetten. Almaar meer minderjarigen maken deel uit van een criminele bende en plegen zware criminaliteit, waarbij ze het gebruik van wapens of geweld niet schuwen. Diverse politiekorpsen hebben aan de nationale informantenbeheerder gevraagd onder welke voorwaarden ze minderjarigen als informant kunnen inzetten.

'Het is een moeilijke evenwichtsoefening', bevestigt Els Cleemput van de federale politie. 'Is het ethisch verantwoord een minderjarige in te schakelen in de strijd tegen bijvoorbeeld rondtrekkende dadergroepen?'

'We stellen in elk geval vast dat steeds meer criminele bendes een beroep doen op minderjarigen. En het gaat niet om jongerenbendes die wat graffiti spuiten. Het gaat om ernstige vormen van delinquentie.'

In overleg met het federale parket onderzoekt de federale politie volgens welke procedures minderjarigen als informant kunnen optreden.

De werkgroep hoopt over enkele maanden een voorstel voor te leggen aan de procureurs en procureurs-generaal.

De minderjarige informanten zouden in elk geval ouder moeten zijn dan zestien jaar, naar analogie van de procedure van de 'uithandengeving'.

Minderjarigen tussen 16 en 18 jaar kunnen worden doorgestuurd naar de volwassenenrechten, als de jeugdrechter van oordeel is dat pedagogische maatregelen niet meer baten.

Bij Binnenlandse Zaken wacht men op het voorstel van de federale politie. In elk geval moet de wet op de bijzondere opsporingsmethoden (BOM) een aanpassing ondergaan.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde in juli jongstleden dat gewone burgers als informant van de politie geen misdrijven plegen, ook al hebben ze daar de toestemming voor gekregen van de procureur. Volgens het Grondwettelijk Hof is het niet aanvaardbaar dat mensen die nauwe banden onderhouden met het misdaadmilieu, andere personen zouden verwonden of doden om het vertrouwen van criminelen te winnen.

Politiemensen mogen wel als infiltrant criminele feiten plegen, maar enkel onder de controle van een magistraat.

Het was de tweede keer dat het rechtscollege delen van de wet over de speciale opsporingsmethoden vernietigt. Het gaat om politietechnieken zoals schaduwen, infiltreren en het werken met informanten.

De BOM-wet dateert van 2003 en kwam er om de politie beter te wapenen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en terroristen.

Van meet af aan kreeg de wet veel kritiek, van mensenrechtenorganisaties en advocaten. In december 2004 schrapte het toenmalige Arbitragehof passages uit de wet omdat die een te grote inbreuk op de privacy inhielden.

(DS, 22/12/2007)

__________________