Politici krijgen gemiddeld twaalf seconden op tv


BRUSSEL - Politici kregen vorig jaar in verkiezingsprogramma's op tv gemiddeld 12 seconden om te antwoorden of een redenering te ontwikkelen. In 2004 was de gemiddelde sound-bite nog 16 seconden.


Het korte, pakkende citaat, domineert steeds meer in de verkiezingprogramma's. Dat blijkt uit een analyse van de campagne voor de Vlaamse en Europese verkiezingen zoals die in mei en juni 2009 op VRT en VTM werd gevoerd. Onderzoekster Magda Michielsens ging na wie hoe vaak aan het woord kwam en hoe lang. ‘We hebben ons enkel gefocust op de gesprekken met politici. Reportages, sfeerbeelden of stukjes cabaret werden niet geanalyseerd', klinkt het.

Eerste vaststelling is dat het gros van de politici nooit het scherm haalden. Van de 124 Vlaamse parlementsleden, 17 Nederlandstaligen in het Brussels parlement en 13 Vlaamse EU-parlementsleden die op 7 juni 2009 werden verkozen, mochten er slechts 38 opdraven in een verkiezingsprogramma. Samen kwamen zij in 39 uitzendingen 138 keer aan bod.

Wie wel het scherm haalde, moest zich geen illussies maken over de tijd die hij of zij kreeg om een redenering te ontwikkelen. De gemiddelde interventieduur van politici bedroeg vorig jaar 12 seconden. Wie langer aan het woord was, liep veel kans dat iemand anders — doorgaans de journalist — tussenkwam. ‘Het is niet zozeer dat politici in sound-bites spreken, dan wel dat ze dat best zouden doen, want meer dan dat krijgen ze in een tussenkomst meestal niet gezegd', aldus Michielsens. ‘Op de VRT duurde meer dan 95 procent van alle interventies minder dan 35 seconden.'

Uit onderzoek dat Michielsens met het Meer-team (Media Emancipatie Effect Rapportage) van de Universiteit Antwerpen in 2004 verrichtte, bleek dat politici toen gemiddeld 16 seconden kregen voor een antwoord.

Wat ook verder daalde in vergelijking met 2004 was de aanwezigheid van vrouwen. Terwijl er nooit meer vrouwen werden verkozen dan bij de verkiezingen van vorig jaar, maakten ze slechts 30 procent uit van de politici die het scherm haalden. Groen! was de enige partij met meer vrouwelijke dan mannelijke tv-optredens. Bij Open VLD en LDD waren mannen goed voor respectievelijk 83 en 85 procent van de tussenkomsten.

CD&V kreeg tijdens de campagne van 2009 19 procent van de totale spreektijd in de verkiezingsprogramma's. Daarmee kwamen de christendemocratische politici het langst aan bod. Open VLD en SP.A waren elk goed voor 18 procent, Vlaams Belang voor 13 procent. Daarna volgden LDD (10%), N-VA (9%), Groen! (8%) en het ondertussen uiteengevallen SLP (5%).

De top-3 van politici die in alle VRT-verkiezingsprogramma's samen het langst aan het woord zijn geweest, is verrassend. Bovenaan staat Mieke Vogels. De groene politica mocht in totaal net geen 45 minuten spreken. Daarna volgden LDD-boegbeeld Jean-Marie Dedecker (44:07) en CD&V-kopman Kris Peeters (42:37). Opmerkelijk is ook het grote aandeel van Marie-Rose Morel voor Vlaams Belang. Met 31:41 minuten spreektijd deed ze het beter dan Vlaams Belang-boegbeeld Filip Dewinter (28:11). In geen enkele andere partij was het aandeel van een andere kandidaat groter dan dat van het boegbeeld.

In 2004 domineerden politici die in de kieskring Oost-Vlaanderen opkwamen. Vorig jaar lag het zwaartepunt in Antwerpen. Met zestig optredens deden de Antwerpenaren het meer dan dubbel zo goed dan de West-Vlamingen. Daarna volgden kandidaten uit de kieskringen Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.


DS, 14-05-2010

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB